Amalie van Nassau-Dietz (1710-1777)
Anna Charlotte Amelia van Nassau-Dietz (Leeuwarden, 13 of 23 oktober 1710 — Durlach (nu Karlsruhe), 18 september 1777) was de dochter van Johan Willem Friso van Nassau-Dietz en Maria Louise van Hessen-Kassel.
Amelia groeide op in Friesland en sprak daardoor onder andere Fries. Na haar huwelijk verhuisde ze naar Durlach.
Huwelijk en kinderen
[bewerken | brontekst bewerken]Amelia trouwde in 1727 in Leeuwarden met Frederik van Baden-Durlach (1703-1732). Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Karel Frederik (1728-1811), markgraaf van Baden-Durlach en vervolgens markgraaf en groothertog van Baden
- Willem Lodewijk (1732-1788), gouverneur van Arnhem
Tijdens haar zwangerschappen tiranniseerde Amalia haar bedienden en vanwege de vele driftbuien van de prinses circuleerden er geruchten aan het hof van Durlach dat ze geestesziek was. Frederik stierf op 26 maart 1732, kort na de geboorte van hun tweede kind. Als verder bewijs van haar vermeende geestesziekte, werd ze ervan beschuldigd dat ze geen tranen vergoot bij het zien van het lijk van haar man.
Haar schoonvader, markgraaf Karel, wilde niet dat Amalia de nieuwe kroonprins Karel Frederik zou beïnvloeden; hoewel moeder en zoon in het Slot Karlsburg te Durlach bleven wonen, leefde Amalia de rest van haar leven in een apart appartement in het kasteel, afgeschermd van de buitenwereld. De opvoeding van haar twee zonen werd overgenomen door haar schoonmoeder Magdalena Wilhelmina van Württemberg (1677-1742).