Echium candicans

Plant uit het geslacht Echium (Slangenkruid)

Echium candicans is een meerjarige plant uit de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae), die endemisch is op het Portugese eiland Madeira.

Echium candicans
Echium candicans
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Lamiiden
Orde:Boraginales
Familie:Boraginaceae (Ruwbladigenfamilie)
Geslacht:Echium
Soort
Echium candicans
L.f. (1782)
habitus
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Echium candicans op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De plant kan tot 2,5 meter hoog worden en is de grootste Echium-soort op Madeira. Hij komt vooral voor in het Laurisilva, het oorspronkelijke laurierbos op Madeira en de Canarische Eilanden.

Naamgeving en etymologie

bewerken
  • Synoniem: Echium fastuosum J.Jacq.
  • Engels: Pride of Madeira
  • Frans: Vipérine de Madère
  • Duits: Madeira- Natternkopf ( adderkop, omdat de bloemblaadjes op slangentongen lijken)
  • Portugees: Massaroco

Over de herkomst van de botanische naam Echium is discussie, zie daarvoor het artikel over Echium. De soortaanduiding candicans komt uit het Latijn en slaat op de witte beharing.

Kenmerken

bewerken

Echium candicans is een twee- of meerjarige plant. In het eerste jaar produceert de plant een breed bladrozet van tot 20 cm lange, lang ovale tot lancetvormige bladeren. Vanaf het tweede jaar ontwikkelen zich meerdere, tot 2,4 m hoge, deels verhoutte bloemstengels bezet met ruwe stengelbladeren. De hele plant is bezet met een donzige witte beharing.

De kegelvormige bloemtrossen worden tot 45 cm lang en dragen honderden tot 1 cm lange buisvormige, blauwe of zelden roze of witte bloemen tussen lange, smalle schutbladen. De meeldraden zijn roze gekleurd. De bloemen worden bestoven door bijen en vlinders.

De plant bloeit in de zomermaanden.

Habitat en verspreiding

bewerken

Echium candicans komt voor op open of licht beschaduwde plaatsen langs de kustlijn en in het Laurisilva (laurierbos) van het noorden van het eiland Madeira.

De plant is omwille van zijn decoratieve waarde ondertussen wereldwijd verspreid en wordt onder andere in Nieuw-Zeeland en Australië als een invasieve exoot beschouwd.