scheitrechter
Uiterlijk
- schei·trech·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheitrechter | scheitrechters |
verkleinwoord | scheitrechtertje | scheitrechtertjes |
de scheitrechter m
- (scheikunde) een stuk glaswerk in de vorm van een trechter met stop erop en een kraantje aan de onderkant, dat gebruikt wordt om niet-mengbare vloeistoffen te scheiden
- Ik heb het reactiemengsel uitgeschud met ether in een scheitrechter en de water- en de etherlaag gescheiden.
1.
- Het woord 'scheitrechter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scheitrechter" herkend door:
7 % | van de Nederlanders; |
13 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be