Kabinetsformatie in Nederland
Voor actuele informatie, zie: Kabinetsformatie Nederland 2023-'24 |
Kabinetsformatie in Nederland is het proces van regeringsformatie van een Nederlands kabinet, bestaand uit ministers en staatssecretarissen. De meeste kabinetsformaties vinden plaats na Tweede Kamerverkiezingen, maar deze kunnen ook tussentijds plaatsvinden.
Voor de manier waarop een formatie plaatsvindt bestaan geen wettelijke bepalingen. Alleen het ontslaan van een zittend kabinet en het benoemen van een nieuw kabinet door het staatshoofd is vastgelegd in de Grondwet en de regel dat nieuwe bewindslieden een eed of belofte van trouw op de Grondwet afleggen. Door de eeuwen heen zijn er wel regels van staatsrechtelijk gewoonterecht ontstaan, die regelmatig zijn gewijzigd. De belangrijkste daarvan is dat het kabinet het vertrouwen moet hebben van de meerderheid van het parlement, de zogeheten vertrouwensregel. Voldoende steun is ook nodig om wetten aan te nemen.
De formatie valt onder te verdelen in drie fases. Tijdens de verkennende fase onderzoekt een verkenner of informateur welke politieke partijen die vertegenwoordigd zijn in het parlement, samen een kabinet willen gaan vormen. In de daaropvolgende informatiefase wordt onder leiding van een informateur onderhandeld over het toekomstige beleidsprogramma van het kabinet, vastgelegd in een regeerakkoord. Tijdens de formerende fase worden onder leiding van een formateur de portefeuilles verdeeld en worden ministers en staatssecretarissen gezocht. Als een fase mislukt, kan teruggegaan worden naar een vorige fase. De bewindspersonen worden vervolgens door de koning(in) beëdigd en krijgen een overdracht op hun ministerie.
Verloop
Het verloop van de formatie valt grofweg op te delen in drie fasen: verkennende, construerende (ook bekend als informatiefase) en formatiefase.[1] In deze fasen worden afspraken gemaakt over de vier p's: welke partijen meedoen aan kabinet, welk programma het kabinet heeft, wat de portefeuilleverdeling is over de partijen en tenslotte welke personen toetreden tot het kabinet.[2]
De formatie vindt primair plaats tussen fracties van de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft daar doorgaans geen rol in. De Eerste Kamer is wel nodig voor wetten en de vertrouwensregel, maar wordt geacht zich daarin terughoudend op te stellen. Desalniettemin komt het in de praktijk voor dat de Eerste Kamervoorzitter wordt geraadpleegd of dat er contact is met Eerste Kamerfracties.[3] De koning(in) heeft sinds 2012 formeel geen rol in de formatie, maar wordt daarover wel met regelmaat geïnformeerd.
Verkenningsfase
De dag na de verkiezingen vergaderen de beoogde fracties, hoewel de uitslag dan nog niet definitief is en pas twee weken later de nieuwe Kamer geïnstalleerd wordt. De beoogde fractie kiest dan de fractievoorzitter, wat in de meeste gevallen de lijsttrekker is. Vaak wordt dan besproken wat de inzet is voor de formatie.[4] Een dag later komen de beoogde fractievoorzitters bijeen om een verkenner aan te wijzen. Het gebruik is dat de grootste partij een verkenner voordraagt. De verkenner heeft vervolgens de taak te inventariseren bij alle partijen met welke partijen programmatische onderhandelingen kunnen beginnen.[5] Aan het begin en aan het einde van de opdracht houdt de verkenner - net als later de (in)formateur - een persconferentie.[6] De verkenner maakt een verslag, waarin de verkenner een aanbeveling doet voor het vervolgproces. Dit verslag wordt met de verkenner besproken in het debat over de verkiezingsuitslag, wat zo snel mogelijk na installatie van de nieuwe Kamer plaatsvindt.
Op een later moment in de formatie, bijvoorbeeld nadat onderhandelingen tussen partijen mislukt zijn, kan er behoefte zijn aan een nieuwe verkenning. Dit wordt dan uitgevoerd door een informateur.
Informatiefase
In de informatiefase wordt een of meerdere informateurs aangewezen. Het is gebruikelijk dat de nieuwe informateur(s) nog een gesprek voert met de voorganger(s). Daarna beginnen gesprekken met een combinatie van partijen waarmee op basis van de verkenning een regeringscoalitie gevormd kan worden. Onderwerpen van de onderhandelingen zijn doorgaans het regeringsprogramma en de verdeling van de posten. Het resultaat hiervan is een conceptregeerakkoord, dat de informateur opneemt in het eindverslag. De informateur beveelt hierin ook een formateur aan. Over het conceptregeerakkoord vindt alvorens de formateur benoemd wordt een debat plaats in de Tweede Kamer waar de fracties hun mening over kunnen geven.
Als de onderhandelingen geen resultaat opleveren, kan de informateur zijn opdracht teruggeven. Er wordt dan op basis van adviezen een nieuwe informateur benoemd.
Formatiefase
Zodra de beoogde coalitiepartners een conceptregeerakkoord zijn overeengekomen, wordt een formateur benoemd met als opdracht een kabinet te formeren. Doorgaans is dit de beoogde minister-president. Al voor de formatie hebben partijen contact gezocht met potentiële bewindspersonen binnen hun partij. De formateur benadert in deze fase, in overleg met onderhandelaars van de toekomstige coalitie, de kandidaat-ministers en kandidaat-staatssecretarissen.
Na het aanvaarden van een kandidatuur wordt er onderzoek gedaan naar de dossiers over de kandidaat-bewindspersoon in het justitieel documentatieregister, bij de AIVD en bij de Belastingdienst. Vervolgens vindt een gesprek plaats tussen de kandidaat en de formateur, waarbij gevraagd wordt of er mogelijke beletselen zijn om de functie te aanvaarden. Nevenfuncties moeten worden beëindigd en zakelijke belangen moeten op afstand gezet worden. Na afloop van het gesprek bevestigt de kandidaat schriftelijk wat besproken is aan de formateur. Na afronding van alle gesprekken bespreekt de formateur het verslag met de fractievoorzitters van de beoogde coalitie en informeert de minister-presidenten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.[7]
Het voornemen is om voor de kabinetsformatie van 2023-'24 na de gesprekken met de formateur hoorzittingen door de Tweede Kamerleden te houden met de beoogde bewindspersonen.[8]
Constituerend beraad
Als de nieuwe ministersploeg compleet is, komen de kandidaat-ministers bijeen in het constituerend beraad. Tijdens deze vergadering worden afspraken gemaakt over procedurele zaken zoals de portefeuilleverdeling, vervangingsregeling, profiel van het kabinet en de eenheid van kabinetsbeleid. Er kunnen opmerkingen gemaakt worden over het regeerakkoord en er wordt gesproken over de regeringsverklaring.[9] Als uit het constituerend beraad geen bezwaren komen, brengt de formateur eindverslag uit aan de koning(in).[10]
Benoeming en beëdiging
Zoals vastgelegd in artikel 43 en 46 van de Grondwet, neemt de koning(in) de koninklijke besluiten waarin de ontslagaanvraag van vertrekkende bewindspersonen wordt geaccepteerd en nieuwe bewindspersonen worden benoemd. Het staatshoofd ondertekent, de oude minister-president contrasigneert de ontslagen, de nieuwe minister-president de benoemingen en nemen daarmee de staatsrechtelijke verantwoordelijkheid voor deze besluiten op zich. Bewindspersonen die reeds deel uitmaakten van het vorige kabinet worden niet opnieuw beëdigd, maar geen ontslag verleend.[11] De nieuwe bewindspersonen zweren of beloven , zoals vastgelegd in artikel 49 van de Grondwet, vervolgens trouw aan de koning(in), het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet, en leggen ten overstaan van de koning(in) een zuiveringseed af. Sinds 2012 wordt dit op televisie uitgezonden.[12]
Het is gebruik sinds 1971 dat na beëdiging de nieuwe ministersploeg samen met de koning(in) gefotografeerd wordt tijdens de 'bordesscène'.[13] Na afloop gaan de ministers naar hun departement waar de officiële overdracht plaatsvindt. Zo overhandigd de minister van Financiën de sleutel van de schatkist en krijgt de nieuwe premier de sleutel van de werkkamer in het Torentje. Er wordt door beide ministers een proces-verbaal van overdracht getekend. Het Bureau Kabinetsformatie wordt opgeheven en de medewerkers en het archief worden ondergebracht bij Algemene Zaken.[14]
Enkele dagen later vindt de eerste ministerraad plaats, waar als eerste agendapunt de conclusies van het constituerend beraad worden opgevoerd. In de ministerraad wordt ook de regeringsverklaring besproken en uiteindelijk vastgesteld.[15] Meestal binnen twee weken na beëdiging spreekt de minister-president de regeringsverklaring uit en volgt daarover een debat. Het debat is het eerste moment waarop de Kamer zich kan uitspreken over het vereiste vertrouwen in het kabinet (de ongeschreven vertrouwensregel). Als in dat debat geen motie van wantrouwen wordt aangenomen, is de formatie volledig voltooid.[16]
Bureau Kabinetsformatie
De verkenners, informateurs en formateurs worden ondersteund door het 'Bureau Kabinetsformatie'. Dit bestaat uit twee raadsadviseurs van het ministerie van Algemene Zaken, de directeur-generaal van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD), twee secretarissen en een intendant. Zij worden voor de duur van de formatie gedetacheerd bij de griffier van de Tweede Kamer en zijn geen verantwoording schuldig aan Algemene Zaken. Onder het 'Bureau Kabinetsformatie' valt ook het 'Bureau Woordvoering Kabinetsformatie', wat tijdens de formatie mededelingen doet en voor het publiek een informatieve website in de lucht houdt. Ook dit is gedurende de formatie afgescheiden van de RVD.[17] Aan het einde van de formatie wordt het Bureau Kabinetsformatie opgeheven en het archief worden ondergebracht bij Algemene Zaken.[14]
Historische ontwikkeling
In de 19e eeuw was het niet ongebruikelijk dat partijen al voor de verkiezingen een akkoord sloten, de kiezer wist dan waarop hij stemde. De koning(in) wees de formateur aan en de formatie nam tussen de 10 dagen en twee maanden tijd.[18] Ook van 1946 tot en met 2010 werd de aftrap van de kabinetsformatie door de koningin gegeven. Ze vroeg advies over een nieuw te vormen kabinet aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, de vicepresident van de Raad van State, de fractievoorzitters in de Tweede Kamer en eventueel de ministers van staat. Daarna benoemde ze een (in)formateur. Tot 1963 was het gebruikelijk dat de formateur op eigen houtje het kabinet samenstelde en een regeerakkoord redigeerde.
In de 1970er jaren kwam er een discussie op gang, de fomateur / minister-president door de bevolking te laten kiezen.[19] Dit is tot nu toe niet in wetgeving omgezet, wel kwam in 2012 de aanwijzing van verkenner en (in)formateur bij de volksvertegenwoordiging te liggen.[20][21]
Kritiek
Over de gang van zaken van een formatie en de werking van regeerakkoorden in de parlementaire praktijk, is bij elke formatie kritiek, ook uit wetenschappelijke hoek. Volgens politicoloog Carla van Baalen kunnen deze klachten onderverdeeld worden in drie categorieën: gebrek aan dualisme, democratisch tekort en de spelregels.[22]
Dualisme
De kabinetsformaties zijn sinds 1946 monistischer geworden, in plaats van de dualistische verhoudingen die tussen de Tweede Kamer en het kabinet beoogd zijn. Het regeerakkoord is in die jaren steeds meer opgesteld in overleg met de Tweede Kamerfracties van de coalitiepartijen. Zij committeren zich daarmee vooraf aan de afspraken en zijn daarom minder kritisch tegenover het kabinet.[23] Gesuggereerde alternatieven hiervoor zijn regeerakkoorden op hoofdlijnen, een minderheidskabinet of een extraparlementair kabinet.
Democratisch tekort
Kritiek op de formatie richt zich ook op democratisch tekort. Zo is er een zwak verband tussen verkiezingsuitslagen en de formatie. Verliezende partijen kunnen tijdens deze formatie toetreden tot een kabinet, terwijl winnende partijen de oppositie in gaan.[24]
Een groot deel van de beloften uit de doorberekeningen van de verkiezingsprogramma's van het Centraal Planbureau komt overeen met het uiteindelijke regeerakkoord. Een aantal aspecten vallen wel vaak anders uit. Burgers krijgen beloofde lagere belastingen nooit, terwijl bedrijven deze onverwachts wel krijgen. De uitgaven van de overheid vallen hoger uit, behalve het onderwijs. Regeerakkoorden nivelleren meer en geven ook meer uit aan uitkeringsgerechtigden. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn dat een kabinet goed van start wil gaan waarbij de koopkracht van alle groepen in Nederland vooruitgaat, dat bij het onderhandelen alle partijen iets willen binnenhalen wat opgelost wordt met hogere uitgaven wordt en verliesaversie.[25]
De kabinetsformatie wordt gezien als ontransparant. De daadwerkelijke onderhandelingen vinden doorgaans plaats achter gesloten deuren.[26]
Spelregels
Een van de spelregels die Van Baalen identificeerde is voortvarendheid; er moet zo kort mogelijk een demissionair kabinet zitten.[27] Kabinetsformaties in Nederland duren echter langer dan in andere landen.[28] De langste formatie was de kabinetsformatie van 2021-'22 die 299 dagen duurde. De duur van formaties wordt beïnvloed door of het na verkiezingen plaatsvindt, hoeveel partijen er zijn en hoe gefragmenteerd de uitslag is.[28] Een langere formatie heeft geen invloed op de stabiliteit van een kabinet.[29][30]
Uitwerken van kritiek in de praktijk
Bij het boven water krijgen van de toeslagenaffaire in de landelijke politiek, bleek in de praktijk hoe moeilijk het is voor individuele Tweede Kamerleden die misstanden aan de kaak willen stellen, om de fractiediscipline van hun partij te doorbreken. De partijleiding stelde het belang om een kabinet in het zadel te houden, waaraan door een regeerakkoord steun was gegeven, boven de controlerende taak van het parlement. Nog meer burgers verloren het vertrouwen in de politiek.[31]
Bij onderhandelingen over het coalitieakkoord van het kabinet-Rutte IV in 2022, is om die reden ruimte gelaten voor initiatieven uit de Tweede Kamer. Mochten Kamerleden met een beter voorstel voor een oplossing komen dan de regering doet, moest dat bespreekbaar zijn, onafhankelijk van partijkleur. Op deze manier hoopte de nieuwe regering vertrouwen terug te kunnen winnen, van parlement en bevolking. Deze opening in het regeerakkoord had er ook mee te maken, dat de Kamer eerder in de formatie een motie van afkeuring had aangenomen over het gedrag van VVD-fractievoorzitter Mark Rutte - die tevens premier was - tegenover een Tweede Kamerlid, dat zijn kabinet ten val had gebracht door te volharden in het uitoefenen van zijn grondwettelijke controlerende taak.[32][33]
In de kabinetsformatie 2023-'24 is als tweede informateur Kim Putters benoemd, die al jarenlang pleit voor een betere hoorbaarheid en zichtbaarheid van de grote middengroepen aan burgers die in media en landelijke politiek nauwelijks aan bod komen.[34] Zijn opdracht omvatte expliciet de mogelijkheden te onderzoeken om in een andere kabinetsvorm te gaan regeren dan het gebruikelijke meerderheidskabinet, te weten een extraparlementair- gedoog- of minderheidskabinet.[35]
Zie ook
Externe link
Bronnen
- Van Baalen, Carla, Van Kessel, Alexander (2012). De kabinetsformatie in vijftig stappen. Boom. ISBN 9789461055729.
- Van Baalen, Carla (2003). Een rituele dans in de Tweede Kamer? Klagen over kabinetsformaties, 1946 - 2002. Sdu Uitgevers, Den Haag. ISBN 9012098017.
- Bootsma, Peter (8 maart 2017). Coalitievorming. Boom. ISBN 9789024405985.
Referenties
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, p. 105.
- ↑ Bootsma 2017, pp. 22-23.
- ↑ https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-115854.pdf
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, pp. 30-31.
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, p. 103.
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, p. 88.
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, pp. 230-231.
- ↑ Keultjes, Hanneke, Hoe ministers in de dop al naar hoorzitting Kamer gaan voordat een nieuw kabinet op het bordes staat. Het Parool (31 januari 2024). Geraadpleegd op 31 januari 2024.
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, p. 237.
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, p. 243.
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, p. 245.
- ↑ Nieuwe ministers kabinet-Rutte II beëdigd. parlement.com (5 november 2012). Gearchiveerd op 24 juni 2021. Geraadpleegd op 19 juni 2021.
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, p. 254.
- ↑ a b Van Baalen & Van Kessel 2012, pp. 257-258.
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, p. 263.
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, pp. 265-266.
- ↑ Van Baalen & Van Kessel 2012, pp. 16-17.
- ↑ "Vroeger", De Standaard, 24 juli 1901. – via delpher.nl.
- ↑ mr. P.O. Numans, "Kabinetsformateur, kiezen of aanbevelen?", NRC Handelsblad, 15 februari 1971. – via delpher.nl.
- ↑ Koningin buitenspel bij kabinetsformaties. nos.nl (19 maart 2012). Geraadpleegd op 8 maart 2024.
- ↑ Kabinetsformatie - Rol van het staatshoofd. www.koninklijkhuis.nl. Ministerie van Algemene Zaken (11 januari 2017). Geraadpleegd op 7 maart 2024.
- ↑ Van Baalen 2003, p. 7.
- ↑ Van Baalen 2003, pp. 7-12.
- ↑ Otjes, Simon; Stiers, Dieter, Regeringswissels en electorale verantwoording. Stuk Rood Vlees (2 maart 2021). Gearchiveerd op 9 juni 2021. Geraadpleegd op 9 juni 2023.
- ↑ Bolhuis, Wimar (18 oktober 2018). Elke formatie faalt. Brooklyn. ISBN 9789492754080.
- ↑ Verheijen, Mark, De kabinetsformatie is het zwarte gat van ons staatsrecht. De Limburger. Gearchiveerd op 2 april 2021. Geraadpleegd op 2 april 2021.
- ↑ Van Baalen 2003, p. 12.
- ↑ a b van de Meer, Tom, Waarom duren formaties zo lang?. Stuk Rood Vlees (25 augustus 2017). Gearchiveerd op 9 juni 2021. Geraadpleegd op 9 juni 2021.
- ↑ van de Meer, Tom, Langere formatie, (in)stabielere regering?. Stuk Rood Vlees (10 augustus 2017). Gearchiveerd op 9 juni 2021. Geraadpleegd op 9 juni 2021.
- ↑ van de Meer, Tom, Lange formatie, stabieler kabinet? Economen slaan plank mis (21 september 2017). Gearchiveerd op 9 juni 2021. Geraadpleegd op 9 juni 2021.
- ↑ Centraal Bureau voor de Statistiek, Minste vertrouwen in Tweede Kamer in 10 jaar tijd. Centraal Bureau voor de Statistiek (8 mei 2023). Geraadpleegd op 5 maart 2024.
- ↑ 'Functie elders' had grote impact op vrouw Omtzigt Ayfer Koç: 'Je gelooft het niet'. NPO Radio 1. Geraadpleegd op 7 maart 2024.
- ↑ Foto 'positie Omtzigt, functie elders' is Politiek Moment 2021. EenVandaag. AVROTROS omroepstichting (13 december 2021). Geraadpleegd op 7 maart 2024.
- ↑ Thijs Baas, ‘Kim Putters kan juist door kennis van onvrede partijen bij elkaar brengen’. bnr.nl. FD Mediagroep (18 februari 2024). Geraadpleegd op 22 februari 2024.
- ↑ Kim Putters aan de slag als informateur. www.tweedekamer.nl. Tweede Kamer der Staten-Generaal (14 februari 2024). Geraadpleegd op 18 februari 2024.