ziekenwagen
Uiterlijk
- Geluid: ziekenwagen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzikə(n)ˌwaɣə(n) / (4 lettergrepen)
- zie·ken·wa·gen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenwagen | ziekenwagens |
verkleinwoord | ziekenwagentje | ziekenwagentjes |
de ziekenwagen m
- (verkeer), (medisch) een voertuig ingericht voor het vervoer van patiënten, gewoonlijk naar een ziekenhuis toe
- Er stond een ziekenwagen voor de deur bij de buren; er zal toch niets gebeurd zijn?
1. een voertuig ingericht voor het vervoer van patiënten, gewoonlijk naar een ziekenhuis toe
- Het woord ziekenwagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ziekenwagen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -n- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verkeer in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %