Naar inhoud springen

Lockheed L-1011 TriStar

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
L-1011 TriStar
Een Lockheed L-1011 TriStar in 2005
Een Lockheed L-1011 TriStar in 2005
Type(n) Widebody
Lengte 54.2 meter
Spanwijdte 47.3 meter
Hoogte (vanaf de grond) 16.7 meter
Motoren Rolls-Royce RB.
Kruissnelheid Mach 0.90
Eerste vlucht 16 november 1970
Status in gebruik
Voornaamste gebruikers British Airways
Delta Air Lines
Eastern Air Lines
Aantal gebouwd 250
Portaal  Portaalicoon   Luchtvaart

De Lockheed L-1011 TriStar, ook vaak de L-1011 genoemd, is een widebody passagiersvliegtuig, en het derde vliegtuig van dit type dat in gebruik werd genomen. De vorige twee waren de Boeing 747 en de McDonnell Douglas DC-10. Net als de DC-10 is de Tristar een driemotorig straalvliegtuig. Tussen 1968 en 1984 bouwde Lockheed in totaal 250 exemplaren van de TriStar.

Een Delta Air Lines L1011

In de jaren 60 van de 20e eeuw benaderde American Airlines Lockheed en diens concurrent Douglas (later McDonnell Douglas) met het verzoek voor een nieuw type passagiersvliegtuig kleiner dan de 747, maar nog steeds in staat tot het vervoeren van een groot aantal passagiers en lading. Lockheed was sinds de jaren 50 grotendeels afwezig op de markt van passagiersvliegtuigen na problemen met de L-188 Electra. Daar ze echter ook problemen hadden met hun toenmalige militaire projecten, stemden ze toe. Hun antwoord op American Airlines’ verzoek was de L-1011 TriStar. Het vliegtuig werd oorspronkelijk ontworpen als een "jumbo twin", maar uiteindelijk koos men voor een ontwerp met drie motoren zodat het vliegtuig genoeg voortstuwingskracht had om op te stijgen van vrijwel alle bestaande startbanen.[1]

American Airlines was op zich geïnteresseerd in het ontwerp, maar koos uiteindelijk voor de Douglas DC-10.[2] Zonder steun van American Airlines werd de TriStar uiteindelijk gelanceerd op bestelling van TWA en Eastern Air Lines. Hoewel de ontwikkeling van de Tristar gelijk liep met die van de DC-10, slaagde Douglas erin zijn toestel een jaar eerder op de markt te brengen. In februari 1971, na een lange periode van ontwikkeling en grote productiekosten (met name door Lockheeds RB211 turbofanmotoren), ging Rolls-Royce plc failliet. Voor Lockheed was het toen al te laat om nog van motoren te veranderen. Uiteindelijk gaf de Britse overheid een subsidie om Rolls-Royce erbovenop te helpen, op voorwaarde dat de Amerikaanse overheid een lening zou geven aan Lockheed om de L-1011 af te maken.[3]

Het toestel was ontworpen om maximaal 400 passagiers te kunnen vervoeren. Het prototype van het toestel vloog voor het eerst op 16 november 1970. Op 26 april 1972 werd de eerste TriStar verkocht aan Eastern Air Lines.

Lockheed moest minstens 500 vliegtuigen verkopen om de kosten terug te verdienen, maar in 1981 werd besloten te stoppen, na de productie van 250 vliegtuigen.

De L-1011-1 was het eerste model van de L-1011, ontwikkeld voor korte en middellange vluchten. Dit type werd gekocht door Air Canada, ANA, Cathay Pacific, Eastern en andere maatschappijen met reguliere vliegroutes.

De L-1011-50 was een geüpgrade versie van de L-1011-1, met een toename van het maximale startgewicht (195.580 kg of 204.120 kg). Brandstofcapaciteit werd niet vergroot.

De L-1011-100 vloog voor het eerst in 1975 en had een nieuwe brandstoftank. Deze herziene versie vergrootte de actieradius van het vliegtuig met bijna 1.500 kilometer. Het toestel werd gekocht door enkele maatschappijen met lange vliegroutes, zoals TWA, Air Canada en BEA.

De L-1011-150 was een versie van de L-1011-1 met een maximum startgewicht van 213,190 kg. Het toestel was alleen beschikbaar als een aangepaste versie van de L-1011-1.

De L-1011-200 werd geïntroduceerd in 1976. Hoewel hij vrijwel gelijk was aan de -100, gebruikte dit toestel Rolls-Royce RB.211-524B motoren voor betere prestaties vanaf vliegvelden in warme gebieden of op grote hoogte.

De L-1011-250 was een verbeterde versie van de L-1011-1 en alle L-1011-100 en L-1011-200 vliegtuigen. Het had een maximumstartgewicht van 231.340 kg en een brandstofcapaciteit van 119.735 liter. Deze variant gebruikte de verbeterde RB211-524B4I-motor.

De L-1011-500 was een lange-afstandsvliegtuig dat voor het eerst werd getest in 1978. Dit toestel was 4,3 meter korter dan de andere modellen. Ook had dit toestel sterkere motoren dan de -200 serie. De -500 variant was populair onder binnenlandse luchtvaartmaatschappijen, en vormde ook een groot deel van de L-1011-vloot van Delta en British Airways. Negen toestellen van dit type zijn omgebouwd tot tankervliegtuigen voor de Royal Air Force.

Specificaties

[bewerken | brontekst bewerken]
L-1011-1 L-1011-200 L-1011-500
Cockpitbemanning Drie
Aantal zitplaatsen 253 (3 klassen) 263 234 (3 klassen)
Lengte 54,2 meter 50 meter
Spanwijdte 47,3 meter 50,1 meter
Staart 21,8 meter
Hoogte 16,7 meter
Vleugeloppervlak 321,1 m² 329,0 m²
Leeg gewicht 101.867 kg 105.052 kg 105.573 kg
Maximum startgewicht 195.000 kg 209.000 kg 225.000 kg
Maximumsnelheid Mach 0,95
Kruissnelheid Mach 0,90
Bereik indien volledig beladen 7.419 km 10.200 km
Motoren (3x) Rolls-Royce RB.211-22 Rolls-Royce RB.211-524B
De Stargazer

Geproduceerde toestellen

[bewerken | brontekst bewerken]
1985 1984 1983 1982 1981 1980 1979 1978 1977 1976 1975 1974 1973 1972 1971 1970 Totaal
3 5 5 13 28 24 14 8 12 16 24 41 39 17 0 0 249
  1. PBS - Chasing the Sun - Lockheed L-1011
  2. Boyne, Walter J., Beyond the Horizons: The Lockheed Story. St. Martin's Press: New York, 1998, p. 354.
  3. "New Life for TriStar", Time, May 17, 1971. Gearchiveerd op 20 december 2011. Geraadpleegd op 6 januari 2007.
[bewerken | brontekst bewerken]
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Lockheed L-1011 TriStar op Wikimedia Commons.