Door de gascentrales van Tinne Van der Straeten op te blazen, hebben we nog geen nieuwe windmolens of zonnepanelen.
How to Blow Up a Pipeline
Telkens ik ergens mag spreken over de klimaatontwrichting en hoe die op een sociaal rechtvaardige manier aan te pakken, krijg ik de vraag: hoe zorgen we dat 'de politiek' beweegt? En telkens moet ik ook maar een halfhartig antwoord geven. Ook in dit stuk zal ik helaas meer vragen moeten stellen dan antwoorden kunnen geven.
In lezingen wijs ik dan normaal gezien op de noodzaak aan een massabeweging. Zoals de bekende Canadese schrijfster Naomi Klein stelt: 'Only mass movements can save us now.' Daarbij is het belangrijk om de impact te erkennen die de klimaatbeweging, met de vele betogingen en acties, al gehad heeft op het beleid. De voormalige Duitse kanselier, Angela Merkel, zei in de zomer van 2019: 'Jonge klimaatactivisten hebben ons zeker aangezet om sneller te handelen.' Frans Timmermans, vicevoorzitter van de Europese Commissie, stelde afgelopen november nog: 'We zouden geen Europese Green Deal hebben zonder Greta Thunberg en de Fridays For Future beweging.'
Het is belangrijk om die overwinningen te erkennen. Zonder het erkennen van die vooruitgang, verval je in cynisme en defaitisme. Maar tegelijkertijd blijf je als progressief in Vlaanderen toch op je honger zitten, zowel economisch, sociaal als ecologisch. Ook al is het laatste Klimaatplan van Zuhal Demir een vooruitgang op ecologisch vlak, het blijft veel te weinig en het houdt weinig rekening met sociale rechtvaardigheid. De Vivaldi-regering is zeker beter dan de vorige, 'Zweedse' regering, maar zowel op sociaal als op ecologisch vlak blijven er sterke beperkingen zijn. Europees is er het Fit for 55 pakket, dat wel de klimaatambitie verhoogt, maar nog te weinig blijft. Bovendien blijft het vooral teren op marktmechanismen, en ondanks plannen voor een Sociaal Klimaatfonds is het ook op sociaal vlak een dikke onvoldoende. En zo zou ik op 4 januari 2022 perfect hetzelfde stuk kunnen publiceren als het stuk dat ik op 4 januari 2021 publiceerde: 'In 2021 [nu in 2022] moeten we de klimaatnoodtoestand serieus nemen.'
Bovendien lijkt er op politiek vlak niet meteen veel vooruitgang mogelijk de komende jaren. De huidige regeringen doen nog meer dan 2 jaar verder. Het is onwaarschijnlijk dat een Vlaamse regering zonder N-VA mogelijk zal zijn na 2024, en ook op federaal vlak zullen 'liberalen' (zoals Bouchez) zich blijven verzetten tegen fiscale rechtvaardigheid, een doortastender klimaatbeleid dat ingaat tegen conservatieve lobby's, of een beleid dat mensen in armoede en werknemers er fundamenteel op doet vooruitgaan. Op Europees niveau is afbraak altijd veel gemakkelijker gebeurd dan opbouw, en ook in de toekomst lijkt er geen Big Bang te komen die meer dan incrementele verbeteringen mogelijk maakt. En internationaal tonen nederlagen van Jeremy Corbyn en Bernie Sanders aan dat politiek succes moeilijk blijkt voor een meer kordate linkerzijde.
WAT MOETEN WE DOEN?
Hoe kunnen we aan machtsopbouw doen om de politiek te 'dwingen' tot meer? In het boekKlimaat en sociale rechtvaardigheid (Denktank Minerva, 2019) schreef activiste Natalie Eggermont een hoofdstuk over de waaier aan stromingen binnen de brede klimaatbeweging. Daarin besprak ze juridische acties, de divestment-beweging, massabetogingen en directe actie. Zoals Eggermont stelde: 'Er is geen magic bullet onder deze verschillende actiemiddelen. Verschillende verzetsbewegingen in het verleden combineerden ze tot één geheel. Een succesvolle volksbeweging slaagt er in om alle deuntjes van verzet te spelen en samen te brengen tot één grote canon.'
En inderdaad, misschien is het minst slechte antwoord dat we geen enkele vorm van actie kunnen uitsluiten. Zelf was ik bijvoorbeeld steeds nogal sceptisch over juridische actie. Rechtszaken lijken me meestal weinig politiserend en al te voorzichtig in het benoemen van oorzaken (en vijanden) en oplossingen. Bovendien is er geen enkele garantie dat gewonnen rechtszaken ook leiden tot rechtvaardige oplossingen. Maar anderzijds hebben de verschillende klimaatzaken, en de gewonnen rechtszaak tegen Shell, wel een rol gespeeld in het versterken van de klimaatacties van overheden. In een noodtoestand kunnen we niet anders dan dat verwelkomen.
Anderzijds was ik, en ben ik nog steeds, altijd voorstander van grote massabetogingen. Die bieden de beste kans om de sociale bewegingen, waaronder uiteraard de vakbonden, te verbinden met de klimaatbeweging. Het blijft mijn overtuiging dat dat enorm belangrijk is voor een succesvolle klimaatstrijd, en de citaten van Merkel en Timmermans aan het begin van dit stuk tonen aan dat ze zeker niet onbelangrijk zijn geweest. Maar misschien moeten we ook wel eens verder nadenken over wat we ermee willen bereiken.
De tijd dat de massabetogingen nodig waren enkel en alleen om de aandacht te vestigen op de klimaatproblematiek, is wel stilaan voorbij. Uit opiniepeilingen blijkt dat we de publieke opinie al meehebben in onze eis om een doortastend klimaatbeleid (al kan dat wel nogal verschillen als we van het abstracte naar het concrete gaan). Dienen de massabetogingen dan enkel nog als uitlaatklep voor mensen om hun frustraties over het (non)beleid te tonen, en als ritueel om te laten zien met hoeveel we wel zijn? Of biedt het samenkomen met zo veel mensen hoop, en heeft het daardoor een waarde op zich? Het lijkt me in elk geval belangrijk om op die vragen een antwoord te formuleren, om zo cynisme en defaitisme te vermijden.
'GEWELDLOZE' WEG VERLATEN?
In het prikkelende How to Blow Up a Pipeline pleit de Zweedse onderzoeker (University of Lund) en activist Andreas Malm ervoor om een stap verder te gaan, en de absoluut 'geweldloze' weg van de klimaatbeweging te verlaten. Volgens hem moeten we in de context van de urgente klimaatcrisis ook overgaan tot geweld, niet tegen mensen, maar wel tegen infrastructuur: 'Damage and destroy new CO₂emitting devices. Put them out of commission, pick them apart, demolish them, burn them, blow them up. Let the capitalists who keep on investing in the fire know that their properties will be thrashed.'
Volgens Andreas Malm moeten we met de urgente klimaatcrisis overgaan tot geweld, niet tegen mensen, maar wel tegen infrastructuur.
Hij verwijst onder meer naar klimaatactivisten die de Dakota Access Pipeline in Iowa saboteerden (en daarvoor helaas een celstraf kregen), naar een Zweedse actie waarbij in 2007 een groep activisten de banden van de SUV's in rijke wijken plat lieten lopen, en naar Ende Gelände, een actie waarbij activisten elk jaar gedurende één dag een steenkoolmijn platleggen.
Het boek is geen ongenuanceerd of idioot pleidooi voor elke vorm van geweld, op welk moment dan ook. Integendeel, het is een genuanceerde en interessante kijk op waar en wanneer geweld geoorloofd en nuttig kan zijn. Het bespreekt met open vizier, zonder moralistisch oordeel, de voor- en nadelen van het gebruik van geweld, en dat is een zeer verfrissende aanpak. Maar sabotage (eigenlijk een beter woord in deze context dan geweld, zeker aangezien het geweld eigenlijk komt van degenen die de klimaatcatastrofes veroorzaken) kent ook zijn grenzen.
Ten eerste zal het steeds een klein groepje blijven dat bereid is om over te gaan tot dit soort acties. Zeker wanneer een celstraf of zware boetes het gevolg kunnen zijn, kan je niet verwachten van mensen dat zij hun burgerlijke leven zomaar opzij zetten om zulke risico's te lopen. Dat blijkt ook al uit de (al bij al relatief brave) acties van Extinction Rebellion, die toch voornamelijk door gegoede activisten worden uitgevoerd die helemaal niet bang moeten zijn voor het einde van de maand of voor een al te gewelddadige aanpak door de politie. Eén van de problemen met de beperkte omvang van de groep mensen die bereid is om over te gaan tot sabotage, is dat de impact dan ook altijd beperkt zal blijven. De fossiele infrastructuur is zo wijdverbreid dat er toch al redelijk wat sabotage nodig is om ze steeds opnieuw plat te leggen.
Ten tweede bestaat klimaatbeleid uit twee delen. Enerzijds moeten we fossiele brandstoffen afbouwen, anderzijds moeten we alternatieven opbouwen. Voor het eerste is sabotage (van bijvoorbeeld pijpleidingen) nog geschikt, maar voor het opbouwen van alternatieven helemaal niet. Door de gascentrales van Tinne Van der Straeten op te blazen, hebben we nog geen nieuwe windmolens of zonnepanelen (en riskeren we dus in een noodscenario om even zonder elektriciteit te zitten). Door de banden van SUV's plat te laten lopen, hebben we nog geen degelijk tram- en busnet. Door de villa's met privézwembaden te bezetten, hebben we nog geen energiezuinige sociale woningen. Door privéjets te saboteren of luchthavens te blokkeren, hebben we nog geen degelijk en betaalbaar internationaal treinaanbod. Dat betekent niet dat sabotage niet nuttig kan zijn, maar wel dat het onvoldoende is om te verzekeren dat overheden ook investeren in die alternatieven. Daarvoor zijn dus andere acties of vormen van machtsopbouw nodig.
Wat als havenarbeiders geen olie en gas meer zouden binnenlaten via de haven?
Ik blijf daar hopen op de vakbeweging om met ideeën te komen. In die zin is het misschien wel verbazend dat er toch relatief weinig aandacht uitgaat in het boek – en in het debat in het algemeen – naar de macht van werknemers in de klimaatstrijd. Wat als havenarbeiders geen olie en gas meer zouden binnenlaten via de haven? Wat als werknemers in de steenkoolcentrales gaan staken voor een rechtvaardige transitie naar groene jobs? Wat als werknemers in autofabrieken die nog fossiele wagens produceren zouden staken tot de fabriek de overgang maakt naar elektrische wagens? Wat als piloten nog zouden weigeren te vliegen in de meest vervuilende vliegtuigen?
UTOPISCH?
Utopisch? Uiteraard, maar de utopie van het beperken van de klimaatontwrichting op een sociaal rechtvaardige manier, kan niet zonder de utopie van meer mensen die bereid zijn om meer actie te voeren op meerdere manieren. Malm benadrukt daarbij ook wel vaker het belang van de link tussen saboterende activisten en een grotere massabeweging. Zo stelt hij ook: 'Climate militancy would have to be articulated to a wider anti-capitalist groundswell, much as in earlier shifts of modes of production, when physical attacks on ruling classes formed only minor parts of society-wide reorganization.' Ik wil alvast beloven om voorlopig enkel de banden van de SUV's van de kapitalistische klasse te laten leeglopen, en de werknemers met een SUV nog een héél klein beetje respijt te geven.
Sacha Dierckx
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 1 (januari), pagina 76 tot 79
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
[email protected]
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.