symbolisch
Uiterlijk
- Geluid: symbolisch (hulp, bestand)
- sym·bo·lisch
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘zinnebeeldig’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van symbool met het achtervoegsel -isch [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | symbolisch | symbolischer | |
verbogen | symbolische | symbolischere | |
partitief | symbolisch | symbolischers | - |
symbolisch [3]
- als symbool geldend of bedoeld, zinnebeeldig
- van een kleine omvang, met een geringe waarde
- ,,Wij hebben de gemeente een voorstel gedaan om tot een oplossing te komen. Als Struis tegen een symbolisch bedrag een pandje zou kunnen terugkopen van de gemeente welke hij eerder aan de gemeente verkocht (het gaat om het pand Nieuwe Markt 1G, red.), dan zou dit compensatie bieden. [4]
- [2] substantieel
- Het woord symbolisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "symbolisch" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "symbolisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ symbolisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Buurman ‘Viking’ vraagt rechter om bouwstop filmtheater Judah Bolink 23-04-19
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be