heden
Uiterlijk
- he·den
heden
- (formeel) in de tegenwoordige tijd, in deze tijd
- Dat is heden niet meer het geval.
- ▸ Maar ze bleef erop terugkomen en spoorde me aan om meer in het heden te leven.[4]
- (formeel) op deze dag
- Heden is Pinksteren.
- Heden (schrijftall) is het formelere woord voor vandaag (spreektaal).
- [1]: heden ten dage
tegenwoordig
- [2]: tot op heden
tot vandaag
1. in de tegenwoordige tijd, in deze tijd
heden ten dage
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heden | - |
verkleinwoord | - | - |
het heden o
- de tegenwoordige tijd
- Het woord heden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "heden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ heden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ heden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
heden
- heden; de tegenwoordige tijd
heden
- heden; de tegenwoordige tijd
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijwoord in het Nederlands
- Formeel in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Woorden in het Veluws
- Zelfstandig naamwoord in het Veluws