De vliegende aap

stripalbum van Willy Vandersteen

De vliegende aap is het vierde stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het werd geschreven en getekend door Willy Vandersteen en gepubliceerd in De Nieuwe Standaard van 28 september 1946 tot en met 12 februari 1947.

De vliegende aap
Stripreeks Suske en Wiske
Volgnummer 4
Scenario Willy Vandersteen
Tekeningen Willy Vandersteen
Eerste druk 1948
Uitgever Standaard Uitgeverij
Lijst van verhalen van Suske en Wiske
Portaal  Portaalicoon   Strip

De eerste albumuitgave was in 1948, destijds in de Vlaamse ongekleurde reeks. Het verhaal kreeg hierin nummer 2. In 1968 verscheen het opnieuw in de Vierkleurenreeks, met nummer 87. De oorspronkelijke versie is later nog eens uitgebracht in de reeksen Strip Klassiek en Suske en Wiske Klassiek.

Locaties

bewerken
  • België, Belgische Kolonie Dongo[1], dorp van de Jambaba's, tempel op steile rots.

Personages

bewerken

Het verhaal

bewerken
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Wanneer Lambik bij Tante Sidonia thuis de krant leest raakt hij plotseling zeer opgewonden over een foto bij een artikel. Het gaat over een zonderling wezen, dat gesignaleerd is boven in een boom in de wouden van de kolonie Dongo. Als hij bedaard is, vertelt hij dat het wezen zijn broer Arthur is, die het geheim kent om te vliegen door het sap van een bepaalde plant te drinken. Lambik heeft vijf jaar geleden voor het laatst van zijn broer gehoord. In een brief schreef Arthur toen dat hij heeft leren vliegen en dat hij op zoek is naar het dochtertje van zijn gids. De gids was tijdens hun tocht bezweken en Arthur wil zijn dochtertje adopteren.

Lambik rust een expeditie uit naar Dongo om zijn broer te zoeken. Suske en Wiske gaan mee, maar tante Sidonia blijft achter. Ook nemen ze een afgerichte ezel uit het circus, genaamd Putifar, mee die vlak voor hun vertrek per ongeluk een transistor inslikt. Hierdoor fungeert hij als radio elke keer als hij zijn staart als een antenne in de lucht steekt.

Per vliegtuig en boot bereiken ze uiteindelijk de binnenlanden van de kolonie, waar ze in contact komen met de inheemse bevolking, onder leiding van Boumbala. Zij redden de stam van een rondsluipende tijger. Boumbala stelt hen draagstoelen ter beschikking waarna ze dieper doordringen in de jungle en het gebied der Jambaba's bereiken. De dragers willen dan niet verder en keren terug. Hier vinden ze Arthur, de vliegende aap, maar die blijkt nogal schuw te zijn en moeilijk te vangen.

Terwijl ze naar een oplossing zoeken om Arthur te vangen, ontvangen ze een dreigbrief van Serpentos, dat ze onmiddellijk het gebied moeten verlaten. Uiteraard doen ze dat niet, maar gaan op onderzoek uit. Lambik wordt hierbij gehypnotiseerd door de slang Kanga, die van Serpentos via een zender opdrachten krijgt. Lambik wordt kwaadaardig en schiet Wiske neer met een geweer. Suske, die buiten zichzelf is van verdriet, wordt aangevallen door Kanga. Maar hij wordt gered door een negermeisje, genaamd Banana, dat een cactusblad gooit op de slang, die hierdoor lek raakt. De slang wordt even later door Serpentos "genezen" door als een fietsband geplakt te worden. Er zat alleen maar kruit in het geweer, dus Wiske is alleen tijdelijk bewusteloos.

Banana vertelt dat zij vroeger koningin der Jambaba's was. Haar troon bevond zich in een tempel boven op een rots, waartoe zij als enige de geheime ingang kent. Er bevindt zich in de tempel ook een grote schat, die Serpentos wil hebben. Hiertoe hitst hij de Jambaba's tegen haar op, zodat zij moet vluchten. Met de hulp van Lambik worden Suske en Wiske door de Jambaba's, die uiteraard kannibalen zijn, gevangengenomen en in een ketel met heet water boven een vuur geplaatst. Banana weet te ontsnappen. Maar dan laat Serpentos ook Lambik in de ketel belanden, waardoor de hypnose wordt verbroken. Banana redt het drietal door een tunnel te graven tot onder de ketel en met een blikopener de bodem ervan te verwijderen.

Hierna weten ze Arthur te vangen, waarna er een vreugdevolle ontmoeting tussen Lambik en zijn broer plaatsvindt als hij eindelijk wordt herkend. Later worden Suske, Wiske en Banana door Serpentos op een drijvend beeld gezet. Dat zinkt, zodat ze krokodillenvoer worden. Ze worden door Arthur gered. Om te beletten dat de 3 kinderen de tempelrots bereiken, deinst Serpentos er niet voor terug ze met een mitrailleur te doorzeven. Lambik en Arthur vinden de lijken, maar later zien ze dat die niet echt zijn. De kinderen zijn dus ontkomen. Als ze na nog meer avonturen, bijvoorbeeld met vleesetende planten, uiteindelijk in de tempel aankomen, vinden ze daar de troon van Banana. Maar Arthur is gehypnotiseerd door Serpentos en vliegt met hem naar de tempel. Tante Sidonia is hen achterna gereisd in een helikopter en zij weet uiteindelijk Serpentos en de slang Kanga te overmeesteren samen met Putifar. De dorpelingen luisterden niet meer naar Serpentos, omdat ze de muziekezel Putifar aanbaden. Dan blijkt Banana het negermeisje te zijn dat Arthur al die tijd zocht, en ze wordt weer koningin.

Arthur laat de Selderum aeroplanis zien en Lambik drinkt van de plant. De beide broers vliegen en vangen Serpentos en Kanga, die er met Putifar vandoor zijn gegaan. De dorpelingen onderwerpen zich weer aan Banana, en Arthur blijft achter als tempelhoeder. De vrienden nemen de speciale plant mee naar huis, en ook Kanga en Serpentos gaan mee op de boot. Maar dan blijkt dat Putifar de hele plant heeft opgegeten, en de ezel vliegt van de boot. Serpentos krijgt genade en wordt bewaker in de dierentuin bij Kanga de slang.

Achtergronden bij het verhaal

bewerken
  • Dit is het eerste album waarin professor Barabas opvallend afwezig is. De personages maken ook gebruik van vliegtuigen en helikopters, terwijl Barabas over de Gyronef beschikt.
  • Dit is het eerste album waarin de personages naar Afrika reizen.
  • Ook wordt Wiske voor het eerste keer jaloers op een meisje (Banana) dat verliefd wordt op Suske. Haar jaloezie zou in latere albums nog een grote rol spelen.
  • Tante Sidonia danst met een zwarte de jitterbug, een dans die eind jaren 40 vanuit de VS naar Europa kwam overwaaien.
  • "Selderum aeroplanis" is een woordspeling: "selderum" verwijst naar selderie en "aeroplanis" is verwant met het Engels "aeroplane" (vliegtuig).

Uitgaven

bewerken
Publicaties
Krant of tijdschrift Nummer Publicatiedatum Voorganger Opvolger
De Nieuwe Standaard / Het Nieuwsblad 4 28 september 1946 - 12 februari 1947 De sprietatoom De zwarte madam
Albumuitgaven
Stripreeks of collectie Nummer Eerste druk Voorganger Opvolger
Vlaamse ongekleurde reeks 2 1948 Op het eiland Amoras De sprietatoom
Gezamenlijke tweekleurenreeks 65 juli 1966 De snorrende snor De dulle griet
uitgave VeDeKa koffie 1966
Vierkleurenreeks 87 december 1968 Tedere Tronica De tamtamkloppers
Strip klassiek 3 juni 1981 Op het eiland Amoras De sprietatoom
In de ban van Willy Vandersteen 2 mei 1984
Suske en Wiske Collectie 6 1988
Groot formaat uitgave 1991
Rode klassiek reeks 4 10 juni 1993 De sprietatoom De zwarte madam
Stripfestival Middelkerke 1997
Originele Verhalen 2 1998
Lambik Trilogie 20 december 2003
uitgave VUM-groep 2 11 februari 2005 Op het eiland Amoras De sprietatoom
Witte reeks 17 4 december 2018 De apenkermis Lambiorix
Anderstalige uitgaven
Taal Reekstitel Albumtitel Datum Opmerkingen
Duits Ulla und Peter Der fliegende Affe februari 1953 - ? publicatie in Dalla
Frans Bob et Bobette Le singe volant juli 1966 Tweekleuren Reeks
Frans Bob et Bobette Le singe volant december 1968 Vierkleuren Reeks
Zweeds Finn & Fiffi Den flygande apan ?
Taiwanees Dada & Beibei ? 1992

Achtergronden bij de uitgaven

bewerken
  • De publicatie in De Nieuwe Standaard begon met een aankondiging van 2 stroken op 28 september 1946, waarna het verhaal volgde in 220 stroken van 30 september 1946 tot en met 12 februari 1947.
  • Het verhaal is in 1948 als nummer 2 in de Vlaamse ongekleurde reeks uitgebracht, nog voor De sprietatoom, dat eerder was gepubliceerd.
  • Het verhaal is in 1966 als nummer 65 in de gezamenlijke tweekleurenreeks uitgebracht. Voor deze versie is het geheel hertekend naar de stijl van de figuren van die tijd. Ook is een rode steunkleur aangebracht en is de taal omgewerkt tot het Standaardnederlands.
  • In 1968 verscheen de hertekende versie van het verhaal volledig in kleur als nummer 87 in de vierkleurenreeks.
bewerken