Naar inhoud springen

988

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
988
Eeuwen: 9e eeuw · 10e eeuw · 11e eeuw
Decennia: 970-979 · 980-989 · 990-999
Jaren: << · < · 987 · 988 · 989 · > · >>
Jaartelling in verschillende culturen
Ab urbe condita: 1741 MDCCXLI
Armeense jaartelling: 436 – 437
ԹՎ ՆԼԶ – ՆԼԷ
Chinese jaartelling: 3684 – 3685
甲亥 – 乙子
Christelijke jaartelling: 988 CMLXXXVIII
Ethiopische jaartelling: 980 – 981
Hebreeuwse jaartelling: 4748 – 4749
Hindoekalenders:
- Vikram Samvat 1043 – 1044
- Shaka Samvat 910 – 911
- Kali yuga 4089 – 4090
Iraanse jaartelling: 366 – 367
۳۶۶ – ۳۶۷
Islamitische jaartelling: 377 – 378
٣٧٨ – ٣٧٧
Maçonnieke jaartelling: 4987 – 4988
Juliaanse kalender van 988
Prins Vladimir I ("de Grote") wordt gedoopt.

Het jaar 988 is het 88e jaar in de 10e eeuw volgens de christelijke jaartelling.

Gebeurtenissen

[bewerken | brontekst bewerken]

Byzantijnse Rijk

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Herfst - Keizer Basileios II ("de Bulgarendoder") gesteund door een contingent van 6.000 Varangianen (de latere Varangiaanse garde), organiseert de verdediging van Constantinopel om het hoofd te kunnen bieden aan de dreiging van de opstandelingen onder bevel van generaal Bardas Phokas ("de Jongere"). Basileios steekt met een expeditieleger de Bosporus over en leidt bij Chrysopolis een verrassingsaanval op het rebellenkamp.
  • 1 april - De 16-jarige Robert II ("de Vrome") treedt in het huwelijk met de 20 jaar oudere Suzanna van Italië (de weduwe van graaf Arnulf II). Het huwelijk is geregeld door koning Hugo I (of Capet) om de loyaliteit van het graafschap Vlaanderen veilig te stellen. Robert krijgt het bezit over de steden Montreuil en Ponthieu. De 8-jarige zoon van Suzanna (de stiefzoon van Robert), Boudewijn IV, volgt zijn vader op als graaf van Vlaanderen.[1]
  • Karel, hertog van Neder-Lotharingen (de jongere broer van wijlen koning Lotharius III), komt in opstand tegen Hugo I (of Capet). Hij verovert met de hulp van zijn halfbroer Arnulf (aartsbisschop van Reims) de stad Laon. Karel vraagt steun aan keizerin Theophanu om de koningskroon te bemachtigen. Hiervoor wordt hij gedwongen zijn 10-jarige zoon Otto II als gijzelaar over te dragen (dit vanwege dat Karel niet in opstand zal komen).[2]
  • Almanzor, de de facto heerser van Al-Andalus, zet zijn veldtocht in de Douro vallei tegen de koninkrijken León en Castilië voort. Koning Bermudo II ("de Jichtige") vlucht naar Zamora; de stad verzet zich vier dagen lang, maar wordt door de Moorse troepen uiteindelijk geplunderd en verovert. De Spaanse christelijke staten in het noorden, met name León, worden steeds zwakker (vanwege de rooftochten van de Moren).[3][4]
Zie de categorie 988 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.