Cerrophidion
Cerrophidion | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cerrophidion godmani | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||
Cerrophidion Campbell & Lamar, 1992 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Cerrophidion op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Cerrophidion is een geslacht van slangen uit de familie adders (Viperidae) en de onderfamilie groefkopadders (Crotalinae).
Naam en indeling
[bewerken | brontekst bewerken]De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Campbell en Lamar in 1992. De slangen werden eerder aan andere geslachten toegekend, zoals Bothriechis, Lachesis, Bothrops, Trimeresurus en Porthidium. Er zijn vijf soorten, inclusief twee soorten die pas in 2012 werden beschreven.[1]
Het geslacht is verschillende malen van samenstelling gewijzigd. Er zijn zowel soorten tot een ander geslacht benoemd als soorten die pas recentelijk zijn beschreven. De soort Mixcoatlus barbouri behoorde vroeger tot deze groep, de soorten Cerrophidion sasai en Cerrophidion wilsoni zijn pas in 2012 voor het eerst wetenschappelijk beschreven. De literatuur over deze groep van slangen is hierdoor vaak verouderd.
Uiterlijke kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De slangen blijven klein en bereiken een lichaamslengte tot ongeveer een meter. Het lichaam is cilindrisch, de staartpunt is niet beweeglijk zoals bij veel andere groefkopadders voorkomt. De kop is duidelijk te onderscheiden van het lichaam door de aanwezigheid van een insnoering. De ogen zijn relatief groot en hebben een verticale pupil. De slangen hebben 17 tot 25 rijen schubben in de lengte op het midden van het lichaam. Onder de staart zijn ongepaarde staartschubben aanwezig.[2]
Levenswijze
[bewerken | brontekst bewerken]De vrouwtjes zetten geen eieren af maar zijn eierlevendbarend, de jongen komen levend ter wereld.[2]
Verspreiding en habitat
[bewerken | brontekst bewerken]Alle soorten komen voor in delen van Noord- en Midden-Amerika en leven in de landen Honduras, El Salvador, Nicaragua, Costa Rica, Panama, Mexico en Guatemala.[1] De habitat bestaat uit vochtige tropische en subtropische bergbossen, droge tropische en subtropische bossen en graslanden. Ook in door de mens aangepaste streken zoals plantages en aangetaste bossen kunnen de dieren worden aangetroffen.
Beschermingsstatus
[bewerken | brontekst bewerken]Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan drie soorten een beschermingsstatus toegewezen. Twee soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC) en een als 'onzeker' (Data Deficient of DD).[3]
Soorten
[bewerken | brontekst bewerken]Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.
Naam | Auteur | Verspreidingsgebied |
---|---|---|
Cerrophidion godmani | Günther, 1863 | Mexico, Guatemala |
Cerrophidion petlalcalensis | López-Luna, Vogt & Torre-Loranca, 1999 | Mexico |
Cerrophidion sasai | Jadin, Townsend, Castoe & Campbell, 2012 | Costa Rica, Panama |
Cerrophidion tzotzilorum | Campbell, 1985 | Mexico |
Cerrophidion wilsoni | Jadin, Townsend, Castoe & Campbell, 2012 | Honduras, El Salvador, Nicaragua |
Bronvermelding
[bewerken | brontekst bewerken]Referenties
- ↑ a b Peter Uetz & Jakob Hallermann, The Reptile Database - Cerrophidion. Gearchiveerd op 10 juni 2023.
- ↑ a b Jay. M. Savage (2002). The Amphibians and Reptiles of Costa Rica. The University of Chicaco Press, Pagina 728. ISBN 0-226-73537-0.
- ↑ International Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Cerrophidion - IUCN Red List.
Bronnen
- (en) – Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – Cerrophidion - Website Geconsulteerd 26 juni 2021