Alvleesklier

orgaan met dubbele klierfunctie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Freek Verkerk (overleg | bijdragen) op 21 feb 2017 om 14:32. (anders gestructureerd om het begrijpelijker / leesbaarder te maken)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

De alvleesklier[6] of de/het pancreas[6] (Latijn: pancreas van Grieks: τό πάγκρεας, tó págkreas, van πάν, pán= "alles" en κρέας, kréas= "vlees") is een gemengde klier met endocriene en exocriene functie. De dubbele secretie- of afscheidingsfunctie van dit orgaan bestaat uit uitwendige afscheiding ten behoeve van de spijsvertering, en inwendige afscheiding ten behoeve van de koolhydraatstofwisseling.

Alvleesklier
Pancreas
Alvleesklier
{alvleesklier en twaalfvingerige darm
alvleesklier en twaalfvingerige darm
Synoniemen
Latijn pancreon[1]

calicreas[1]
calicreon[1]
callicreas[2]
corpus glandulosum[1]
caro glandulosa[1]

Oudgrieks πάγκρεας[3]
Nederlands buikklier[4]

buikspeekselklier[5][6]
buikklierbedde[7]
grote klier[7]

Gegevens
Orgaanstelsel Spijsverteringssysteem
Naslagwerken
MeSH A03.734
Dorlands/Elsevier p_02/12608639
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Uitwendige afscheiding

Exocrien (extern): met vooral een productie en secretie van 1,5 à 3 liter alvleessap met inactieve spijsverteringsenzymen (namelijk trypsine, amylase, lipase en protease, deze enzymen worden pas in het duodenum geactiveerd om afbraak van de alvleesklier door zijn eigen enzymen te voorkomen) ook worden grote hoeveelheden natriumbicarbonaat toegevoegd aan het sap, dit ter neutralisering van het maagzuur, dat afvloeit via de ductus pancreaticus (Wirsungi) overgaand in de papil van Vater naar de twaalfvingerige darm.

De belangrijkste enzymen zijn de volgende:

Eiwitsplitsers (proteasen)
deze worden in de alvleesklier geproduceerd in een niet-actieve vorm; daardoor kunnen ze de eiwitten van de alvleeskliercellen zelf niet afbreken. Een niet-actief enzym, bijvoorbeeld (chymo)trypsinogeen, wordt in de darm in de actieve vorm, het (chymo)trypsine, omgezet door middel van het enzym enterokinase, dat door de darmwandcellen wordt afgescheiden; dit trypsine activeert op zijn beurt weer een aantal andere niet-actieve eiwitsplitsers in het alvleessap. Geschiedt dit omzettingsproces reeds in de alvleesklier zelf, dan ontstaat zelfvertering, de acute pancreasnecrose.
Vetsplitsers
de belangrijkste is het pancreaslipase, een enzym dat triglyceriden (het kwantitatief belangrijkste voedingsvet) splitst in zijn componenten glycerol en vetzuren. Deze afbraak van triglyceriden wordt voortgezet in de dunne darm onder invloed van een lipase dat door de dunne darm zelf wordt geproduceerd. Voor de normale vetvertering is naast lipase ook gal nodig die continu in de lever wordt geproduceerd.
Koolhydraatsplitsers
het enzym amylase splitst zetmeel en glycogeen tot disachariden, maltase gevormd in de dunne darm zet de disachariden om tot maltose (moutsuiker). Sacharase (= sucrase) afgescheiden in de dunne darm zet sacharose (rietsuiker) om tot monosachariden. Deze monosachariden kunnen door de lichaamscel opgenomen worden. Amylase wordt eveneens in grote hoeveelheden gevormd in de oorspeekselklier en wordt als zodanig in het speeksel aangetroffen. Daarnaast wordt het afgescheiden door de dunne darm.

Inwendige afscheiding

De alvleesklier maakt daarmee deel uit van het endocrien systeem: het produceert en scheidt onder meer de volgende hormonen uit:

Deze hormonen worden aan het bloed afgegeven.

De eilandjes van Langerhans bevatten ten minste twee soorten hormoonproducerende cellen, de alfacellen, die het hormoon glucagon maken, en de bètacellen, die het insuline produceren.

Als de bloedsuikerspiegel daalt, vormt dit een prikkel voor de alvleesklier om glucagon af te scheiden, dat o.a. de levercellen aanzet om het daar opgeslagen glycogeen af te breken tot glucose, zodat de bloedspiegel weer op peil komt.

De bloedsuikerspiegel wordt bepaald door enerzijds het verbruik en anderzijds door de vorming van glucose, de centrale energiedrager van de stofwisseling bij de mens.

Indien de glucosespiegel in het bloed stijgt, bijvoorbeeld door het eten van suiker, zal de alvleesklier meer insuline gaan produceren; het insuline zorgt ervoor dat de glucose in het bloed door de celmembraan de lichaamscellen in kan, waar het voor de stofwisseling nodig is; uiteraard daalt hierdoor de glucosespiegel in het bloed dan weer.

Bij een verhoogde lichamelijke activiteit zal adrenaline ontstaan wat de productie van insuline remt.

Locatie

Het orgaan bevindt zich retroperitoneaal in de buikholte, gedeeltelijk achter de maag en de twaalfvingerige darm. De alvleesklier komt eveneens achterlangs in contact met de linker nier en bijnier. De alvleesklier ligt diep naar achteren verscholen in de bovenbuik, achter de maag en het achterste buikvlies en vóór de wervelkolom. Deze klier is dan ook moeilijk toegankelijk voor medisch onderzoek.

Omvang

Bij een volwassene is de alvleesklier 12 tot 15 cm lang en weegt 70 tot 100 gram. De alvleesklier bestaat uit een caput (hoofd), een corpus (lichaam) en een cauda (staart).

Ontstaan

Embryonaal ontwikkelt de alvleesklier zich uit één of meer uitstulpingen van de twaalfvingerige darm. Deze vertakken zich tot een gangenstelsel met aan het eind de cellen die het alvleessap produceren, dat door de gangetjes de darm kan bereiken. Daarnaast ontstaan in de alvleesklier ook klompjes cellen, de eilandjes van Langerhans, die hun producten (hormonen nodig voor de koolhydraatstofwisseling) niet lozen op het gangenstelsel, maar rechtstreeks afgeven aan het bloed.

Aandoeningen

De belangrijkste aandoening is de alvleesklierontsteking. Een kwaadaardige aandoening van de alvleesklier is alvleesklierkanker. Een ziekte die niet slechts tot de alvleesklier beperkt is, is taaislijmziekte (cystische fibrose).

Ontstekingen van de alvleesklier uiten zich vooral in de vorm van spijsverteringsproblemen (malabsorptie, diarree) en insulinetekort (diabetes mellitus). Pas als ongeveer 90% van het pancreas vernietigd is, doen zich belangrijke functiestoornissen voor.

Pancreatitis is een niet-bacteriële ontsteking door activering van vrijgekomen verteringsenzymen in de pancreas met zelfvertering tot gevolg.

Suikerziekte

Indien dit deel van de alvleesklier uitvalt, is de regeling van de uiterst belangrijke glucosestofwisseling niet goed meer mogelijk en zal suikerziekte (diabetes mellitus) onstaan.


Anatomie

Kunstmatige alvleesklier

Er wordt gewerkt aan een kunstmatige alvleesklier die de insulineafgifte van de alvleesklier nabootst. Mogelijk kan dit apparaat in de toekomst worden ingezet in de behandeling van suikerziekte (diabetes mellitus).

Wetenswaardigheid

  • Het Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal geeft aan dat zowel de pancreas (mannelijk) als het pancreas (onzijdig) correct Nederlands zijn. De pancreas wordt veruit het meest gebruikt, al komt het woord van het onzijdige Griekse woord τό πάγκρεας.
  • www.alvleeskliervereniging.nl Alvleeskliervereniging (AVKV) voorziet op diverse manieren mensen (zowel leden, als niet-leden en lotgenoten of hun partners) met een acute of chronische aandoening aan de alvleesklier van bruikbare hulp en informatie met betrekking tot hun aandoening.
  • www.alvleesforum.nl Site bedoeld voor lotgenoten om elkaar vragen voor te leggen en meningen en ervaringen uit te wisselen met betrekking tot de alvleesklier.
Zie de categorie Pancreas van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.