Naar inhoud springen

Du Croo & Brauns

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Spoorjan (overleg | bijdragen) op 16 jul 2022 om 20:45. (Externe link)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Du Croo & Brauns-stoomlocomotief

Du Croo & Brauns was de bedrijfsnaam van een, oorspronkelijk in 1906 door ir. Engelbert Adolf Du Croo opgerichte Nederlandse machinefabriek, mede bekend als fabrikant van smalspoormaterieel.

Het is een voortzetting/uitbreiding van zijn in Amsterdam, op het Damrak, gevestigd Technisch Im- en Exportbureau, dat gespecialiseerd is in draagbaar spoorwegmateriaal. In 1907 gaat Du Croo een samenwerking aan met zijn vroegere studiegenoot ir. Pieter Johan Christiaan Brauns wat leidt tot een vennootschap onder de firmanaam Du Croo & Brauns. In 1909 wordt de onderneming - dan al met een honderd medewerkers - omgezet in een nv met een maatschappelijk kapitaal van f 500.000 (in 1913 al uitgebreid tot f 1 miljoen, waarvan de helft volgestort), met een raad van commissarissen uit de Amsterdamse bankierswereld en enkele civiel ingenieurs. Het bedrijf richt een bedrijfsgebouw op aan de overzijde van het IJ, in Amsterdam-Noord, aan de Valkenweg, op erfpachtterrein. De onderneming groeit uit, er komt een filiaal, een dochtermaatschappij, te Londen. De koloniale markt is belangrijk: spoorstaven en ander smalspoormateriaal en bovenbouwonderdelen, hoofdzakelijk voor het vervoer van suiker en suikerriet. De eerste locomotieven zijn van Duitse makelij, J A Maffei, waarvan het bedrijf vertegenwoordiger is. Het bedrijf verkrijgt eigen octrooien op spoorgebied, o.a. een vaststelinrichting voor kipwagenbakken.

Expansie en terugval

In 1917 volgt de oprichting van een aparte, zelfstandige dochtermaatschappij, de NV Constructiewerkplaatsen, v/h Du Croo & Brauns in Weesp, onder directie van ir. A.G.P. Harting. Deze onderneming houdt zich bezig met de bouw van stoomlocomotieven. Overig materieel wordt gefabriceerd onder de merknaam DUCROBRA.[1] [2] De expansie leidt tot een enorme uitbreiding van het maatschappelijk kapitaal van de hoofdonderneming, tot f 10 miljoen in 1919. De onderneming te Weesp komt pas in 1921 in bedrijf en levert in 1923 zijn eerste locomotief. De eerste zeven jaar worden hier 200 loc's gebouwd. Ondertussen expandeert het moederbedrijf. In Nederlandsch-Indië komt in 1912 een agentschap te Surabaya (Oost-Java) in 1919 uitgebreid met een meerderheidsbelang in machinefabriek De Volharding ter plaatse, in 1923 gevolgd door overname van branchegenoten Kalimas (formeel gevestigd te Amsterdam) en Amsterdam. Ook komen er filialen te Semarang (stad) en te Medan (Indonesië). De Indische belangen worden ondergebracht in de NV Vereenigde Machinefabrieken Du Croo en Brauns. Maar de groei gaat te snel, de afzet en financiering zijn een zwak punt. In 1926 wordt een deel van het bedrijfsterrein te Weesp verkocht, in 1930 volgt het faillissement van de moedermaatschappij.

Samenvoeging

Het bedrijf te Weesp neemt vervolgens de bedrijfsgebouwen en activiteiten in Amsterdam over, in Weesp zelf valt het werk grotendeels stil. Mede daardoor besluit men in 1937 tot concentratie van de activiteiten in Amsterdam. Constructiewerk zoals bruggenbouw is een belangrijke pijler onder het bedrijf. Verder maakt men stoomkranen en walsen. Tijdens de bezetting worden er naast kranen en beweegbare bruggen ook tractoren gefabriceerd. Ondertussen zijn de oprichters uit de directie verdwenen: Brauns in 1928, Du Croo in 1931. In 1937 komt ir. F.L. Plantenga aan het roer.

Na 1945

In 1947 wordt in samenwerking met Linde-Teves & Stokvis de NV Smalspoorwerkplaatsen Ducrobrauns-Lindeteves (kortweg Ducrolinde) opgericht voor afzet van smalspoormaterieel in Zuidoost-Azië. In 1952 krijgt het bedrijf opdracht van de Gemeente Alphen aan den Rijn voor bouw van het bovendek van de Koningin Julianabrug.[3] De activa in Weesp worden in 1946 en 1953 verkocht. Het 2,5 hectare grote bedrijfsterrein in Amsterdam wordt opgeeist voor de aanleg van de IJ-tunnel, in 1957 verhuist het bedrijf naar een nieuw, groter complex aan de Sextantweg in de IJpolder/Westhaven. Daar heeft men al een dochteronderneming onder de naam Westhaven. De Indonesische markt valt uiteindelijk weg, evenals andere afzetmarkten als India, de productie van smalspoorloc's en -materieel wordt gestaakt. Ondertussen is een nieuw productiepakket ontwikkeld: containers, mijnmateriaal (mijnstempels onder de merknaam Titan, de 50.000 in december 1951; naast spoorfietsen en ondergrondse diesellocomotieven), grasdrogers, massa pers- en smeedwerk. Er wordt technische kennis ingekocht zoals in 1960 een kolenzeef naar ontwerp van een Brussels ingenieursbureau. Toelevering vervolgens van onderdelen als rupskettingen voor bulldozers bieden geen blijvend soelaas. Branchegenoot Hollandia-Kloos verwerft in 1964 de meerderheid van de aandelen. Vijf jaar later volgt een fusie met stadgenoot Jonker, onder de naam Jonker-DuCroo. De combinatie blijft nog zo'n 15 jaar bestaan. In 1984 volgt het faillissement, DuCroo is dan al een jaar dicht.