Naar inhoud springen

dumpen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 8: Regel 8:
{{-etym-}}
{{-etym-}}
* Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘onder de markt verkopen, storten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1972 {{sijs}}
* Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘onder de markt verkopen, storten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1972 {{sijs}}
{{-nlstam-|{{pn}}|dumpte|gedumpt|scheid=n|k=t}}
{{-nlstam-|{{pn}}|[[dumpte]]|[[gedumpt]]|scheid=n|k=t}}
{{-verb-|nld}}
{{-verb-|nld}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
Regel 21: Regel 21:
{{-rel-}}
{{-rel-}}
*[[afstoten]], [[lozen]], [[opruimen]]
*[[afstoten]], [[lozen]], [[opruimen]]
{{-trans-}}
{{trans-top|1. produkten onder de gangbare prijs verkopen }}
* {{deu}}: {{trad|de|zu Dumpingpreisen verkaufen}}
* {{fra}}: {{trad|fr|pratiquer}} le {{trad|fr|dumping}}
{{trans-mid}}
* {{spa}}: {{trad|es|hacer}} {{trad|es|dúmping}}, {{trad|es|inundar}} el {{trad|es|mercado}} de
{{trans-bottom}}
{{trans-top|2. storten, lozen}}
* {{deu}}: {{trad|de|abladen}}
* {{fra}}: {{trad|fr|déverser}}
{{trans-mid}}
* {{spa}}: {{trad|es|descargar}}
{{trans-bottom}}
{{trans-top|3. zich ontdoen van (dingen en mensen)}}
* {{deu}}: {{trad|de|abschieben}}, {{trad|de|loswerden}}
* {{fra}}: {{trad|fr|se débarrasser de}}
{{trans-mid}}
* {{spa}}: {{trad|es|deshacerse de}}
{{trans-bottom}}
{{trans-top|4. een relatie beëindigen, een geliefde afdanken}}
* {{deu}}: {{trad|de|fallen lassen}}, mit (der Freundin) {{trad|de|Schluß machen}}
* {{fra}}: {{trad|fr|larguer}}, {{trad|fr|plaquer}}
{{trans-mid}}
* {{spa}}: {{trad|es|dejar}}, {{trad|es|plantar}}
{{trans-bottom}}
{{-preval-}}
{{-preval-}}
{{wel-GB}}
{{wel-GB}}

Huidige versie van 13 jun 2020 om 23:24

[2] Kalk dumpen op de teerputten bij Vasse, Overijssel.
  • dum·pen
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘onder de markt verkopen, storten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1972 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dumpen
dumpte
gedumpt
zwak -t volledig

dumpen

  1. overgankelijk (in grote hoeveelheden) onder de gangbare prijs verkopen.
    • De Verenigde Staten en de Europese Unie dumpen hun overschotten op de wereldmarkt. 
  2. overgankelijk storten, lozen, wegwerpen
    • Afval dumpen in de oceaan is strafbaar. 
  3. overgankelijk (m.b.t. een persoon) zich ontdoen van.
    • Kleine gemeenten dumpen asielzoekers in grote steden. 
  4. overgankelijk (m.b.t. een geliefde) afdanken, de bons geven, het uitmaken met.
    • Je vriendje dumpen per sms wordt als zeer brutaal ervaren. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]