Naar inhoud springen

Paulus Diaconus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Paulus Diaconus
Fictief portret van Paulus Diaconus zoals voorgesteld door een 10e-eeuwse manuscriptverlichting
Fictief portret van Paulus Diaconus zoals voorgesteld door een 10e-eeuwse manuscriptverlichting
Hoofdambt Monnik
Religie Rooms-Katholicisme
Plaats Pavia
Orde Benedictijnen
Gemeenschap abdij van Monte Cassino
Bijnaam Casinensis, Levita, Warnefrid
Geboortedatum ca. 728
Geboorteplaats Friuli, Byzantijnse Rijk
Sterfdatum 13 april, ca. 799/800
Sterfplaats Frosinone, Byzantijnse Rijk
Spiritueel ambt
Periode 782-tussen 796/799
Ander ambt Historicus, kroniekschrijver
Discipline
Leer Grammaticus
Onderzoek Germaanse historie, geschiedenis van Rome, geschiedenis van de Longobarden
Bekend van Historia Romana, Historia gentis Langobardorum
Portaal  Portaalicoon   Religie

Paulus Diaconus (ook wel Casinensis, Levita of Warnefrid genoemd c. 728 – 799/800) was een Longobardische monnik en een van de eerste 'Germaanse' historici. Aan het hof van Karel de Grote was hij een van de drijvende krachten achter de Karolingische renaissance.

Paulus Diaconus studeerde in Pavia onder leiding van Flavianus de grammaticus en werd waarschijnlijk secretaris van de Longobardische koning Desiderius. Hij onderwees diens dochter Adelberga. In 782 werd hij monnik in de abdij van Monte Cassino, bij de orde der Benedictijnen.

Hij behoorde aanvankelijk tot de 'rebellen' die zich onder Rodgaud van Friaul tegen de onderwerping door de Franken hadden verzet. De familiale landgoederen werden daarop geconfisqueerd, zijn broer werd afgevoerd en gevangengezet in Frankrijk, en Paulus vluchtte naar Benevento aan het hof van Arichis II (die getrouwd was met zijn leerlinge Adelberga, de dochter van Desiderius).

Jaren later zond Paulus aan Karel de Grote, die toen in Italië was, verzen met de smeekbede om zijn broer de vrijheid te schenken. De koning besliste daarop om Paulus' broer vrij te laten op voorwaarde dat Paulus lid zou worden van zijn hofhouding in Aken. De koning was namelijk onder de indruk van zijn literaire capaciteiten. Aan het hof nam Paulu samen met de geleerden Alcuin en Einhard deel aan de Frankische koningspaleisschool, waar hij de koning ontmoette voor geleerde discussies.[1] Hij was aan de hofschool verbonden als leraar geschiedenis, maar lange tijd bracht hij door in Metz voor zijn opdracht om een chronologie van de bisschoppen van Metz op te stellen, en daardoor de heilige Arnulf, Karels stamvader, te verheerlijken.

In 787 keerde Paulus terug naar zijn geliefde Monte Cassino, nadat zijn broer werd begenadigd en zijn bezittingen terugkreeg, waar hij later overleed.

Zijn eerste werk was een beschrijving van de geschiedenis van Rome, van Eutropius tot Justinianus I van Byzantium, de Historia Romana. Hij droeg het werk op aan Adalperga, de hertogin van Benevento.

Zijn belangrijkste werk is de Historia gentis Langobardorum. Het boek bestrijkt de geschiedenis van de Longobarden vanaf het einde van de zesde eeuw tot en met het einde van de achtste eeuw. Het bevat veel informatie over de Franken, de Longobarden en het Oost-Romeinse Rijk.

Voor Angilram (de bisschop van Metz) schreef hij een geschiedeniswerk over de bisschopszetel van Metz, getiteld Gesta episcoporum Mettensium.

Paulus heeft ook preken, gedichten en een commentaar op de Benedictijner regels nagelaten.

  • Carmina
  • Commentarius in Donati artem
  • Epistulae
  • Excerpta ex libris Pompeii Festi de significatione verborum
  • Explanatio in regulam S. Benedicti
  • Fabulae
  • Historia Langobardorum (veelzeggend is dat hij dit werk laat stoppen voor de inval door de Germanen)
  • Historia Romana
  • Homiliae
  • Homiliarius de sanctis
  • Homiliarius de tempore
  • Libellus de ordine et gestis episcoporum Metensium
  • Passio S. Cypriani
  • S. Arnolfi episcopi vita et miracula
  • Rudolf Wahl, Karel de Grote, Vader van Europa , Elsevier, 1981, ISBN 9010032981.
[bewerken | brontekst bewerken]