Naar inhoud springen

achterste: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 24: Regel 24:
{{-adjc-|0}}
{{-adjc-|0}}
{{nl-adjc-form|achterst|decl|pos}}
{{nl-adjc-form|achterst|decl|pos}}
{{nl-adjc-form|achter|decl|sup}}
{{-rel-}}
{{-rel-}}
*[[jongstleden]], [[laatste]]
*[[jongstleden]], [[laatste]]

Versie van 30 okt 2017 19:52

  • ach·ter·ste
enkelvoud meervoud
naamwoord achterste achtersten
verkleinwoord - -

achterste

  1. o zitvlak, bips
    • Hij viel wat ongelukkig op zijn achterste. 
  2. wie of wat het laatst in een rij is
    • De achtersten werden het ergste getroffen door de aanval van de achtervolgers. 

achterste

  1. verbogen vorm van de stellende trap van achterst

achterste

  1. verbogen vorm van de overtreffende trap van achter
  • Op de achterste benen staan
erg kwaad worden
  • Op zijn achterste poten staan
Vreselijk boos worden
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]