Naar inhoud springen

horizont

Uit WikiWoordenboek
  • ho·ri·zont
enkelvoud meervoud
naamwoord horizont horizonten
verkleinwoord - -

de horizontm

  1. de lijn waarboven, bij vrij uitzicht zoals op zee, de hemellichamen zichtbaar zijn
    • Een nieuwe dag begint wanneer de zon boven de horizont verschijnt. 
37 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[1]


horizont m

  1. horizon, horizont


  • IPA: /ɦɔrɪzɔnt/
  • ho·ri·zont

horizont m onbezield

  1. horizon, horizont
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be