Joseph P. Kennedy sr.

Amerikaans diplomaat (1888–1969)
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Borluut (overleg | bijdragen) op 28 okt 2021 om 20:08. (Politiek)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Joseph Patrick (Joe) Kennedy sr. (Boston (Massachusetts), 6 september 1888 - Hyannis (Massachusetts), 18 november 1969) was een Amerikaans politicus en ondernemer en de vader van onder anderen president John F. Kennedy.

Joseph P. Kennedy
Joseph Patrick Kennedy
Joseph Patrick Kennedy
Geboren 6 september 1888
Boston (Massachusetts)
Overleden 18 november 1969
Hyannis (Massachusetts)
Politieke partij Democratische Partij
Partner Rose Fitzgerald Kennedy (1914-1969)
Beroep Politicus
Diplomaat
Bestuurder
Ondernemer
Religie Rooms-katholiek
Handtekening Handtekening
Ambassadeur naar het Verenigd Koninkrijk
Aangetreden 17 januari 1938
Einde termijn 22 oktober 1940
President Franklin D. Roosevelt
Voorganger Robert Bingham
Opvolger John Winant
1e voorzitter van de United States Maritime Commission
Aangetreden 1936
Einde termijn 1938
President Franklin D. Roosevelt
Voorganger Robert Bingham
Opvolger John Winant
1e voorzitter van de Securities and Exchange Commission
Aangetreden 1934
Einde termijn 1935
President Franklin D. Roosevelt
Voorganger Eerste
Opvolger James Landis
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Joseph was de zoon van Patrick J. Kennedy en Mary Augusta Hickey, en net als zijn wheeler-dealer vader was hij een leidend Democraat in het Ierse deel van de lokale politiek te Boston in Massachusetts. In zijn jeugd ervoer hij - net als de andere Ieren in de VS toen - de harde, institutionele discriminatie tegen Ieren en katholieken van de kant van de protestantse WASP-groepen (White Anglo-Saxon Protestants), waardoor hij zijn leven lang een buitenstaander zou blijven. Na aan Harvard gestudeerd te hebben trouwde hij met Rose Fitzgerald, de dochter van de Iers-katholieke John F. Fitzgerald, de burgemeester van Boston. Het paar kreeg negen kinderen: Joseph (1915), John (1917), Rosemary (1918), Kathleen (1920), Eunice (1921), Patricia (1924), Robert (1925), Jean (1928) en Edward (1932).

Afwezige vader

Uit de biografie van John F. Kennedy blijkt dat zijn vader Joe een harde, afstandelijke en bovendien constant afwezige man was, die de opvoeding van zijn kinderen geheel overliet aan zijn vrouw, die dat echter niet goed aankon. Hun dochter Rosemary (1918-2005) had een lager IQ dan de rest van de familie (90) en kreeg wegens afwijkend gedrag een achterstand ten opzichte van de overige leden van het gezin. Hierdoor raakte ze in een isolement binnen het gezin. Toen zij bij het bereiken van de volwassenheid steeds humeuriger werd en het risico van een seksuele uitspatting groeide, werd in 1941 op last van haar vader een lobotomie op haar uitgevoerd, waardoor zij voor de rest van haar leven zwaar gehandicapt en volkomen afhankelijk werd, aan incontinentie leed en niet meer kon spreken of lezen.

Zakelijke carrière

Door de rijkdom van Joseph Kennedy's vader, die als kroegbaas was begonnen, kon Joseph starten als zakenman. Hij had een goede neus voor zaken en werd miljonair door het handelen in aandelen en vastgoed; soms met omstreden middelen zoals voorkennis en het omkopen van journalisten. Hij was een meester in de aandelenpool - een destijds legale methode van handelaren, om de waarde van een aandeel gezamenlijk te verhogen, om dit dan vlak voor de waardedaling begon, weer te verkopen. Voor de beurskrach van 1929 stopte hij met aandelenhandel. Hij handelde ook in alcohol: tijdens de 'drooglegging' kocht hij de rechten op enkele merken en legde voorraden aan, anticiperend op het einde van de drooglegging, die in 1933 volgde. Hiermee maakte hij opnieuw fortuin. In 1957 hoorde hij volgens het blad Fortune bij de top 20 van rijkste Amerikanen. In zijn tijd als eigenaar van enkele filmstudio's had hij, nog steeds getrouwd, een verhouding met filmster Gloria Swanson en later met uitgeefster Clare Luce. Hij stond bekend als rokkenjager.

Politiek

Kennedy gaf actieve steun en geld aan de verkiezingscampagne van President Roosevelt en als beloning werd hij door deze benoemd tot voorzitter van de Amerikaanse beurswaakhond, de Securities and Exchange Commission (SEC), waar Kennedy, volgens het principe dat je dieven het beste met dieven vangt, zich goed van zijn taak kweet en veel waardering oogstte. Roosevelt behield echter bepaalde reserves tegen de flamboyante zakenman en wilde hem niet in zijn kabinet hebben. Uiteindelijk benoemde hij Kennedy tot ambassadeur van de VS in het Verenigd Koninkrijk. Het wordt algemeen aan de invloed van Kennedy toegeschreven, dat de Verenigde Staten de Republiek Spanje niet te hulp kwamen in de Spaanse Burgeroorlog. Hij verzette zich heftig tegen een eventuele deelname van de VS aan de dreigende Tweede Wereldoorlog (hoewel in diezelfde periode zijn zoon John, de latere president, een boek schreef over de dreiging van Duitsland en de noodzaak tot deelname van de VS aan de beteugeling van Duitsland). Joseph Kennedy nam in 1940 ontslag uit onvrede met Roosevelts besluit omtrent de actieve bemoeienis van de VS in de Tweede Wereldoorlog, maar steunde de Lend-Lease Act voor oorlogsleningen in natura aan Groot-Brittannië. Kennedy was een uitgesproken antisemiet,[bron?] die geen enkel medelijden met de Joden in nazi-Duitsland had - een eigenschap die zijn zoon John niet van hem overnam.

Joseph had goede hoop voor politieke carrières van zijn zoons, en moedigde zijn oudste zoon, Joseph P. Kennedy jr. aan president te worden. Deze kwam echter om het leven in Engeland, tijdens zijn diensttijd in de oorlog. Joseph Sr. gaf toen zijn aandacht en steun aan zijn intellectueel begaafde, maar lichamelijk zwakkere en ziekelijke tweede zoon, John F. Kennedy, die uiteindelijk met geringe marge in 1960 tot president werd gekozen - de eerste Iers-katholiek op die post in de Verenigde Staten.

De moord op zijn zoon John in 1963 had grote invloed op de familie, en bang om nog een kind te verliezen was Joseph terughoudend in zijn ondersteuning aan de nominatie tot president van zijn derde zoon, Robert F. Kennedy, in de verkiezingen van 1968. Zijn angst werd waarheid toen Robert in 1968 tijdens zijn verkiezingscampagne werd vermoord, door Sirhan Sirhan.

Joseph P. Kennedy Sr. kreeg in 1961 een beroerte die hem verlamde en het spreken onmogelijk maakte. John Kennedy's vrouw, Jacqueline Bouvier Kennedy, met wie Joseph altijd uitstekend had kunnen opschieten, was de enige die hem in die tijd kon kalmeren door hem lang over zijn wang te aaien. Hij overleed op 18 november 1969.

Volgens geschiedkundigen heeft Joseph Kennedy veel betekend voor de emancipatie van de Iers-katholieke gemeenschap in de VS, ondanks zijn zeer discutabele methoden.

Zie de categorie Joseph Kennedy van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.