Guido de Moor
Guido de Moor | ||||
---|---|---|---|---|
Guido de Moor, Catherine von Schell en Piet Römer (1967)
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Guido Anthony Christiaan de Moor | |||
Geboren | 31 augustus 1937 | |||
Geboorteplaats | Den Haag | |||
Overleden | 19 september 1989 | |||
Land | Nederland | |||
(en) IMDb-profiel | ||||
(mul) TMDb-profiel | ||||
|
Guido Anthony Christiaan (Guido) de Moor[1] (Den Haag, 31 augustus 1937 – aldaar, 19 september 1989) was een Nederlands acteur en toneelregisseur.
Loopbaan
[bewerken | brontekst bewerken]Guido de Moor deed in 1960 eindexamen aan de Amsterdamse Toneelschool en debuteerde in dat jaar bij het Rotterdams Toneel in het experimentele theaterstuk De gelijkbenigen van Piet Sterckx. In 1962 verbond hij zich aan de Haagse Comedie, waar hij in 1971 Paul Steenbergen opvolgde als artistiek leider.
De Moor speelde vele toneelrollen. Met de Haagse Comedie speelde hij in 1981 Mackie Messer in de Driestuiversopera van Berthold Brecht en Kurt Weill en twee jaar later de hoofdrol in Good van de Schotse auteur C.P. Taylor. Lovende kritieken kreeg De Moor in 1987 toen hij de hoofdrol speelde in Het Wijde Land van Arthur Schnitzler in de uitvoering van het Publiekstheater, als oude man die zijn jonge jaren door de vingers heen ziet glippen.[2] In datzelfde stuk had De Moor 20 jaar tevoren de rol gespeeld van knappe jonge man die een liaison met zijn vrouw heeft en waarin de oude man zelf (Friedrich Hofreiter) werd gespeeld door Ko van Dijk.
De Moor was bij de Haagse Comedie ook regisseur. In 1982 regisseerde hij Romeo en Julia (met in de mannelijke hoofdrol Gijs Scholten van Asschat) en in 1983 Hamlet. In het jaar ervoor regisseerde hij De gelaarsde kat van Ludwig Tieck, dat hij mede had bewerkt.[3]
De Moor was van 1960 tot 1988 te zien op de Nederlandse en Belgische televisie in diverse producties, zoals Tenzij anders voorgeschreven (1960, Nederland)[4], Verlaat gesprek (1967, België), Flanagan (1975, hoofdrol) en Ons soort mensen (1988)[5].
Prijzen en eerbewijzen
[bewerken | brontekst bewerken]De Moor was meervoudig winnaar van de Louis d'Or theaterprijs ( in 1972, 1986, 1987 en 1989). Bij de vierde uitreiking in 1989, voor zijn rol in Hebriana van Lars Norén bij Het Nationale Toneel, wilde de al zieke De Moor de ceremonie zelf niet bijwonen, maar liet zich vertegenwoordigen door zijn zoon en dochter. Bij die gelegenheid liet hij de Paul Steenbergenprijs, die hij in 1985 kreeg van Paul Steenbergen, doorgeven aan Willem Nijholt.[6]
- Postuum
De Guido de Moor-prijs, een prijs voor de meest belovende acteur of actrice van Het Nationale Toneel, is vernoemd naar De Moor. In Den Haag werd in 1990 de Guido de Moorstraat naar hem vernoemd in de wijk Wateringse Veld en tevens is de repetitieruimte van de Koninklijke Schouwburg te Den Haag naar hem vernoemd: de Guido de Moorzaal.
Persoonlijk
[bewerken | brontekst bewerken]De Moor was de zoon van de schilder Christiaan de Moor (1899-1981). Zijn moeder was Italiaans. Hij was getrouwd met actrice Trins Snijders en vader van Martine (actrice) en Jasper de Moor (kunstenaar en acteur).[5]
Aan het eind van zijn leven leed De Moor aan longkanker en was hij aan een rolstoel gekluisterd. Hij liet zich onsuccesvol behandelen in een kliniek in Zwitserland.[7] Guido de Moor overleed op 19 september 1989 in Den Haag.
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Guido Antony Christiaan (annonce in Het Vaderland 01.09.1937) - Delpher.
- ↑ Recensie in NRC
- ↑ De gelaarsde kat, een toneelstuk in twee bedrijven naar Ludwig Tieck door Guido de Moor en Watze Tiesema. Tekstboekje, Amsterdam, Int. Theatre Bookshop /Haagse Comedie, 1982, 108p.
- ↑ Beeldbankarchief
- ↑ a b IMDB beschrijving van Guido de Moor. Gearchiveerd op 14 maart 2007. Geraadpleegd op 17 juli 2023.
- ↑ Sobere uitreiking theaterprijzen. Leidsch Dagblad (29 augustus 1989). Gearchiveerd op 2 april 2018. Geraadpleegd op 1 april 2018.
- ↑ Bert Jansma, Guido de Moor: Toneeldier met grote liefde voor "Het Vak". Leidse Courant (20 september 1989). Gearchiveerd op 2 april 2018. Geraadpleegd op 1 april 2018.