Apollo CSM
Apollo CSM | ||
---|---|---|
Apollo CSM in baan om de maan | ||
Omschrijving | ||
Functie: | Een mens naar de maan brengen | |
Bemanning: | 3: commandant piloot commandomodule piloot maanlander | |
Afmetingen | ||
Hoogte: | 36,2 ft | 11,03 m |
Diameter: | 12,8 ft | 3,90 m |
Volume: | 218 ft³ | 6,17 m³ |
Massa's | ||
Commandomodule: | 12 807 lb | 5 809 kg |
Servicemodule: | 54 064 lb | 24 523 kg |
Totaal: | 66 871 lb | 30 332 kg |
Raketmotoren | ||
CM RCS (N2O4/UDMH) (12 stuks) |
92 lbf | 409 N per stuk |
SM RCS (N2O4/UDMH) (16 stuks) |
100 lbf | 445 N per stuk |
Service Propulsion System (N2O4/Aerozine 50 ) |
20 500 lbf | 91,2 kN |
Performance | ||
Duur reis: | 14 dagen | 200 omwentellingen |
Apogeum: | 240 000 mijl | 386 200 km |
Perigeum: | 100 mijl | 160 km |
Delta v: | 9 200 ft/s | 2 800 m/s |
Apollo CSM |
De commando-/servicemodule (CSM) was een ruimtevaartuig dat door North American Aviation voor NASA werd gebouwd. Het was een van twee ruimtevaartuigen die waren ontworpen voor het Apolloprogramma om samen met de maanlander (LM) astronauten op de maan te brengen. Na het beëindigen van het Apolloprogramma deed de CSM dienst bij het Skylabproject en bij het Apollo-Sojoez-testproject.
Er werden twee versies van de Commandmodule geproduceerd. De Block-I-variant was bedoeld voor voorbereidende testvluchten en was niet van een topluik en koppelmechanisme voorzien. Het was de bedoeling dat geleerde lessen die met de Block-I-variant werden opgedaan in de complexere Block-II-variant werden verwerkt.
Na de brand in de Apollo 1-commandmodule waarbij drie astronauten omkwamen door een serie ontwerpfouten werd versneld overgegaan op de Block-II-variant. De geplande missies Apollo 1, 2 en 3, die met de Block-I-uitvoering zouden worden uitgevoerd werden geannuleerd. De CSM-Block-I heeft dus nooit met bemanning gevlogen en de eerste echte Apollo-vlucht van het herziene Apolloprogramma werd daardoor Apollo 4.
Het ruimtevaartuig bestond uit twee delen:
- de commandomodule waarin de bemanning en de onderdelen benodigd voor de terugkeer naar de aarde waren ondergebracht
- de servicemodule waarin de aandrijving, de elektriciteitsvoorziening en de opslag voor voedsel voor de bemanning. Voor de terugkeer naar de aarde werd de servicemodule afgeworpen om daarna in de dampkring te verbranden.
Elke commandomodule en elke maanlander kreeg een naam die tijdens de vlucht gebruikt werd in de communicatie:
Missie | CSM | Maanlander |
---|---|---|
Apollo 9 | Gumdrop | Spider |
Apollo 10 | Charlie Brown | Snoopy |
Apollo 11 | Columbia | Eagle |
Apollo 12 | Yankee Clipper | Intrepid |
Apollo 13 | Odyssey | Aquarius |
Apollo 14 | Kitty Hawk | Antares |
Apollo 15 | Endeavour | Falcon |
Apollo 16 | Casper | Orion |
Apollo 17 | America | Challenger |
Voor het Skylabprogramma was er één Apollo CSM aangepast om als reddingsruimteschip te kunnen dienen. Deze capsule had vijf zitplaatsen en was ontworpen om met een tweekoppige bemanning op te stijgen, bij het ruimtestation aan te meren en vervolgens samen met de driekoppige Skylabbemanning terug naar aarde te keren. Tijdens Skylab 3 dreigde deze "reddingssloep" in actie te moeten komen en werd de raket naar het lanceerplatform gereden.
Besturing
[bewerken | brontekst bewerken]Voor de besturing was de CSM uitgerust met hulpraketjes. De besturing werd verzorgd door een primitieve boordcomputer, de Apollo Guidance Computer (AGC). Deze draaide een voor die tijd complexe avionicasuite genaamd Colossus.
Afbeeldingen
[bewerken | brontekst bewerken]-
exterieur
-
interieur
-
schaalmodel