Naar inhoud springen

tegenspreken

Uit WikiWoordenboek
  • te·gen·spre·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tegenspreken
sprak tegen
tegengesproken
klasse 4 volledig

tegenspreken

  1. zich met woorden verzetten
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be