Naar inhoud springen

dansk

Uit WikiWoordenboek
  • dansk
  • Deens woord met het achtervoegsel -sk.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud dansk mere dansk mest dansk
o enkelvoud dansk
meervoud danske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
danske mere dansk mest danske

dansk

  1. (demoniem) Deens
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dansk     dansken     -     -  
genitief   dansks     danskens     -     -  

dansk o

  1. (taal) Deens
    «Mit dansk er ikke så godt.»
    Mijn Deens is niet zo goed.


  • dansk
  • Noors woord met het achtervoegsel -sk.
Naar frequentie 7504
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud dansk danskere danskest
o enkelvoud dansk
meervoud danske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
danske danskere danskeste

dansk

  1. (demoniem) Deens
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dansk     dansken     dansker     danskene  
genitief   dansks     danskens     danskers     danskenes  

dansk m

  1. (taal) Deens


  • dansk
  • Nynorsk woord met het achtervoegsel -sk.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud dansk meir dansk mest dansk
o enkelvoud dansk
meervoud danske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
danske mere dansk mest danske

dansk

  1. (demoniem) Deens
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dansk     dansken     danskar     danskane  

dansk m

  1. (taal) Deens


  • dansk
  • Zweeds woord met het achtervoegsel -sk.

dansk

  1. Deens
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dansk     dansken     danskar     danskarna  
genitief   dansks     danskens     danskars     danskarnas  

dansk g

  1. (demoniem) Deen