Naar inhoud springen

Neon (element)

Zoek dit woord op in WikiWoordenboek
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Neon
1 18
1 H 2 Periodiek systeem 13 14 15 16 17 He
2 Li Be B C N O F Ne
3 Na Mg 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Al Si P S Cl Ar
4 K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
5 Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
6 Cs Ba Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
7 Fr Ra ↓↓ Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
 
Lanthaniden La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
Actiniden Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Neon in een gasontladingslamp
Neon in een gasontladingslamp
Algemeen
Naam Neon
Symbool Ne
Atoomnummer 10
Groep Edelgassen
Periode Periode 2
Blok P-blok
Reeks Edelgassen
Kleur Kleurloos
Chemische eigenschappen
Atoommassa (u) 20,17
Elektronenconfiguratie [He]2s2 2p6
Oxidatietoestanden 0
Atoomstraal (pm) 71
1e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) 2080,68
2e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) 3952,38
3e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) 6122,04
Fysische eigenschappen
Dichtheid (kg·m−3) 0,89994
Smeltpunt (K) 24,53
Kookpunt (K) 27,1
Aggregatietoestand Gas
Smeltwarmte (kJ·mol−1) 0,3317
Verdampingswarmte (kJ·mol−1) 1,7326
Van der Waalse straal (pm) 154
Kristalstructuur k.v.g. (bij kamertemp.)
Molair volume (m3·mol−1) 16,71 · 10−6 (vloeibaar)
Geluidssnelheid (m·s−1) 435
Specifieke warmte (J·kg−1·K−1) 904
Warmtegeleiding (W·m−1·K−1) 0,0491
SI-eenheden en standaardtemperatuur en -druk worden gebruikt,
tenzij anders aangegeven
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde
Het oranje licht van een neon-buis

Neon is een chemisch element met symbool Ne en atoomnummer 10. Het is een kleurloos edelgas.

Neon is in 1898 ontdekt door William Ramsay en Morris Travers, vrijwel gelijktijdig met de elementen xenon en krypton. Het Griekse woord neon betekent nieuw.

Neon wordt vaak als warmtetransportmedium in koelinstallaties gebruikt. Naast de goede thermische eigenschappen vindt neon om zijn oranje uitstraling in ontladingsbuizen ook veel toepassing in reclameverlichting; in natriumlampen W.L. (gele straatlantaarns) wordt het gebruikt om bij het starten de gasontlading op gang te helpen tot de lamp warm genoeg is om het gele natriumlicht te gaan verspreiden. De reclameverlichtingen die vaak als groep neonlicht worden genoemd, bevatten soms neon, maar ook andere gassen zoals argon worden gebruikt.

Opmerkelijke eigenschappen

[bewerken | brontekst bewerken]

Neon is na helium het lichtste edelgas en gloeit oranje/rood op bij ontlading in een elektronenbuis. Net als een aantal andere edelgassen kan neon bindingen aangaan met fluor. Dit is echter alleen in laboratoriumopstellingen aangetoond en nog nooit in de natuur. Tijdens massaspectrometrisch onderzoek zijn Ne+, (NeAr)+, (NeH)+ en (HeNe)+ aangetoond. Verder kan neon instabiele hydraten vormen.

In de aardatmosfeer komt neon sporadisch voor (ongeveer 0,0015%) in ongebonden toestand. Het kan industrieel geproduceerd worden via gefractioneerde destillatie van gekoelde lucht.

Zie Isotopen van neon voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Stabielste isotopen
Iso RA (%) Halveringstijd VV VE (MeV) VP
20Ne 90,48 stabiel met 10 neutronen
21Ne 0,27 stabiel met 11 neutronen
22Ne 9,25 stabiel met 12 neutronen
24Ne syn 34,24 min β 2,470 24Na

Van neon komen drie stabiele isotopen voor: 20Ne (90,48%), 21Ne (0,27%) en 22Ne (9,25%). Via neutronemissie en α-verval kunnen uit 24Mg en 25Mg de isotopen 21Ne en 22Ne worden geproduceerd. Isotopisch onderzoek van buitenaardse rotsblokken heeft aangetoond dat in het heelal 21Ne wordt geproduceerd. Dat houdt in dat neon kan worden gebruikt voor het bepalen van de ouderdom van dit soort rotsen en meteorieten.

Toxicologie en veiligheid

[bewerken | brontekst bewerken]

Neon is niet brandbaar, explosief of giftig. Het wordt verhandeld in cilinders die onder hoge druk staan. Bij te snelle ontsnapping van het gas kunnen brandwonden op huid of ademhalingswegen ontstaan.

[bewerken | brontekst bewerken]