Naar inhoud springen

heden

Uit WikiWoordenboek
  • he·den
  • In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: vandaag’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • [2] [3]

heden

  1. (formeel) in de tegenwoordige tijd, in deze tijd
    • Dat is heden niet meer het geval. 
     Maar ze bleef erop terugkomen en spoorde me aan om meer in het heden te leven.[4]
  2. (formeel) op deze dag
    • Heden is Pinksteren. 
  • Heden (schrijftall) is het formelere woord voor vandaag (spreektaal).
  • [1]: heden ten dage
tegenwoordig
  • [2]: tot op heden
tot vandaag
enkelvoud meervoud
naamwoord heden -
verkleinwoord - -

het hedeno

  1. de tegenwoordige tijd
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]


heden

  1. heden; de tegenwoordige tijd


heden

  1. heden; de tegenwoordige tijd