kielhalen
- kiel·ha·len
- samenstelling van kiel en halen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kielhalen |
kielhaalde |
gekielhaald |
zwak -d | volledig |
kielhalen
- overgankelijk (scheepvaart) iemand ter bestraffing aan een touw onder een gekield schip doorhalen
- "Ik zal ze kielhalen" brulde hij dreigend.
- Het woord kielhalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kielhalen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ kielhalen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be