Naar inhoud springen

Zeegroene ganzenvoet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door AnnabelsBot (overleg | bijdragen) op 28 jan 2012 om 12:26. (Spelling)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Zeegroene ganzenvoet
Zeegroene ganzenvoet
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Geavanceerde tweezaadlobbigen
Orde:Caryophyllales
Familie:Amaranthaceae (Amarantenfamilie)
Geslacht:Chenopodium (Ganzenvoet)
Soort
Chenopodium glaucum
L. (1753)
Aan de oever van de Elbe.
Zaden
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Zeegroene ganzenvoet op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De zeegroene ganzenvoet (Chenopodium glaucum) is een eenjarige plant uit de amarantenfamilie (Amaranthaceae). De soort komt van nature voor in Eurazië.

Tekening van de zeegroene ganzenvoet.

Beschrijving

De zeegroene ganzenvoet is een kruipende plant die 10-50 (120) cm groot wordt. De meestal kruipende, geribde stengels zijn purperrood. De elliptische, gegolfde of gegolfdtandige bladeren zijn van boven glanzend donker grijsgroen en van onderen bijna geheel bedekt met een grijzige melige beharing. De bladsteel is 5-10 mm lang en de bladschijf 2-4 cm lang en 0,6-2 cm breed. De duidelijk aanwezige middennerf is geelgroen.

De soort bloeit van juni tot in de herfst. De geelgroene bloemen zitten in onbehaarde bloemkluwens, die in ook onbehaarde trossen of smalle pluimen zitten. Er zijn zowel tweeslachtige als alleen vrouwelijke bloemen. Het lichtgroene bloemdek heeft 3-5 punten. De 1-2 meeldraden steken niet boven het bloemdek uit en hebben twee helmhokjes. De twee stempels zijn zeer kort.

De vrucht is een nootje met een geelwitte vruchtwand. De donkerbruine of roodbruine, kogelvormige zaden zijn 0,6-1,1 mm groot. Op de zaadhuid zitten fijne puntjes of een netvormige adering.[1]

Standplaats

De zeegroene ganzenvoet komt voor op vochtige, stikstofrijke grond, aan wegranden en op mesthopen en op droogvallende uiterwaarden.

Systematiek

Chenopodium glaucum werd in 1753 door Carolus Linnaeus in Species Plantarum 1, p. 220 beschreven. Synoniemen zijn:

  • Blitum glaucum (L.) W.D.J.Koch,
  • Orthosporum glaucum Peterm..
  • Chenopodium ambiguum R.Br.,
  • Chenopodium littorale Moq.,

Er worden enkele ondersoorten of variëteiten beschreven.

Etymologie

Naam: De naam “Ganzenvoet” is zichtbaar ontleend aan de vorm van het blad. Daarbij is de “Zeegroene” nader onderscheiden door de basiskleur van het blad. Het woord “Chenopodium” is letterlijk samengesteld uit het Griekse “Chèn” voor “gans” en “pous” voor “voet”. Daarbij komt dan nog “glaucum” voor de “blauwgroene” of “zeegroene” kleur.

Namen in andere talen

  • Duits: Graugrüner Gänsefuß
  • Engels: Oak-leaf goosefoot
  • Frans:Chénopode glauque

Bronnen

  • Gelin Zhu, Sergei L. Mosyakin & Steven E. Clemants: Chenopodiaceae in der Flora of China, Volume 5, S. 379: Chenopodium glaucum - Online. (Beschrijving en systematiek)
  • Steven E. Clemants & Sergei L. Mosyakin: Chenopodium in der Flora of North America, Volume 4, S. 283: Chenopodium glaucum - Online. (Beschrijving en systematiek)
  • Rothmaler: Exkursionsflora von Deutschland, Band 4 Kritischer Band, Volk und Wissen, Berlin 1990.