Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Hernieuwde interesse: linkfix, replaced: Nieuw-Zuid-Wales → New South Wales
 
Regel 49:
De beiaard ontwikkelde zich ook meer en meer als een zelfstandig instrument, los van torenuurwerken of kerken. Meestal was het een prestigeproject van rijke edellieden, of [[mecenas]]sen. Een beroemd voorbeeld is de beiaard in de [[Universiteitsbibliotheek (KU Leuven)|universiteitsbibliotheek]] van [[Leuven]]. Het instrument telde (oorspronkelijk) 48 klokken, omdat de bibliotheek na de [[Slag om Leuven (1914)|brand]] tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] werd herbouwd met geld van de (destijds nog) 48 staten van Amerika. Ook [[Rotterdam]] kreeg op het stadhuis een grote beiaard in 1920, geschonken door rijke inwoners: de gebroeders van Ommeren van het gelijknamige havenbedrijf. Het stadhuis bleef bij het [[bombardement op Rotterdam]] in 1940 gespaard, de klokken werden echter door de Duitsers geroofd.<ref>{{Citeer web |url= http://www.carillontorens.com/rotterda.htm |titel= Carillon van het stadhuis van Rotterdam |uitgever= Nederlandse Carillon Torens |datum= 4 februari 2012 |bezochtdatum=6 mei 2012|archiefurl=https://web.archive.org/web/20130822134449/http://www.carillontorens.com/rotterda.htm|archiefdatum=2013-08-22}} Stadhuis Rotterdam op site 'carillontorens'</ref> Na de oorlog kwam er een nieuw instrument. Een ander voorbeeld is een reizende beiaard, die op een wagen is geplaatst, zodat hij kan meerijden in optochten of folkloristische stoeten en waarmee een beiaardier concerten kan geven op elke gewenste locatie. Er zijn ook demontabele reizende beiaarden gebouwd die in een aanhanger kunnen worden vervoerd. Reizende carillons zijn meestal eigendom van een klokkengieterij of particulier. Sommige gerenommeerde beiaardiers onder wie [[Boudewijn Zwart]], [[Frank Steijns]] en in Vlaanderen Koen van Assche bezitten zo'n instrument. Deze laatste spreekt van een 'bronzen piano'.
 
Na de Eerste Wereldoorlog werd de beiaard ook "ontdekt" in het buitenland, met name in de Verenigde Staten, Australië, Japan en Korea. In de landen die tijdens de oorlog veel soldaten verloren hadden op de Vlaamse slagvelden, werd tevens een aantal beiaarden gebouwd als 'herdenkingsbeiaard' of 'vredesbeiaard' (''war memorial carillon''): in de Verenigde Staten drie,<ref>In [[Richmond (Virginia)|Richmond, Virginia]] (ingewijd 1926), Norwood, Massachusetts (1928) en [[Nashville (Tennessee)|Nashville, Tennessee]] (1929).</ref> in Canada eveneens drie,<ref>In Simcoe (1925), [[Ottawa (stad)|Ottawa]] (1927) en [[Toronto]] (1927).</ref> in Australië twee<ref>In [[Sydney]] (1928) en [[Bathurst (Nieuw-Zuid-New South Wales)|Bathurst]] (1933).</ref> en in Engeland, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland telkens een.<ref>In [[Loughborough]] (1923), [[Kaapstad]] (1925) en [[Wellington (stad in Nieuw-Zeeland)|Wellington]] (1932). Meer informatie over de ''war memorial carillons'' in: {{Aut|Rombouts}}, Luc & {{Aut|Proot}}, David, ''Broken Bells of Flanders'', Brugge, Provinciebestuur West-Vlaanderen, 2014, 34 blz.</ref> Ook in de rest van Europa kwamen er nieuwe beiaarden bij. In Japan won de beiaard voornamelijk aan populariteit sedert een uitwisselingsprogramma in 1985 tussen [[Hasselt (België)|Hasselt]] en [[Japanse Tuin (Hasselt)|Itami]].
 
=== UNESCO ===