Een heks op een heksenbezem (silhouet)
  • hek·sen·be·zem
enkelvoud meervoud
naamwoord heksenbezem heksenbezems
verkleinwoord heksenbezempje heksenbezempjes

de heksenbezemm

  1. (mythologie), (magie) magische bezem waarop heksen [1] worden verondersteld te kunnen vliegen
  2. (plantkunde) door een zwam veroorzaakte woekering in de takken van gezonde bomen