horizont
- ho·ri·zont
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | horizont | horizonten |
verkleinwoord | - | - |
de horizont m
- de lijn waarboven, bij vrij uitzicht zoals op zee, de hemellichamen zichtbaar zijn
- Een nieuwe dag begint wanneer de zon boven de horizont verschijnt.
- ook gespeld: horizon
1.
- Het woord horizont staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "horizont" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
horizont m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /ɦɔrɪzɔnt/
- ho·ri·zont
- Afgeleid van het Duitse Horizont
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)