De Eerste Engels-Nederlandse Oorlog of Eerste Engelse Zeeoorlog, was een oorlog, geheel op zee bevochten, tussen het Engelse Gemenebest en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, van 29 mei1652 tot 8 mei1654. In de vroege 17e eeuw beschikten de Nederlanders over een gigantische handelsvloot, groter dan de vloten van alle Europese landen bij elkaar. Ze hadden een zeer dominante positie in de Baltische handel en een belangrijk deel in handen van de scheepvaart op de rest van Europa. Ze veroverden verder nog grote delen van de Portugese koloniën, waaronder die in het door de specerijenhandel zeer profijtelijke Oost-Indië.
De expeditie naar de westkust van Guinea was een strafexpeditie van de Nederlandse Marine in 1869 en 1870 naar Commendah, aan de westkust van Guinea. In de morgen van 6 november 1867 verliet het stoomschipHet Metalen Kruis de rede van Texel om een zending naar de kust van Guinea te volbrengen, waar men op 26 november van dat jaar aankwam. De hoofdzetel van het Nederlandse gezag aldaar was gevestigd in St. George d'Almina in het kasteel St. George en in het daar vlakbij gelegen fort Koenraadsburg.
Het Bombardment van Shimonoseki (Japans:下関戦争/馬関戦争, Shimonoseki Sensō/Bakan Sensō) is de benaming van een reeks militaire conflicten, uitgevochten in 1863-64 tussen aan de ene kant de gecombineerde marines van het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Frankrijk en de Verenigde Staten en aan de andere kant het Japanse domein Choshu (長州藩, Chōshū han). De strijd vond plaats langs de oevers van de Straat van Kammon.
De Zeeslag bij Nieuwpoort vond plaats op 12-13 juni1653, en wordt vaak ook de Slag van de Gabbardbank of de Slag bij Noord Voorland genoemd. In het Engels heet hij de Battle of the Gabbard. De latere Tweedaagse Zeeslag wordt overigens ook wel eens de Slag bij Noord Voorland genoemd. Verwarring kan ook ontstaan met de beroemde Slag bij Nieuwpoort uit 1600 die echter door legers op het land werd geleverd.
De Eerste Slag bij Tobago was van 3 tot en met 12 maart1677 een veroveringspoging van de Franse vloot op de Nederlandse kolonie Nieuw Walcheren op Tobago voor de kust van Venezuela, waarbij commandeur Jacob Binckes met hulp van kapitein Roemer Vlacq een strategische overwinning behaalde en de Fransen terugdreef. Bij de aanval verloren de Nederlanders 10 schepen en de Fransen 6. Ook werden 2 Franse schepen buitgemaakt.
De Slag op het Haarlemmermeer was een gevecht tussen de geuzen en de Spaanse troepen op het Haarlemmermeer. De slag vond plaats op 26 mei1573. De slag was een poging het beleg van Haarlem door de Spanjaarden te breken. Deze hadden hun schepen, versterkt met schepen uit het Spaansgezinde Amsterdam, het Haarlemmermeer op kunnen laten varen nadat in de nacht van 4 op 5 maart 1573, op bevel van Don Frederik, de Hoogen Dijk was doorgraven.
De Slag op de Zuiderzee op 11 oktober1573 was een treffen tussen de watergeuzen en een Spaanse vloot, dat werd gewonnen door de watergeuzen. Voorafgaand aan de Slag op de Zuiderzee hadden de watergeuzen enkele strategische plaatsen veroverd, zoals Den Briel (1 april1572) en Vlissingen (22 april 1572).
Met de Spaanse Armada (armada is Spaans voor 'gewapende' vloot) wordt meestal de 'Onoverwinnelijke Vloot' (Armada Invencible) bedoeld waarmee de Spaanse koning Filips II tijdens de Spaans-Engelse Oorlog (1585-1604) probeerde Engeland binnen te vallen in het voorjaar en de zomer van 1588.
De Slag bij Sluis was een zeeslag tijdens de Tachtigjarige Oorlog op 26 mei1603 tussen een Spaanse vloot onder Frederik Spinola en een Zeeuwse vloot onder Joost de Moor.
Frederik Spinola was een kaperkapitein die reeds bij Portugal een nederlaag had geleden tegen een Engels eskader en bij Oostende tegen een Hollands eskader. In Sluis herbouwde hij zijn vloot. Buitengaats wachtte een blokkade-eskader van twee galeien, een kleiner schip en een bewapende koopvaarder onder Joos(t) de Moor.
De Slag bij Livorno (in het Engels: Battle of Leghorn) vond plaats op 14 maart1653, tijdens de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog, bij (Livorno), Italië.
Het was een overwinning voor een Nederlandse vloot onder commandeur Jan van Galen op een Engelse vloot onder kapitein Henry Appleton. Later verscheen een Engelse vloot onder Richard Badiley, die Appleton had geprobeerd te bereiken, maar die vluchtte in het zicht van een overmacht.
De Vierdaagse Zeeslag was een zeeslag tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. Het gevecht duurde van 11 juni tot 14 juni1666, en werd uitgevochten tussen de Vlaamse en Engelse kust. De slag is een van de langste zeeslagen in de geschiedenis en de enige overwinning die de Nederlandse vloot tijdens die oorlog in een echte zeeslag zou behalen.
De Tocht naar Chatham of de Slag bij de Medway (Engels: Raid on the Medway of The Dutch Raid) was een succesvolle Nederlandse aanval op de Engelse schepen en scheepswerven in juni 1667 tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog.
De Slag bij Agosta vond plaats op 22 april 1676, tijdens de Hollandse Oorlog en werd uitgevochten tussen een Franse vloot van 29 linieschepen, 5 fregatten en 8 branders onder Abraham Duquesne, en een Nederlands-Spaanse vloot van 27 linieschepen (17 Nederlands-10 Spaans) en 5 branders, met als commandant luitenant-admiraal-generaal Michiel de Ruyter. Het was een korte maar hevige zeeslag.
De Eerste Slag bij Tobago was van 3 tot en met 12 maart1677 een veroveringspoging van de Franse vloot op de Nederlandse kolonie Nieuw Walcheren op Tobago voor de kust van Venezuela, waarbij commandeur Jacob Binckes met hulp van kapitein Roemer Vlacq een strategische overwinning behaalde en de Fransen terugdreef. Bij de aanval verloren de Nederlanders 10 schepen en de Fransen 6. Ook werden 2 Franse schepen buitgemaakt.
De Slag bij Beachy Head (Frans: Bataille de Béveziers of Bataille du cap Béveziers) was een zeeslag nabij Beachy Head op 10 juli1690 tijdens de Negenjarige Oorlog. De geallieerde vloot stond onder het commando van Arthur Herbert Torrington, de Franse vloot onder leiding van Anne de Tourville.
De Zeeslag bij Kamperduin vond plaats op 11 oktober1797 tijdens de Franse Revolutieoorlogen, tussen een Nederlandse vloot onder bevel van viceadmiraal Jan Willem de Winter en een Britse vloot onder admiraal Adam Duncan. Twee jaar voor de zeeslag, 1795, werd Nederland door Franse troepen bezet en riepen Nederlandse revolutionairen de Bataafse Republiek uit, een Franse vazalstaat.
De Slag in de Javazee (27 en 28 februari1942) was een mislukte poging van een geallieerd eskader, de Combined Striking Force, onder commando van de Nederlandse schout-bij-nachtKarel Doorman om een Japanse invasievloot met troepen voor de aanval op Java te vernietigen.
De Slag bij Öland was een zeeslag op 11 juni1676 in de Schoonse Oorlog tussen een gecombineerde Deens-Nederlandse en een Zweedse vloot. De slag vond plaats iets ten zuiden van Öland in de Oostzee. De Deens-Nederlandse vloot, onder leiding van Cornelis Tromp, wist de Zweden te verslaan. Na de Slag bij Bornholm had de Zweedse vloot zich teruggetrokken.
De Slag bij Vigo (of Vigo Baai) vond plaats op 23 oktober1702, tijdens de Spaanse Successieoorlog, in de baai van Vigo in Galicië. Het was een zeeslag tussen Engels-Nederlandse en Spaans-Franse schepen waarbij de Engels-Nederlandse combinatie een grote schat aan goud, zilver en andere rijkdommen buitmaakte.
De Slag bij Straat Makassar was een zeeslag tijdens de Tweede Wereldoorlog die deel uitmaakte van de Pacifische Oorlog. Een Amerikaans-Brits-Nederlands-Australische vloot, onder leiding van vice-admiraal Karel Doorman was onderweg om een Japanse invasievloot, met als bestemming Surabaya te onderscheppen, toen het werd aangevallen door Japanse 36 Mitsubishi G4M en 24 Mitsubishi G3M vliegtuigen. Hierdoor moest de geallieerde vloot zich terugtrekken.
Op zaterdagavond 4 februari1933 brak er muiterij uit op het Nederlandse oorlogsschip De Zeven Provinciën bij de noordoostpunt van Sumatra bij de rede Oleh-leh van Koeta Radja. De onmiddellijke aanleiding voor de muiterij was het toepassen van een korting op de salarissen van het Europese en het inlandse marinepersoneel. Na een week te hebben gevaren onder bevel van de muiters werd het schip op 10 februari ter hoogte van de straat Soenda door een bom uit een Dorniervliegtuig getroffen. Het gevolg: 23 doden en vele gewonden en einde van de muiterij.
Hr. Ms. Isaac Sweers was een Nederlandse torpedobootjager van de Gerard Callenburghklasse. De kiel werd op 26 november 1938 gelegd op de werf van de Koninklijke Maatschappij De Schelde in Vlissingen. Op 16 maart 1940 was de tewaterlating. De doopster van de Isaac Sweers was Johanna van den Arend-Keers, echtgenote van Luitenenant-ter-Zee Henry van den Arend die belast was met de nautische toezicht op de te bouwen Nederlandse jagers.
Operatie Atalanta (officieel: EU NAVFOR) is een missie van de Europese Unie om bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust. De missie begon in december 2008. Het commandocentrum bevindt zich in het Engelse Northwood. De operatie zou oorspronkelijk een jaar duren, maar is al meerdere malen verlengd. In november 2014 werd een verlenging tot eind 2016 goedgekeurd.
Gemiddeld wordt een troepenmacht van rond de 1200 manschappen ingezet bij Atalanta, met 4 tot 6 schepen en 2 tot 3 vliegtuigen. In 2016 werden de gemeenschappelijke kosten voor het mandaat op € 6.300.000 begroot.
Zr. Ms. Adder (1875) was een Nederlandse rammonitor, die op woensdagavond 5 juli1882 tussen 21.00-21.30 uur zonk op de Noordzee voor de kust van Scheveningen en waarbij alle 66 opvarenden (64 manschappen, een loods en een opvarende) omkwamen. Er waren geen overlevenden.