• ver·voer·mid·del
enkelvoud meervoud
naamwoord vervoermiddel vervoermiddelen
verkleinwoord vervoermiddeltje vervoermiddeltjes

het vervoermiddelo

  1. (verkeer) voorwerp bestemd om personen of goederen naar een andere plaats te brengen
    • De auto is hedendaags een populair vervoermiddel. 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]