Naar inhoud springen

dineren

Uit WikiWoordenboek
  • di·ne·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dineren
dineerde
gedineerd
zwak -d volledig

dineren

  1. inergatief het diner gebruiken
    • Wij gaan vanavond dineren in de stad. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]