Dutch

edit

Etymology

edit

Borrowed from Middle French exclusif, from Medieval Latin exclusivus. Alternatively, but less probably, directly borrowed from Mediaeval Latin.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˌɛks.klyˈzif/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ex‧clu‧sief
  • Rhymes: -if

Adjective

edit

exclusief (comparative exclusiever, superlative exclusiefst)

  1. exclusive

Declension

edit
Declension of exclusief
uninflected exclusief
inflected exclusieve
comparative exclusiever
positive comparative superlative
predicative/adverbial exclusief exclusiever het exclusiefst
het exclusiefste
indefinite m./f. sing. exclusieve exclusievere exclusiefste
n. sing. exclusief exclusiever exclusiefste
plural exclusieve exclusievere exclusiefste
definite exclusieve exclusievere exclusiefste
partitive exclusiefs exclusievers

Derived terms

edit
edit

Descendants

edit
  • Indonesian: eksklusif

Adverb

edit

exclusief

  1. exclusively