Naar inhoud springen

dierlijk

Uit WikiWoordenboek
  • dier·lijk
  • afgeleid van dier met het achtervoegsel -lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen dierlijk dierlijker dierlijkst
verbogen dierlijke dierlijkere dierlijkste
partitief dierlijks dierlijkers -

dierlijk [1]

  1. aan het dier eigen
  2. zoals bij dieren, gelijkend op wat bij dieren gebruikelijk is
  3. grof, niet fijnzinnig
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]