Naar inhoud springen

clamitare

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: /ˈklaː.mi.taːrɛ/
  • cla·mi·ta·re
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
clāmitāre clāmitō clāmitāvī clāmitātum
eerste vervoeging volledig

clāmitāre

  1. actief infinitief praesens van clāmitāre
    1. hard roepen, uitschreeuwen
  2. passief imperatief praesens enkelvoud van clāmitāre
    1. word uitgeschreeuwd!