Naar inhoud springen

Louise Marie Adélaïde van Bourbon

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RedBot (overleg | bijdragen) op 21 jun 2012 om 08:02. (r2.7.2) (Robot: gewijzigd: it:Luisa Maria Adelaide di Borbone-Penthièvre)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Hertogin Louise Marie Adélaïde van Bourbon

Louise Marie Adélaïde van Bourbon (Parijs, 13 maart 1753Ivry-sur-Seine, 23 juni 1821) was de moeder van de laatste Franse koning, Lodewijk Filips I, Koning der Fransen. Zij was de dochter en enige erfgenaam van de rijkste man van Frankrijk vóór de Franse Revolutie, Lodewijk Jan Maria van Bourbon, Hertog van Penthièvre.

Haar moeder was Maria Theresia van Modena, een kleindochter van Filips II van Orléans, de overgrootvader van haar man, Lodewijk Filips II van Orléans ook wel bekend als Philippe Égalité. Ze was het laatste lid en de uiteindelijke erfgename van de enorm rijke familie de Bourbon-Penthièvre.

Jonge leven

Marie Adélaïde werd geboren op 13 maart 1753 in het Hôtel de Toulouse in Parijs, een residentie, gebouwd in opdracht van haar grootvader Lodewijk Alexander van Bourbon, een onwettig kind van koning Lodewijk XIV van Frankrijk en diens beroemde maîtresse, Madame de Montespan.

Ze groeide op in de verschillende huizen en paleizen van haar vader en stond in haar jeugd bekend onder verschillende titels. Als klein kind stond ze bekend als Mademoiselle d’Ivoy. Als jonge volwassene en vlak voor haar huwelijk stond Marie Adélaïde bekend als Mademoiselle de Penthièvre. Na haar huwelijk met de Hertog van Chartres, kreeg zij de titel Duchesse de Chartres.

Toen haar schoonvader stierf op 18 november 1785 werd haar man het hoofd van de Hertogelijke familie van Orléans en kreeg hij de titel Eerste Prins van het Bloed, een titel die werd gegeven aan de persoon met de hoogste positie na de Koninklijke Familie (Frans: Premier Prince du Sang, Engels: First Prince of the Blood).

Broers en zusters

In 1744 trad haar vader in het huwelijk met Marie Thérèse Félicia d’Este van Modena (1726-1754), een dochter van Francesco III d'Este, de soevereine vorst van Modena en Reggio en diens vrouw hertogin Charlotte Aglaë van Orléans. Het was een erg gelukkig huwelijk en ze kregen meerdere kinderen. De kinderen uit het huwelijk waren:

Lodewijk-Filips II van Orléans, de man van Marie Adélaïde.
  • Jan Marie van Bourbon (1748-1755), hertog de Chateauvillain
  • Vincent Marie Lodewijk (1750-1752), comte de Guingamp
  • Marie Louise van Bourbon (1751-1753)
  • Louise Marie Adélaïde van Bourbon
  • Lodewijk Marie (geboren en gestorven in 1754).

Marie Adélaïde en haar broer Lodewijk Alexander waren de enige twee kinderen uit het huwelijk van hun ouders die hun jeugd overleefden.

Huwelijk en kinderen

Marie Adélaïde trad in het huwelijk met Lodewijk Filips, de latere hertog van Orléans. De trouwdag vond plaats in het Kasteel van Versailles, op 5 april 1769. Het paar kreeg zes kinderen, vier daarvan bereikten een volwassen leeftijd:

Ondanks de geboorte van een troonopvolger voor de hertogelijke troon, was het huwelijk geen succes en de Hertog gaf de voorkeur aan het gezelschap van zijn maîtresse, de Comtesse de Genlis.

De enorme rijkdom van het Huis van Bourbon-Penthièvre stond bekend in heel Frankrijk, tijdens de trouwdag ontving Marie Adélaïde een bruidsschat van 6 miljoen Livres en had ze een jaarlijks inkomen van 240.000 Livres (later werd dat zelf 400.000 Livres), de beroemde familie Bourbon-Penthièvre was in het bezit van grote delen land, vele titels, huizen, paleizen en ontelbare meubels, schilderijen etc.

De revolutie

In 1789 brak de Franse Revolutie uit. In 1792 zocht Marie Adélaïde toevlucht in het Château de Bizy met haar vader, de Hertog de Penthièvre. Tijdens de Franse Revolutie werden de leden van Orleans familie gescheiden. Haar man, die plotseling een revolutionair was geworden en dus de Franse Revolutie steunde tegen de aristocratie, was nu beter bekend als Philippe Égalité. Haar oudste zoon Lodewijk-Filips was in 1793 naar Oostenrijk gevlucht. Dit heeft ernstige gevolgen gehad voor de familieleden die nu met argwaan werden bekeken door de revolutionairen. Ondanks de steun die Philippe Égalité gaf aan de revolutie en de revolutionairen werd hij ter dood veroordeeld en geëxecuteerd op 6 november 1793. Haar enige dochter, prinses Eugénie van Orléans, werd lange tijd gevangengenomen, maar werd later vrijgelaten en ze vluchtte naar Zwitserland.

Marie Adélaïde en haar nog levende kinderen keerden terug naar Frankrijk in 1814 toen keizer Napoleon Bonaparte was verslagen. Tijdens de Bourbon Restauratie (1814-1815 en 1815-1830) hervatte ze haar oude positie aan het hof. Ze stierf op 23 juni 1821, aan de gevolgen van borstkanker. Ze leefde niet lang genoeg om haar oudste zoon te zien als koning der Fransen.