Reuleaux-driehoek
Een reuleaux-driehoek [ʁœlo] is een figuur gevormd uit de doorsnijding van drie cirkels, elk met zijn middelpunt op een snijpunt van de andere twee. De driehoek behoort tot de reuleaux-polygonen, oneven veelhoeken waarvan de zijden bestaan uit cirkelsegmenten die elk hun middelpunt hebben op een overstaand snijpunt.[1]
De rand van deze driehoek is een curve met constante breedte, de eenvoudigste en bekendste curve met deze eigenschap, behalve de cirkel zelf. 'Constante breedte' betekent dat de afstand van elk tweetal parallelle steunlijnen hetzelfde is.
Constructie en afmetingen
Bij het construeren van een gelijkzijdige driehoek ontstaat de reuleaux-driehoek al eerder dan de echte driehoek. Bij de constructie is alleen een passer nodig: men tekent twee cirkels met de middelpunten op elkaars randen en neemt een van de snijpunten als middelpunt voor een derde, even grote cirkel. Het is niet nodig de cirkels volledig te tekenen, segmenten van 60 graden volstaan.
Uit de constructie blijkt, dat de omtrek van de reuleaux-driehoek de helft is van de cirkel waarvan hij de bogen heeft: hij is immers opgebouwd uit drie van de zes cirkelsegmenten. Op dezelfde manier is te zien, dat een gelijkzijdige driehoek met zijden van lengte r een reuleaux-driehoek geeft met zijden van πr/3, ongeveer 1,047·r.
De reuleaux-driehoek is dus opgebouwd uit drie overlappende cirkelsegmenten; daaruit is de oppervlakte te berekenen. Bij een cirkelstraal r hebben de drie cirkelsegmenten het oppervlak van een halve cirkel, oftewel , maar daarbij is het overlappende deel driemaal geteld. Die overlapping is de gelijkzijdige driehoek; die moet dus tweemaal in mindering gebracht worden. De oppervlakte wordt dan . Een gelijkzijdige driehoek met zijden van een meter levert een reuleaux-driehoek op met een oppervlak van nagenoeg een vierkante meter: 0,9934 m².
Eigenschappen en toepassingen
Met reuleaux-polygonen en alle andere curves van constante breedte zijn putdeksels te maken die evenmin als de gewone ronde in hun put kunnen vallen: ze hebben immers overal dezelfde diameter.
Een andere gebruik van die eigenschap is, dat een glasplaat op rollende reuleaux-polygonen steeds in contact blijft met al de polygonen. Bij een reuleaux-driehoek die op zijn punt staat, ligt het middelpunt echter hoger dan bij een driehoek die op een zij ligt, zodat de as van een 'reuleaux-fietswiel' steeds op en neer zou gaan, terwijl ook de voorwaartse beweging ongelijkmatig is.[2] Als een reuleaux-driehoek op de plaats ronddraait, maakt het zwaartepunt dus een cirkelbeweging, wat in mechanische constructies tot onbalans leidt. Die onbalans kan echter ook nuttig zijn: een potlood of munt met een reuleaux-driehoek als doorsnede rolt niet makkelijk weg, ondanks de constante breedte.
Boor voor hoekige gaten
Een boor die de buitenomtrek van een reuleaux-driehoek heeft, kan gebruikt worden om 'vierkante' gaten te boren. Hiervoor moet de boor op een excentriekconstructie gemonteerd worden; de beweging van de boor is vergelijkbaar met een reuleaux-driehoek die afrolt langs de binnenzijde van een vierkant. Het middelpunt van de driehoek doorloopt een kromme die niet helemaal cirkelvormig is, maar bestaat uit vier gelijke ellipssegmenten. Een boor die zuiver als reuleaux-driehoek uitgevoerd is, snijdt 98,77% van het gat uit: de hoeken zijn iets afgerond.[3][1]
De Engelse Amerikaan[4] Harry Watts ontwierp in 1914 een boor die op de reuleaux-driehoek gebaseerd is. In september 1917 kreeg hij octrooi op zijn mechanisme voor het boren van veelhoekige gaten.[4] De boren van de Watts Brothers Tool Works wijken iets af van de reuleaux-driehoek, waardoor ze de hoeken van het vierkant wat beter uitboren.[5] Watts produceerde ook boren voor vijf-, zes- en achthoekige gaten.
Slijpschijf
Driehoekige slijpschijven en afbraamschijven komen beter in hoeken dan ronde, wat ze geschikt maakt voor het verwijderen van tegellijm en resten van verf of behang. De veranderende afstand tussen as en rand verhindert dat de hoeken helemaal bereikt worden, maar met een excenterconstructie zoals bij watts-boren zou dit wel kunnen.
Munten
Diverse munten hebben een reuleaux-vorm, waaronder de zevenhoekige Britse twenty pences en fifty pences. Door de constante breedte kunnen verkoopautomaten er goed mee overweg.[6] Er bestaan echter ook hoekige munten die geen reuleaux-vorm hebben.
Bermuda heeft vanaf de jaren negentig herdenkingsmunten uitgegeven die de reuleaux-driehoek benaderen, zij het met afgeronde punten. Ze hebben nominale waarden vanaf 1 Bermudaanse dollar, maar worden niet in omloop gebracht als betaalmiddel. De beeldenaars tonen scheepsrampen rond Bermuda en informeel worden ze aangeduid als Bermuda triangles, verwijzend naar de Bermudadriehoek.
Submillimeter Array
De Submillimeter Array, die deel uitmaakt van het Mauna Kea-observatorium, bestaat uit acht radiotelescopen voor apertuursynthese. Apertuursynthese houdt in, dat de telescopen door hun opstelling en uitvoering een gezamenlijk beeld produceren dat veel beter is dan de afzonderlijke beelden. Een opstelling in een smalle ring volgens een curve met constante breedte heeft hiervoor gunstige eigenschappen en uit een bouwstudie bleek, dat een reuleaux-driehoek een betere beeldvorming zou moeten opleveren dan de cirkel.[7] Volgens deze studie van Eric Keto zou een lichte verstoring van de vorm wenselijk zijn om de symmetrie te doorbreken en plaatselijke pieken in de beeldvorming te voorkomen. Het onregelmatige terrein op de Hawaïaanse berg Mauna Kea dwong zulke aanpassingen ook af; wel staan de telescopen opgesteld in een opbollende driehoek.
Een theoretische studie uit 2004 trok de voordelen van de reuleaux-driehoek echter in twijfel. Een simulatie met zestig telescopen gaf aan dat cirkel en de reuleaux-driehoek vrijwel gelijkwaardig zijn bij een opstelling met grote aantallen telescopen en gaf aan dat variatie in de verdeling van de afstanden tussen de telescopen belangrijker was dan het verbreken van de symmetrie. De berekeningen leidden tot de hypothese dat de beeldvorming gelijkmatiger zou zijn als de telescopen opgesteld werden in een brede ring, niet strikt op een gladde curve dus, maar met verspringingen.[8]
Verwante en gelijkende vormen
- Zoals uit een gelijkzijdige driehoek een reuleaux-driehoek gevormd kan worden, kan uit een viervlak een reuleaux-tetraëder gemaakt worden met bolsegmenten die hun middelpunt in de tegenoverliggende hoek hebben. Het geheel heeft heeft echter geen constante breedte.
- Het omwentelingslichaam van de reuleaux-driehoek over een symmetrieas heeft wel een constante breedte.
- Ernst Meißner presenteerde in 1911 een viervlak dat gebaseerd is op de reuleaux-tetraëder. Daarvan verving hij drie ribben door omwentelingslichamen van de cirkel. Er zijn twee varianten: de te vervangen bogen kunnen een zijde omvatten of van een hoekpunt uitgaan. De twee varianten staan bekend als de meissner-tetrahedrons.[9][10][11]
- De levensbloem (flower of life) is een visueel patroon met zesassige symmetrie, dat opgebouwd wordt vanuit twee cirkels die door elkaars middelpunt lopen, zoals bij het construeren van een gelijkzijdige driehoek. Door elk van de snijpunten worden zes gelijke cirkels getrokken en het ontstane patroon kan naar believen uitgebreid worden. Elke ring van drie lensvormige delen is een reuleaux-driehoek.
- De rotor van een wankelmotor heeft iets vlakkere zijden dan een reuleaux-driehoek,[1] maar wordt vaak ten onrechte zo aangeduid.
Geschiedenis
Studie
Hoewel de driehoek genoemd is naar de Duitse ingenieur Franz Reuleaux (1829 – 1905), was hij niet de eerste die ze behandelde: Euler schreef in 1774[12] al een wiskundige verhandeling over vormen met constante breedte, die hij orbiformes noemde.
De werktuigbouwkundige Reuleaux legde andere accenten: hij bestudeerde mechanieken voor het omzetten van bewegingen en wordt beschouwd als de grondlegger van de moderne kinematica. In zijn boek Theoretische Kinematik, Grundzüge einer Theorie des Maschinenwesens[13] legde hij de nadruk op toepasbaarheid en beschreef hij enkele eigenschappen van de uit cirkelsegmenten opgebouwde driehoek, in het bijzonder de consequenties van de constante breedte.
In de twintigste eeuw heeft Hermann Minkowski over de lichamen met constante breedte belangrijke bijdragen geleverd in zijn verhandeling Über die Körper konstanter Breite.[14][15]
Kunst, cultuur en vormgeving
Bij visuele uitingen wordt niet altijd aangegeven dat de gebruikte opbollende driehoek een reuleaux-driehoek is; een aantal van de volgende voorbeelden zijn op het oog als reuleaux aangeduid.
In ornamenten en vlakverdelingen komt de later naar Reuleaux genoemde driehoek al meer dan duizend jaar voor, zoals in een Fenicisch mozaïek uit de 9e eeuw.[16] De reuleaux-driehoek is vaak onderdeel van een groter geheel, doordat hij vanzelf opduikt bij de overlappende cirkels zoals gebruikt worden bij het construeren van een gelijkzijdige driehoek. Daardoor is de reuleaux-driehoek een van de vormen in de levensbloem, vaak aangeduid met de Engelse benaming flower of life. Deze figuur is opgebouwd uit cirkels die overlappen in een zeshoekig patroon.
Levensbloemen zijn als inscriptie aangetroffen in Qurna, op pilaren van het Osireion, dat deel uitmaakt van de dodentempel van farao Seti I, maar het is onaannemelijk dat de inscripties gemaakt zijn bij de bouw van het complex. In de oud-Egyptische kunst kwamen geometrische motieven nauwelijks zelfstandig voor en bovendien zijn er Griekse letters aangetroffen bij de inscriptie. De ouderdom is onduidelijk, mogelijk van na het begin van de christelijke jaartelling.
De reuleaux-driehoek was bekend bij Leonardo da Vinci, die hem onder andere gebruikte voor een schetsmatige wereldkaart in octantprojectie uit 1514 in de Codex Atlanticus; de acht stukken kunnen naar elkaar gebogen worden voor een ruwe benadering van de aardbol. Mogelijk is deze kaart echter niet van de meester zelf, maar afkomstig uit zijn atelier; wel is een voorloper van deze projectie te zien in een ruwe schets uit circa 1508, waarin da Vinci's hand duidelijk is.[17] Een eeuw later, omstreeks 1616, gebruikte Nicolaes van Geelkercken een vergelijkbare projectie. In gebouwen komt hij voor in mozaïeken en als onderdeel van vensterverdelingen. Voorbeelden van zelfstandig gebruik zijn vensters in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Brugge en het Groot Vleeshuis in Gent.
Logo's
- Een vorm van gelijke breedte wordt in het Duits wel aangeduid als een Gleichdick. Een webshop biedt onder die merknaam rokersbenodigdheden aan in de vorm van reuleaux-driehoeken, waaronder asbakken en kruidensnijders voor cannabis. Ook het logo heeft deze vorm.[18]
- Het automerk Lancia plaatst de naam in een embleem met de vorm van een reuleaux-driehoek.
Externe links
- Eric W. Weisstein : Reuleaux Triangle. Op: MathWorld -- A Wolfram Web Resource
- Animatie van een kar op reuleaux-wielen. met compensatiemechanisme voor de baan die het middelpunt van een reuleaux-wiel doorloopt[19]
- Dit artikel, of een eerdere versie ervan, is een vertaling van Reuleaux triangle op DBpedia, dat valt onder CC BY-SA 3.0.
- ↑ a b c Voor de vorm. De Ingenieur. KIVI (19 maart 2018). Geraadpleegd op 24 november 2020.
- ↑ (en) Reuleaux Triangle Bearing - is it possible? (14 juli 2017). Geraadpleegd op 24 november 2020. – Het betreffende fragment begint op 3'32''
- ↑ (en) Eric W. Weisstein, Reuleaux Triangle. mathworld.wolfram.com. Geraadpleegd op 24 november 2020.
- ↑ a b (en) Patent Images. Geraadpleegd op 25 november 2020.
- ↑ (en) Drilling Square Holes with a Reuleaux Triangle. DO IT: Projects, Plans, and How-tos (4 oktober 2011). Geraadpleegd op 24 november 2020.
- ↑ (en) Twenty Pence Coin Designs and Specifications | The Royal Mint. www.royalmint.com. Royal Mint. Geraadpleegd op 29 november 2020.
- ↑ (en) Keto, Eric, The Shapes of Cross-Correlation Interferometers. https://iopscience.iop.org/article/10.1086/303545/fulltext/. Lawrence Livermore National Laboratory, University of California en Smithsonian Astrophysical Observatory (1 februari 1997). Geraadpleegd op 28 november 2020.
- ↑ (en) Webster, Adrian (1 oktober 2004). The electromagnetic properties of aperture‐synthesis telescopes shaped as Reuleaux triangles. Monthly Notices of the Royal Astronomical Society 353 (4): 1304–1310. ISSN: 0035-8711. DOI: 10.1111/j.1365-2966.2004.08158.x. Geraadpleegd op 28 november 2020.
- ↑ (en) Curves and Surfaces of Constant Width - Wolfram Demonstrations Project. demonstrations.wolfram.com. Geraadpleegd op 24 november 2020.
- ↑ (en) Roberts, Patrick, Reuleaux - Meissner. www.xtalgrafix.com (21 september 2011). Geraadpleegd op 27 november 2020.
- ↑ (en) Eric W. Weisstein, Meissner Tetrahedron. mathworld.wolfram.com. Geraadpleegd op 26 november 2020.
- ↑ Gepubliceerd in 1781. Verzameld werk, E513: (la) Euler, Leonhard (1 januari 1781). De curvis triangularibus. Acta Academiae Scientiarum Imperialis Petropolitanae : 3–30
- ↑ (de) Reuleaux, Franz (1875). Theoretische kinematik: Grundzüge einer Theorie des Maschinenwesens. F. Vieweg und Sohn, p. 130 en verder. Geraadpleegd op 1 december 2020.
- ↑ (de) H. (Hermann) Minkowski (2005). Gesammelte abhandlungen von Hermann Minkowski, unter mitwirkung von Andreas Speiser und Hermann Weyl hrsg. von David Hilbert.. University of Michigan Historical Math Collection, "Über die Körper konstanter Breite. (Hoofdstuk XXVII)", p. 277.
- ↑ (en) Goldberg, Michael (1960). Rotors in Polygons and Polyhedra. Mathematics of Computation 14 (71): 229–239. ISSN: 0025-5718. DOI: 10.2307/2003162. Geraadpleegd op 1 december 2020.
- ↑ (en) Why These Discoveries Were Not Made Before: A New Kind of Science | Online by Stephen Wolfram [Page 43]. www.wolframscience.com. Geraadpleegd op 27 november 2020.
- ↑ (en) Tyler, C.W. (2017). Leonardo da Vinci's World Map. Journal of the International Map Collector's Society (149 Summer): 21–31. Geraadpleegd op 1 december 2020.
- ↑ (de) gleichdick. Grinder und Raucherzubehör. gleichdick. Grinder und Raucherzubehör. Geraadpleegd op 1 december 2020.
- ↑ Te vinden op (en) JJam, Inventing the wheel. Mathematical Etudes. Geraadpleegd op 1 december 2020. Ook in (ru) , (fr) en (it) .