Naar inhoud springen

-ig

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 25 jul 2020 om 17:47
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Huidig
bestand
1.832


  • -ig
  • Van het Oudnederlandse -ag, -ig, van het Protogermaanse *-agaz, *-īgaz, *-ugaz, elk een variant van het gemeenschappelijke achtervoegsel *-gaz [1]

-ig [2]

  1. vormt een bijvoeglijk naamwoord uit zelfstandige naamwoorden of werkwoorden
  2. indien toegevoegd aan een zelfstandig naamwoord voorafgegaan door een bijvoeglijk naamwoord dat het zelfstandig naamwoord beschrijft (bv. roodharig, dikhuidig, tweebenig)