tonsillitis

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tonsillitis    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ton·sil·li·tis

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tonsillitis	tonsillitissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tonsillitis v

1. (medisch) amandelontsteking

Synoniemen

• angina, amandelontsteking

Afgeleide begrippen

• tonsil

Vertalingen

    1.   

Engels: tonsillitis (en) Spaans: anginas (es) v mv, angina (es) v, amigdalitis (es) v

Slowaaks: angína (sk) v Tsjechisch: angína (cs) v

Gangbaarheid

• Het woord tonsillitis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tonsillitis" herkend door:

51 %	van de Nederlanders;
42 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.