Chandragupta Maurya
Chandragupta Maurya (Sanskriet: चन्द्रगुप्त मौर्य; (the conversion of the name Chandragupti in the devanagari writing looks wrong but is not; the devanagiri could be read as Chandragusa in stead of Chandragupta, however the devanagiri text is so small that mistaken reading is easily done). Grieks: Sandrocottus of Androcuttus; geboren rond 340 v.Chr., regeerde van 322 - 293 v.Chr.[1] [2]) was de stichter van het naar hem genoemde Mauryarijk en wordt beschouwd als de eerste keizer van een grotendeels verenigd India.[3]
Chandragupta's rijk strekte zich uit over Bengalen en de Indiase vlakte in het noorden en oosten, Afghanistan en Baluchistan in het westen, Kasjmir in het noorden en de Dekan in het zuiden.
Bronnen
Er zijn relatief veel bronnen over Chandragupta bewaard gebleven omdat zowel boeddhistische teksten over zijn kleinzoon Asoka als Griekse teksten hem beschrijven. Zijn adviseur Chanakya schreef een werk over staatsrecht en ethiek, de Arthashastra, dat ook als bron wordt gebruikt. Een andere bron is Megasthenes, ambassadeur van het (Griekse) Seleucidenrijk aan het hof van Chandragupta.
De 9e eeuwse schrijver Vishakhadatta schreef een toneelstuk over Chandragupta's leven, Mudrarakshasa.
Afkomst en jeugd
In die tijd was Noord-India verdeeld over honderden kleinere en grotere koninkrijkjes. In het westen, de Indusvallei, Afghanistan en Baluchistan, lag het rijk van Alexander de Grote, in de Indiase satrapieën werden na diens dood in 323 v.Chr. nog steeds bestuurd door door hem aangestelde gouverneurs. Deze diadochen waren in een jarenlange strijd gewikkeld om wie het grootste deel van het rijk kon innemen. Verder naar het oosten lag het Nanda-rijk, dat het huidige Bengalen en een deel van de Gangesvlakte besloeg.
Het is niet duidelijk waar Chandragupta vandaan kwam of wat zijn achtergrond was. Meestal wordt gedacht dat hij uit Magadha kwam, waar hij een onechte zoon was van een lokale heerser, misschien een lid van de Nandadynastie.[4] Dit is in overeenstemming met oude Indiase teksten als de Vishnu Purana, waarin Chandragupta een zoon is van prins Maurya en een dienstmeid genaamd Mura.
Plutarchus meldt dat Chandragupta in zijn jeugd Alexander de Grote ontmoette.[5] Als dit waar is moet de ontmoeting rond 326 v.Chr. hebben plaatsgevonden in de buurt van Taxila. In dat geval zou Chandragupta rond 340 v.Chr. geboren moeten zijn.
In de klassieke bronnen bevond Chandragupta zich aan het hof van de Nandakoning Dhana Nanda in Paliputra (tegenwoordig Patna), waar hij de woede van de koning op zijn hals haalde en moest vluchten.[6] Hij stelde een legertje samen van avonturiers en andere vijanden van de Nanda's. Hij werd hierbij geholpen door zijn adviseur Chanakya. Chandragupta sloot een verband met koning Parvatka in de Himalaya, deze koning wordt meestal geïdentificeerd als Porus.[7] Met het aldus gevormde leger wist Chandragupta rond 320 v.Chr. Paliputra in te nemen, waarna hij afrekende met Dhana Nanda en zelf koning werd.[8] Dit moet gebeurd zijn rond 322-321 v.Chr..
Stichting van het Maurya-rijk
Met de hulp van zijn adviseur Chanakya begon Chandragupta daarna zijn gebied uit te breiden, tot het heel Noord-India en een aantal aangrenzende gebieden zou bevatten. Hij maakte gebruik van de militaire structuur die de Nanda's hadden achtergelaten en richtte zijn aandacht nu op het westen. Hij beschikte permanent over een eigen regiment 'Indiase Amazonen', dat geheel uit vrouwelijke krijgers bestond, die enkel rechtstreeks aan zijn bevel gehoorzaamden, en hem steeds bij zijn veldtochten vergezelde[9]. Na de dood van Porus in 317 v.Chr. en het vertrek van de Griekse satrapen Eudemus en Peithon in het volgende jaar lijfde hij de gebieden rond de Indus bij zijn rijk in. Twee andere Griekse gouverneurs werden in opdracht van Chandragupta vermoord.[10] De Griekse satrapen waren gewikkeld in een machtsstrijd om wat over was van het rijk van Alexander de Grote en het kan zijn dat Chandragupta weinig moeite heeft moeten doen om hun gebieden te annexeren.
Chandragupta zette zijn veroveringen door naar de monding van de Indus en vervolgens naar het zuiden. Hij regeerde nu over een gebied van de Golf van Bengalen tot de Arabische Zee.
In 305 v.Chr. viel Seleucus I Nicator, de diadoch die inmiddels over een groot deel van Alexanders oude rijk heerste, India binnen. De strijd verliep echter slecht voor de Grieken en men besloot te onderhandelen. Dit leidde tot vrede tussen de Maurya- en Seleucidenrijken. Chandragupta trouwt een dochter van Seleucus en krijgt grote delen van Zuid-Afghanistan, Baluchistan en Gandhara toegewezen. Seleucus kreeg van Chandragupta 500 olifanten, die hem later van pas zouden komen in de slag bij Ipsus. [11] [12] [13]
Seleucus zond zijn ambassadeur Megasthenes naar het hof van Chandragupta in Paliputra. Seleuces en Chandragupta stuurden elkaar later regelmatig cadeaus om hun vriendschap te uiten.
Jaïnisme en dood
Tegen het einde van zijn leven gaf Chandragupta zijn troon op ten gunste van zijn zoon Bindusara. Hij was een volgeling van de jaïnistische goeroe Bhadrabahu Swami geworden en bracht zijn laatste jaren in Shravanabelagola (Karnataka) door met mediteren en vasten. Een klein tempeltje staat tegenwoordig op de plek waar hij volgens de overlevering gestorven is. Ashoka, een volgende legendarische keizer van het Indische rijk, was zijn kleinzoon.
- ↑ Kulke, Hermann, Rothermund, Dietmar (1998). A History of India, 3e druk. Routledge, London. ISBN 0-415-15481-2, pp. 59.
- ↑ Kulke & Rothermund 1998: p. 62
- ↑ Boesche, Roger (January 2003). Kautilya's Arthaśāstra. The Journal of Military History 67 (1): 9–37. ISSN 0899-3718.
- ↑ Biografie van Chandragupta Maurya (Engels)
- ↑ Plutarchus 62-3
- ↑ Trautmann, Thomas R. (1971). Kauṭilya and the Arthaśāstra: A Statistical Investigation of the Authorship and Evolution of the Text. E.J. Brill, Leiden, "The Cāṇakya-Candragupta-Kathā".
- ↑ John Marshall Taxila, p. 18
- ↑ Junianus Justinus XV.4.15
- ↑ Michael Wood, The story of India, Aflevering 2: The power of ideas, Canvas (televisie), 28 oktober 2007
- ↑ Radha Kumud Mookerji, Chandragupta Maurya and His Times, 4e druk (Delhi: Motilal Banarsidass, 1988 [1966]), 31, 28–33.
- ↑ Strabo 15.2.1(9)
- ↑ Appianus, Historica, Syriaca 55
- ↑ Junianus Justinus XV.4.15