abolis
Uiterlijk
vervoeging van |
---|
abolir |
abolis
- eerste en tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van abolir
- eerste en tweede persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van abolir
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van abolir
- mannelijk meervoud voltooid deelwoord (participe passé) van abolir