Jean de Lattre de Tassigny
Jean Joseph Marie Gabriel de Lattre de Tassigny (Mouilleron-en-Pareds (Vendeé), 2 februari 1889 – Parijs, 11 januari 1952) was een Franse generaal en voerde het bevel over het Franse Eerste Leger tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Vroegere carrière
De Lattre bezocht de Collège Saint Joseph in Poitiers, van 1898 tot 1904 de marineacademie en van 1908 tot 1911 de École Spéciale Militaire de Saint-Cyr. Daarna bezocht hij in 1912 de School voor Cavalerie in Saumur. Hij nam deel aan de Eerste Wereldoorlog en raakte twee keer gewond. Na de Eerste Wereldoorlog diende hij als officier in het Franse hoofdkwartier tijdens de Rifoorlog. De Lattre kwam in 1932 bij het hoofdkwartier van generaal Maxime Weygand (Weygand had de keuze tussen Charles de Gaulle en De Lattre en koos voor De Lattre vanwege zijn hogere rang en eretekens) en diende toen in het hoofdkwartier van een infanterieregiment in Metz. In 1935 was hij hoofd van de École Spéciale Militaire de Saint-Cyr . Tussen 1937 en 1938 was hij hoofd van de chef-staf van de gouverneur van Straatsburg. Op 23 maart 1939 was hij de jongste brigadegeneraal in de Franse geschiedenis.
Tweede Wereldoorlog
Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog voerde De Lattre het bevel over de 14de Infanteriedivisie aan de Aisne tot aan de wapenstilstand met de Duitsers. Hij won een kleine slag in Rethel waar een Duitse officier gezegd had dat het Franse verzet klein was net als de Slag om Verdun.
De Lattre bleef in actieve dienst en werd bevelhebber van de Vichy-Franse troepen in de 13de Militaire Regio in Clermont-Ferrand. Daarna voerde hij in 1941 het bevel over de Vichy-Franse troepen in Tunesië. Hij nam in 1942 het bevel over de 16de Divisie, maar begon een anti-Duitse troepenmacht te organiseren dat leidde tot zijn arrest en veroordeling tot tien jaar gevangenisstraf. Hij ontsnapte en vluchtte naar Algiers waar hij het bevel overnam van het French Army B. French Army B was een van de twee legers in het Southern Group of Armies beter bekend als de U.S. 6th Army Group die opgericht was voor een invasie in Zuid-Frankrijk (Operatie Dragoon). Het andere leger was de US Seventh Army onder bevel van Alexander M. Patch. Voor de invasie in Zuid-Frankrijk landde delen van het leger van De Lattre op Corsica. Daarna landde De Lattre op 16 augustus 1944 in de Provence en begonnen zijn troepen met de bevrijding van Frankrijk. Op 25 september 1944 werd French Army B omgevormd in het Franse Eerste Leger. Het leger stak de Vogezen na hevige gevechten over. Daarna namen de mannen van De Lattre Belfort in en toen liet De Latrre zijn leger halt houden en liet de Duitsers toe om de Zak van Colmar te creëren. Tijdens december 1944 mislukte De Lattre’s pogingen om Colmar in te nemen, maar was wel in staat om in januari en februari 1945 de zak te laten bezwijken na de succesvolle verdediging van Straatsburg.
Door de aanmoediging van Charles de Gaulle werden de leden van de Résistance die door willen vechten ingelijfd bij het Franse Eerste Leger van De Lattre. Na de bevrijding van Frankrijk trok het Franse Eerste Leger Duitsland in. In Duitsland telde het leger 300.000 man en nam Karlsruhe, Ulm en Stuttgart in, trok daarna over de Donau richting Oostenrijk. Op 8 mei 1945 ondertekende De Lattre te Berlijn, als vertegenwoordiger van Frankrijk, het protocol van de algemene Duitse capitulatie. De Lattre trad ook toe tot de Geallieerde Controleraad als vertegenwoordiger van Frankrijk.
Na de Tweede Wereldoorlog
Tussen december 1945 en maart 1947 was de Lattre inspecteur général en chef d’État-major général de l’armée. In maart 1947 werd hij inspecteur général de l’armée en inspecteur général des forces armées. Van oktober 1948 to december 1950 was De Lattre opperbevelhebber van alle strijdkrachten in West-Europa in Fontainebleau.
Tussen 1950 en 1952 voerde De Lattre het bevel over de Franse troepen tijdens de Eerste Indochinese Oorlog en was daarnaast Hoge Commissaris. Hij won drie grote slagen bij Vinh Yen, Mao khé en Yen Cu Ha en verdedigde met succes het noorden van Indo-China tegen de Viet Minh. Zijn enige zoon Bernard de Lattre de Tassigny sneuvelde tijdens de oorlog in actie. In 1951 keerde De Lattre door ziekte terug naar Parijs waar hij later stierf. Hij werd in 1952 postuum gepromoveerd tot Maarschalk van Frankrijk.
Decoraties
- Grootkruis van de Légion d'honneur
- Companion of the Liberation (decreet 20 November 1944)
- Médaille Militaire
- Croix de guerre 1914-1918 (8 eervolle vermeldingen)
- Croix de guerre 1939-1945
- Croix de guerre des Théatres d'Opérations Exterieures (3 eervolle vermeldingen)
- Médaille des Evadés
- Gold Medal of Physical Education
- Gold Medal of Public Health
- Military Cross (UK)
- Ridder Grootkruis van de Order of the Bath (UK)
- Distinguished Service Medal (US)
- Legioen van Verdienste (US)
- Orde van Suvorov (USSR)
- Grootkruis van de Leopoldsorde (België)
- Croix de Guerre (België)
- Grootkruis van de Orde van de Witte Leeuw (Tsjechoslowakije)
- Tsjechoslowaaks Oorlogskruis (Tsjechoslowakije)
- Grootkruis van de Orde van Sint-Olaf (Noorwegen)
- Ridder Grootkruis van de Orde van Oranje-Nassau (Nederland)
- Virtuti Militari (Polen)
- Grootkruis van de Orde van de Dannebrog (Denemarken)
- Commander of the Brazilian Order of Merit
- Grootkruis van de Orde van de Bevrijder Generaal San Martin (Argentinië)
- Orde van Militare Verdienste, wit (Cuba)
- Medaille van Militare Verdienste (Mexico)
- Grootkruis van Orde van Militaire Verdienste (Chili)
- Grootkruis van de Koninklijke Orde van Cambodja
- Grootkruis van de Nationale Orde van Vietnam
- Grootkruis van de Orde van een Miljoen Olifanten (Laos)
- Grand Cross of the Orde van de Witte Parasol (Laos)
- Sherefian Merit Medaille (Marokko)
- Grootkruis van de Orde van Ouissam Alaouite (Marokko)
- Grootkruis van de Orde van Bloed (Tunisië)
- Grootkruis van de Orde van Zwarte Ster (Benin)
Bronnen
- Première Armée Française. Ordres du jours et Messages, Strasbourg, 1945
- Textes du général de Lattre de Tassigny, Paris, 1947
- Histoire de la 1re Armée française, édition Plon, 1949.
- Général de Lattre, la victoire à Berlin 1945, Paris 1949
- Œuvres Libres, Paris 1949
- Ne pas subir - Écrits 1914-1952, Paris 1984
- Reconquérir: 1944-1945. Textes réunis et présentés par Jean-Luc Barre, Plon, 1985