Wiltenburg (Utrecht)
De Wiltenburg werd verschillende malen vermeld als naam van een vroegere burcht in de huidige Nederlandse stad Utrecht of directe omgeving daarvan. De naam Wiltenburg werd soms ook genoemd als voormalige plaatsnaam van Utrecht of het iets zuidelijker gelegen Vechten, of als de naam van een goed aldaar.
Enkele geschreven bronnen
bewerkenDe naam Wiltenburg, of eigenlijk Uiltaburg, werd vermeld rond 730 door de Angelsaks Beda. Het was volgens hem een beroemde burcht, de naamstelling van de burcht afkomstig uit het oude taalgebruik en het was de stad van de Wilten.[1]
Ook anderen zouden over de Wiltenburg schrijven zoals de uit Utrecht afkomstige missionaris/ bisschop Liudger, die rond het eind van de 8e eeuw een hagiografie over Gregorius van Utrecht opstelde. Hierin gaf Liudger aan dat Utrecht met een andere naam Wiltaburg werd genoemd.[2][3]
De naam Viltaburg met eenzelfde beschrijving als Beda erover gaf, komt ook voor in de 9e-eeuwse[4] zogeheten Gesta abbatum Fontanellensium.[5] De tekstovername liet men betrekking hebben tot Maastricht.
Melis Stoke schreef omstreeks 1300 in de Rijmkroniek van Holland: "tlant beneden Nimaghen wilen Nederzassen hiet". Een "wreet volc ende sterc" woonde hier en hun hoofdstad heette Wiltenborch. Die Nederzassen kwamen volgens Stoke rond 370 n.Chr. in opstand tegen keizer Valentinianus I maar werden verslagen. "Die Nederzassen heten nu Vriezen" en Willibrord "quam tUtrecht dat Wiltenborch hiet tevoren", schreef Stoke nog daarbij.[6]
Johannes de Beke verhaalde in circa 1340 dat Valentinianus het kasteel Wiltenburch vernielde en de Friezen bedwong.[7]
In 1757 werd een boek uitgegeven van Valentyn Blondeel over de geschiedenis van Utrecht. In dat boek zegt Blondeel een uittreksel te geven van een 13e-eeuws manuscript dat door domkanunnik Rudolf van Stoutenburg was geschreven, die zich op zijn beurt gebaseerd zou hebben op een, ook verloren gegaan, memorieboek van het Utrechtse domkapittel. Van Stoutenburg zou geschreven hebben dat rond 200 n.Chr. een Vorst der Vriezen een kasteel had gebouwd wat de naam Wiltenburg kreeg en het zou de oorsprong van Utrecht gaan vormen. Keizer Valentinianus veroverde het kasteel, maar de Friezen en Saksen wisten het te heroveren, waarna de Friezen het kasteel en de stad herstelden en versterkten.[8]
Situering
bewerkenDe locatie voor de Wiltenburg werd in de loop van de geschiedenis geplaatst in of bij het (voormalig) Romeinse castellum Traiectum, de huidige Utrechtse binnenstad.[9][10] Daarbij wordt voor de burcht ook gedacht aan de locatie in of bij het castellum Fectio in het nabijgelegen Vechten.[11][12] In de 17e-eeuwse atlas Toonneel des Aerdrycks van Willem en Joan Blaeu staat een korte beschrijving over het slot Wiltenburg en wordt de burcht op kaarten gesitueerd binnen de driehoek tussen Vechten, Wulven en Houten,[13] in de buurt van het huidige bos Nieuw Wulven.
Volgens de historicus Cornelis Dekker dient de Wiltenburg ter hoogte van het castellum Fectio gelokaliseerd te worden. In de middeleeuwen bevond zich hier een ruim 47 morgen groot goed onder de noemer Wiltenburg of ook wel kortweg burg.[14] Er was ook een gerecht Wiltenburg volgens Dekker.
Trivia
bewerken- Wiltenburg wordt genoemd in de sage Odins stad.
-
Gezicht op het terrein bij Vechten waarop het kasteel Wiltenburg heeft gestaan
-
Stad Utrecht - Wiltenburg uit Atlas Schoemaker
- C.J.C. Broer en M.W.J. de Bruijn (1997), Antonina, Wiltenburg, Traiectum, in: Jaarboek Oud-Utrecht 1997, p. 98-124, Casparie, ISBN 90-71108-15-5.
- C. Dekker (1983), Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen. Een institutioneel-geografische studie, De Walburg Pers, ISBN 9060112288.
- ↑ Beda, Historia ecclesiastica gentis Anglorum, boek 5, hoofdstuk 11 (Engelse vertaling)
- ↑ Liudger, Vita Gregorii abbatis Traiectensis, editie O. Holder-Egger (1887), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores (in folio), 15 deel 1, p. 75
- ↑ Maar zie ook de duidingen van C.J.C. Broer en M.W.J. de Bruijn, en C. Dekker over de tekst in de hagiografie.
- ↑ M. Chibnall (1976), Charter and Chronicle: The use of archive sources by Norman historians, in: C.N.L. Brooke, C.R. Cheney, D. Luscombe, Church and Government in the Middle Ages, p. 2, Cambridge University Press, ISBN 9780521211727
- ↑ Gesta abbatum Fontanellensium, Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Germanicarum in usum scholarum separatim editi, 28, p. 21
- ↑ Instituut voor Nederlandse Geschiedenis: Rijmkroniek van Holland, handschrift A, regel 42-57, 76, 112-113
- ↑ J. de Beke, Chronographia Johannis de Beka, vertaald eind 14e eeuw door een anonieme "Utrechter" als Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Hollant, hoofdstuk II en III [1]
- ↑ V.J. Blondeel (1757), Beschryving der stad Utrecht, behelzender derzelvder opkomst en voornaamste lotgevallen, hoofdstuk III, Hermannus Besseling, Utrecht
- ↑ Beda
- ↑ Op de zogeheten Domtafelen (I Tabula) die tot 1674 in de Dom van Utrecht hingen. Deze tafelen zijn vermoedelijk gemaakt in de late middeleeuwen
- ↑ Zoekindex Instituut voor Nederlandse Geschiedenis: Wiltenburg
- ↑ D.P. Blok (3e druk 1979), De Franken in Nederland, p. 45, Unieboek, Bussum, ISBN 9022837394
- ↑ Zesdelige Leidse editie, eerste deel, kaart 267 (Wiltenborch), kaart 273 (Wiltenburch) en tekst 272 (Wiltenburg)
- ↑ C. Dekker, p. 75-80 en 305.