Naar inhoud springen

Jean-Philippe Rameau

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jean-Philippe Rameau
Jean-Philippe Rameau
Jean-Philippe Rameau
Algemene informatie
Volledige naam Jean-Philippe Rameau
Geboren 25 september 1683
Geboorteplaats DijonBewerken op Wikidata
Overleden 12 september 1764
Overlijdensplaats ParijsBewerken op Wikidata
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Werk
Genre(s) Klassiek
Beroep Componist, muziekpedagoog, muziektheoreticus, klavecinist, organist
Instrument(en) klavecimbel, orgel
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) Last.fm-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Jean-Philippe Rameau (Dijon, 25 september 1683Parijs, 12 september 1764) was een van de belangrijkste barokcomponisten in het algemeen en van de Franse componisten in het bijzonder. Hij was niet alleen organist, klavecinist en muziekpedagoog maar geldt als een zeer belangrijk muziektheoreticus wiens invloed tot op de huidige dag doorwerkt. Naast Jean-Baptiste Lully werd hij als hoofdrepresentant van het ancien régime gezien. Zijn omvangrijk muziektheoretisch oeuvre is de basis voor de functionele harmonieleer.

Jean Rameau, de vader van Jean-Philippe, was organist aan verschillende kerken in Dijon. Zijn moeder Claudine de Martinécourt was een notarisdochter en afkomstig uit de lage adel. Jean-Philippe Rameau was het zevende van elf kinderen van het echtpaar en kreeg vanzelfsprekend de eerste muzieklessen van zijn vader. Zijn jongere broer Claude Rameau werd ook organist en zijn zuster Catherine Rameau speelde klavecimbel en was muzieklerares. De zoon van Claude Rameau, Jean-François, is door de roman van Denis Diderot Le neveu de Rameau uit 1761 onvergetelijk geworden.

Jean-Philippe Rameau was scholier op een jezuïetencollege, maar moest het vanwege slechte cijfers verlaten. Op 18-jarige leeftijd maakte hij een reis naar Italië, die hem niet verder dan Milaan bracht.

Traité de l'harmonie réduite à ses principes naturels, Parijs, 1722

In januari 1702 werd hij organist aan de Kathedraal Notre-Dame des Doms in Avignon. In mei 1702 werd hij eveneens organist in Clermont-Ferrand en kreeg een contract voor zes jaar. Maar al in 1706 vertrok hij naar Parijs, waar hij met Louis Marchand samenwerkte. Hij publiceerde daar ook zijn Pièces de clavecin. Tot 1709 was hij titulair-organist aan verschillende kerken in Parijs. In 1709 werd hij opvolger van zijn vader aan de 13e-eeuwse Notre-Dame in Dijon. Ook dit contract gold oorspronkelijk voor zes jaar. Maar al in 1713 vinden we hem als organist in Lyon. In 1715 vertrok hij opnieuw naar Clermont-Ferrand en bleef daar organist tot hij in 1722 weer naar Parijs ging.

In deze periode ontstond het grootste deel van de wereldlijke en geestelijke koormuziek waaronder grand motets die hij bestemde voor een feestelijke kerkdienst ter gelegenheid van het sluiten van de Vrede van Utrecht (1713). Orgelmuziek die hij in deze tijd gecomponeerd zou hebben, is niet bewaard gebleven. Rameaus eerste klavecimbelboek Pièces de clavecin (Parijs, 1706) geeft een helder inzicht over zijn opvattingen over muziek voor toetsinstrumenten in deze tijd. Ook na zijn vertrek naar Parijs in 1722 en de eerste operasuccessen in de jaren 1730 blijft hij organist, tot 1738.

De theoreticus

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1722 publiceerde hij zijn Traité de l'harmonie réduite à ses principes naturels in Parijs, dat hij al in in Clermont-Ferrand, in Auvergne, geschreven had. Het is een belangrijk en invloedrijk werk in de muziektheorie dat Rameau in één klap beroemd maakte. Samen met het aanvullende Nouveau Système de musique theorique in 1726 legde het werk de basis voor de moderne muziektheorie voor akkoord- en harmonieleer. Hij bepaalde met «l'accord tonique» de tonica voor de drieklank die de basis van de klassieke muziek is geworden.

Tot 1760 werden nog vijf muziektheoretische werken gepubliceerd, waarin hij de harmonische betrekkingen in de opbouw van het boventoonscala ontwikkelt. Van 1752 tot 1754 verdedigde hij de Franse barokopera en zijn these van het primaat van de harmonie over de melodie tegen de encyclopedisten in de zo genoemde buffonistenstrijd. Zijn betrekking tot de cirkel van de encyclopedisten blijft ambivalent, felle debatten met Jean-Jacques Rousseau staan naast de waardering en bewondering door Denis Diderot en Jean Baptist Le Rond d'Alembert.

Jacques Aved, Jean-Philippe Rameau met viool, Dijon, Musée des Beaux-Arts

De première van de opera Hippolyte et Aricie in 1733 was een keerpunt in zijn leven. De opera werd door zijn tijdgenoten als belangrijkste genre gezien. Nieuwe composities werden zeer kritisch beoordeeld. Rameau gelukte het om enerzijds de vorm van de door Jean-Baptiste Lully gecreëerde Tragédie en musique te volgen, maar anderzijds de focus van het handeling dragende recitatief naar de uitwerking van vocale solopartijen, ensembles en instrumentale taferelen te verschuiven. Met zijn roem als componist kwam ook een oplossing voor zijn financiële problemen.

Rond 1727 leerde hij Alexandre Le Riche de la Pouplinière, de generale rentmeester (fermier général) van de koning Lodewijk XV van Frankrijk kennen. Hij werd de mecenas van Rameau en liet hem met zijn familie in zijn paleis in de rue de Richelieu wonen. Twaalf jaar leidde Rameau het privéorkest van Le Riche de la Pouplinière. Hij kon toen waardevolle ervaring met instrumenten opdoen en met het ensemble experimenteren.

In 1752/1753 kwam het met de buffonistenstrijd (Frans: Querelle des Bouffons) tot een grote breuk in Rameaus operacarrière. In het begin van de 18e eeuw vond men de Italiaanse muziek geleerd en de Franse muziek eenvoudig en natuurlijk. Rousseau daarentegen wees op de eenvoud van de Italiaanse muziek tegenover de complexiteit van de Franse muziek met haar volle orkestratie, gecompliceerde polyfonie en harmonische zettingen. Rousseau heeft in zijn Lettre sur la musique française afgedaan met de Franse muziek, want "uitsluitend de Italiaanse taal was adequaat voor de muziek" omdat zij "zacht, klankvol, harmonisch en wel geaccentueerd" klonk. Tegenover het muzikale ideaal van de Franse late barok hebben de encyclopedisten rondom Jean-Jacques Rousseau de idealen van de natuurlijkheid en melodieuze zingbaarheid gesteld. Le Riche de la Pouplinière koos de zijde van Rousseau en liet Rameau vallen.

De laatste jaren van Rameaus leven stonden in het teken van de samenwerking met de danstheoreticus, librettist en encyclopedist Louis de Cahusac. In zijn laatste werken kon Rameau de uitdrukkingsmogelijkheden van de instrumentale muziek nog meer verhogen.

Rameau was in de eerste plaats operacomponist, die rond 35 werken voor het toneel schreef. Zijn balletcomposities werden enthousiast ontvangen. Tijdens zijn jaren als organist schreef hij een reeks cantates en motetten. Een verdere mijlpaal in zijn oeuvre zijn de Pièces de clavecin en concerts en zijn Pièces de clavecin.

Op 25 februari 1726 huwde hij in de Saint-Germain-l'Auxerrois in Parijs op 42-jarige leeftijd de slechts 19-jarige Marie-Louise Mangot (1785), telg van een muzikale familie. Haar vader was symphoniste du roi en haar moeder ballerina. Marie-Louise was een goede zangeres en musicienne en zong in enkele opera's van Rameau, met name Hippolyte et Aricie en Castor et Pollux.[1] Samen hadden zij twee zonen en twee dochters.

Muziektheater

[bewerken | brontekst bewerken]
Voltooid in titel aktes première libretto
1723 L'Endriague 3 aktes 3 februari 1723, Parijs, Théâtre des marionnettes de Dolet et La Place, Foire Saint-Germain Alexis Piron
1726 L'Enrôlement d'Arlequin 1 akte 3 februari 1726, Parijs, Théâtre d'Honoré, Foire Saint-Germain Alexis Piron
1726 La Robe de dissension
(of: Le Faux Prodige)
2 aktes 7 september 1726, Parijs, Théâtre d'Honoré et Francisque, Foire Saint-Laurent Alexis Piron
1732 Samson 5 aktes niet uitgevoerd; verloren Voltaire
1733 rev.1742 Hippolyte et Aricie 5 aktes 1 oktober 1733, Parijs, Académie royale de musique;
gereviseerde versie:
11 september 1742, Parijs, Académie royale de musique
Abbé Simon-Joseph Pellegrin
1737 Castor et Pollux 5 aktes 24 oktober 1737, Parijs, Académie royale de musique Pierre-Joseph Gentil-Bernard
1739 Dardanus Proloog en 5 aktes 19 november 1739, Parijs, Académie royale de musique Charles-Antoine Leclerc de La Bruère
1744 La Rose
(of: Les Jardins de l'Hymen),
(ook: Les Fêtes de l'Hymen)
Proloog en 1 akte 5 maart 1744, Parijs, Théâtre de l'Opéra-Comique, Foire Saint-Germain Alexis Piron
1745 Platée
(of: Junon jalouse)
Proloog en 3 aktes 31 maart 1745, Versailles, Théâtre du château Jacques Autreau,
rev. van Adrien-Joseph Le Valois d'Orville
1749 Zoroastre 5 aktes 5 december 1749, Parijs, Académie royale de musique Louis de Cahusac
1751 Acanthe et Céphise
(of: La Sympathie)
Proloog en 3 aktes 18 november 1751, Parijs, Académie royale de musique Jean-François Marmontel
1752 Linus 5 aktes niet uitgevoerd Charles-Antoine Leclerc de La Bruère
1753 Daphnis et Églé 1 akte 30 oktober 1753, Fontainebleau, Théâtre du château Charles Collé
1753 Lisis et Délie 1 akte niet uitgevoerd; verloren Jean-François Marmontel
1758 Le Procureur dupe sans le savoir 1 akte niet uitgevoerd; verloren anoniem
1760 Les Paladins 3 aktes 12 februari 1760, Parijs, Académie royale de musique Jean François Duplat de Monticourt,
naar Jean de La Fontaine: Le petit chien qui secoue l'argent et des perrieres
en Ludovico Ariosto: Orlando furioso
1763 Les Boréades 5 aktes niet uitgevoerd Louis de Cahusac
Voltooid in titel aktes première libretto
1735
rev.1736
Les Indes galantes
  1. Le Turc généreux
  2. Les Incas du Pérou
  3. Les Fleurs
  4. Les Sauvages
Proloog en 4 entrées
(aanvankelijk slechts eerste 2)
23 augustus 1735, Parijs, Académie royale de musique;
gereviseerde versie: 10 maart 1736, Parijs, Académie royale de musique
Louis Fuzelier
1739 Les Fêtes d'Hébé

(of: Les Talents lyriques)

  1. La Poésie
  2. La Musique
  3. La Danse
Proloog en 3 entrées 21 mei 1739, Parijs, Académie royale de musique Antoine Gauthier de Montdorge
1745 La Princesse de Navare 3 aktes 23 februari 1745, Versailles, Théâtre du château Voltaire
1745 Les Fêtes de Polymnie
  1. Le Temple de Mémoire
  2. La Fable
  3. L'Histoire
  4. La Féérie
Proloog en 3 entrées 12 oktober 1745, Parijs, Académie royale de musique Louis de Cahusac
1745
rev.1746
Le Temple de la gloire
  1. Bélus et Erigone
  2. Bacchus
  3. Trajan
5 aktes (oorspronkelijk);

Proloog en 3 aktes

27 november 1745, Versailles, Théâtre du château;

gereviseerde versie: 19 april 1746, Parijs, Académie royale de musique

Voltaire
1745 Les Fêtes de Ramire

bewerking van: La Princesse de Navarre

1 akte 22 december 1745, Versailles, Théâtre de château Voltaire
1747 Les Fêtes de l'Hymen et de L'Amour

(of: Les Dieux d'Égypte)

  1. Osiris
  2. Canope
  3. Aruéris ou Les Isies ou Les Isiennes
Proloog en 3 entrées 15 maart 1747, Parijs, Académie royale de musique Louis de Cahusac
1748 Zaïs Proloog en 4 aktes 29 februari 1748, Parijs, Académie royale de musique Louis de Cahusac
1748 Pigmalion 1 akte 27 augustus 1748, Parijs, Académie royale de musique Ballot de Savot,
naar Antoine Houdar de La Motte, Le Triomphe des arts
1749 Naïs Proloog en 3 aktes 22 april 1749, Parijs, Académie royale de musique Louis de Cahusac
1751 La Guirlande

(of: Les Fleurs enchantées

1 akte 21 september 1751, Parijs, Académie royale de musique Jean-François Marmontel
1753 Les Sibarites (originele titel: Sibaris) 1 akte 13 november 1753, Fontainebleau, Théâtre du château Jean-François Marmontel
1754 Anacréon 1 akte 23 oktober 1754, Fontainebleau, Théâtre du château Louis de Cahusac
1754 La Naissance d'Osiris ou La Fête Pamilie 1 akte 12 oktober 1754, Fontainebleau, Théâtre du château Louis de Cahusac
1757 Les Surprises de l'amour
  1. Le Retour d'Astrée
  2. L'Enlévement d'Adonis (ook: Vénus et Adonis)
  3. La Lyre enchantée
  4. Anacréon
Proloog en 3 aktes 31 mei 1757, Parijs, Académie royale de musique Pierre-Joseph Bernard
Nélée et Myrthis

(of: Les Beaux jours de l'amour)

niet uitgevoerd anoniem
Io 1 akte; onvoltooid niet uitgevoerd anoniem
Zéphire
(of: Les Nymphes de Diane)
niet uitgevoerd anoniem

Wereldlijke cantates

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1715-1718 Thétis (bas),
  • 1715-1719 Aquilon et Orithie (bas)
  • 1715-1722 L'impatience (sopraan)
  • 1721 Les amants trahis (sopraan, bas)
  • 1721 Orphée (sopraan)
  • 1728 Le berger fidèle (sopraan)
  • 1713-1715 Deus noster refugium (gecomponeerd ter gelegenheid van het sluiten van de Vrede van Utrecht)
  • 1713-1715 Quam dilecta (idem)
  • voor 1720 In convertendo
  • voor 1722 Laboravi (in de Traité de l'harmonie, 1722)
  • (auteurschap onzeker) Diligam te et Inclina Domine
  • 1706 Premier livre de pièces de clavecin
  • 1724 Pièces de clavecin avec une méthode pour la mécanique des doigts Tambourin
  • 1729-1730 Nouvelles suites de pièces de clavecin [...] avec des remarques sur les différens genres de musique
  • 1736 Les Indes galantes, ballet, reduit à quatre grands concerts (Bevat ook het originele klavecimbelwerk Les Sauvages)

Theoretische werken (selectie)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Traité de l'harmonie reduite à ses principes naturels (Parijs, 1722)
  • Nouveau système de musique théorique (Parijs, 1726)
  • Dissertation sur les différentes méthodes d'accompagnement pour le clavecin, ou pour l'orgue (Parijs, 1732)
  • Génération harmonique, ou Traité de musique théorique et pratique (Parijs, 1737)
  • Mémoire où l'on expose les fondemens du Système de musique théorique et pratique de M. Rameau (1749)
  • Observations sur notre instinct pour la musique (Parijs, 1754)
  • 'Origine des modes et du tempérament', Mercure de France (juni 1761)
  • Origine des sciences, suivie d'une controverse sur le même sujet (Parijs, 1762)
[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Jean-Philippe Rameau van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.