Een '''eeneiige meerling''' ontstaat als een enkele [[zygote]] (bevruchte eicel) zich na een aantal [[Meiose|celdelingen]] splitst in twee (of soms nog meer) losse embryo's. In ongeveer een derde van de gevallen gebeurt die splitsing binnen drie dagen na de bevruchting en heeft ieder embryo een eigen [[placenta]] en [[vruchtzak]] (dichoriaal-diamniotisch). Deze zwangerschappen zijn alleen naderhand door [[Desoxyribonucleïnezuur|DNA]]-onderzoek van twee-eiige zwangerschappen te onderscheiden.
In ongeveer twee derde van de gevallen vindt de splitsing tussen drie en acht dagen plaats en delen de embryo's wel de placenta maar niet de vruchtzak (monochoriaal-diamniotisch). In ongeveer een procent van de gevallen vindt de splitsing tussen acht en twaalf dagen na de bevruchting plaats en delen de embryo's zowel placenta als vruchtzak (monochoriaal-monoamniotisch). Bij een splitsing na meer dan twaalf dagen is meestal die splitsing niet volledig en ontstaat een [[Siamese tweeling]]. Dit is zeer zeldzaam. Bij eeneiige meerlingen komen ook andere aangeboren afwijkingen wat vaker voor. Ook tijdens de ontwikkeling kunnen problemen ontstaan, vooral wanneer de meerling de placenta deelt: in dat geval kan het gebeuren dat het bloed van de één wordt doorgesluisd naar de ander (''[[tweelingtransfusiesyndroom]]'').
Het ontstaan van eeneiige tweelingen is vrijwel onafhankelijk van ras, voedingstoestand, leeftijd enzovoorts en komt bij ongeveer 1 op de 250 zwangerschappen voor.
Zeker op jonge leeftijd zijn eeneiige meerlingen moeilijk van elkaar te onderscheiden. Ze hebben in elk geval hetzelfde geslacht. Ook komt spiegel[[symmetrie]] voor, waarbij het ene kind [[Linkshandigheid|linkshandig]] is en het andere rechtshandig of zelfs waarbij de inwendige organen van de een gespiegeld liggen ten opzichte van de ander (zie ''[[situs inversus]]'').
Toch komt het in zeer uitzonderlijke gevallen voor dat een eeneiige tweeling van verschillend geslacht is. Dit komt bijvoorbeeld voor in het unieke geval dat de twee bevruchte cellen drie geslachtschromosomen meekrijgen. In dit geval kan bij het ene embryo een XX (meisje) ontstaan en bij het andere embryo een XY (jongen) ontstaan. Er zijn gevallen bekend dat dit gebeurd is maar de kans hierop is minimaal. J.H. Edwards e.a.<ref>[http://www.pubmedcentral.nih.gov/articlerender.fcgi?artid=1012913 ''Monozygotic Twins of Different Sex''], J H Edwards, T Dent, and J Kahn, J. med. Genet. (1966)</ref> beschreven in 1966 het geval van een tweeling met [[mozaïcisme]] (XO/XY) waarbij de één zich ontwikkelde als meisje met het [[Syndroom van Turner]] en de ander als (vrijwel normale) jongen.
==== Twee- of meerlingenonderzoek ====
Omdat het genetisch materiaal van eeneiige tweelingen gelijk is, worden eeneiige tweelingen vaak in wetenschappelijk onderzoek gebruikt om onderscheid te kunnen maken tussen [[Genetica|genetisch]]e en omgevingsfactoren op de ontwikkeling van de mens, bijvoorbeeld op het gebied van [[gedragsstoornis]]sen, [[taalverwerving]] en [[gezondheid]]. Vooral apart opgegroeide eeneiige tweelingen zijn voor zulk onderzoek bijzonder goed bruikbaar. Het komt echter natuurlijk niet vaak voor dat een tweeling gescheiden opgroeit, hoewel in de VS een aanzienlijk cohort bestaat van tweelingen die na de geboorte bij twee verschillende gezinnen zijn geadopteerd.