Manenduif

vogelsoorten

De manenduif (Caloenas nicobarica) is een soort uit de familie van de duiven en komt voor in Zuid- en Zuidoost-Aziatische landen als India, Thailand, Myanmar, Maleisië, Indonesië, de Filipijnen, Papoea-Nieuw-Guinea, maar ook op de Salomonseilanden en Palau.

Manenduif
IUCN-status: Gevoelig[1] (2020)
Manenduif
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Columbiformes (Duifachtigen)
Familie:Columbidae (Duiven)
Geslacht:Caloenas
Soort
Caloenas nicobarica
(Linnaeus, 1758)
Manenduif
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Manenduif op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

Algemeen

bewerken

De manenduif is een vrij grote duivensoort van zo'n 30–40 cm lang. Het verenkleed is voornamelijk groen, grijs en blauw van kleur met wat rood erdoorheen. Er zijn twee ondersoorten bekend van de manenduif. De C. nicobarica nicobarica is de meeste voorkomende ondersoort. De C. nicobarica pelewensis komt alleen voor op Palau, waar nog zo'n 1000 exemplaren van deze soort leven. Als gevolg van ontbossing en jacht op de veelkleurige vogel lopen hun aantallen terug. Het DNA van de manenduif komt sterk overeen met de inmiddels uitgestorven dodo. De manenduif is daarmee de meest naaste levende verwant van de dodo.

Taxonomie

bewerken

Het geslacht neemt binnen de familie van de duiven en tortelduiven een uitzonderlijke positie in. Het onderstaand cladogram, gebaseerd op onderzoek aan het mitochondriaal DNA, laat zien hoe de manenduif verwant is met een aantal endemische, grond bewonende duiven, inclusief de uitgestorven dodo.[2]




Kroonduiven (Goura)






Manenduif (Caloenas nicobarica)




Rodriguessolitaire (Pezophaps solitaria)



Dodo (Raphus cucullatus)








Tandduif (Didunculus strigirostris)



Verspreiding en leefgebied

bewerken

De manenduif komt in Azië voor op beboste eilanden van de Andamanen en Nicobaren in India, tot de eilanden in Indonesië en de Filipijnen. Buiten Azië komt de soort alleen voor op de Salomonseilanden en Palau.

De soort telt twee ondersoorten:

Voedsel

bewerken

De manenduif scharrelt op de grond van bossen naar zijn voedsel dat bestaat uit zaden, bessen en insecten.

Voortplanting

bewerken

De broedkolonies van de manenduif kunnen uit wel duizenden exemplaren bestaan. Ze bouwen hun nesten in de bomen tot maximaal zo'n 12 meter hoog. De manenduif legt 1 ei, dat door beide ouders uitgebroed wordt. Dit duurt zo'n 30 dagen. Na zo'n 70 tot 80 dagen kan het jong voor zichzelf zorgen.