Masalit-bevolking afgeslacht in Soedan: 'Arabische milities hebben vrij spel'
Uit verhalen van overlevenden wordt steeds meer duidelijk over de slachting die begin november heeft plaatsgevonden in en rond Ardamata, een dorp in de Soedanese regio Darfur.
Leden van de paramilitaire groepering Rapid Support Forces (RSF) hebben samen met Arabische milities begin deze maand een bloedbad aangericht onder vooral de etnisch-Afrikaanse Masalit-bevolking in Ardamata, nabij de stad El Geneina waar veel vluchtelingen wonen.
Welke bizarre wreedheden zich in korte tijd hebben afgespeeld, blijkt uit verslagen van ooggetuigen die mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) en eerder persbureau Reuters hebben geïnterviewd, nadat zij waren gevlucht naar buurland Tsjaad.
Doodgeschoten of doodgehakt
Zeker honderden burgers, overwegend jonge mannen, zijn doodgeschoten of doodgehakt met bijlen en kapmessen. Ook zijn vrouwen verkracht, huizen vernield en geplunderd, en zijn honderden mensen mishandeld en gevangen genomen.
VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR schat het dodental op 800. Lokale mensenrechtenorganisaties gaan op basis van verklaringen van vluchtelingen zelfs uit van 1300 tot 2000 doden, onder wie mensen die onderweg waren naar Tsjaad. De schattingen lopen uiteen omdat het voor buitenlandse waarnemers te gevaarlijk is om naar de regio af te reizen.
In Ardamata lagen de lichamen van slachtoffers dagenlang op straat. Sommigen van hen met hun handen op de rug vastgebonden en schotwonden in het hoofd, vertelt een ooggetuige aan journalisten van Reuters. Op een voetbalveld werden jongemannen in groepen geëxecuteerd, onder wie minderjarigen van 'nog maar twaalf jaar oud'.
'Ze schoten hen zomaar neer'
De 31-jarige Ashraf sloeg samen met dertien andere mannen op de vlucht naar een huis in de buurt, maar werd achtervolgd door RSF-leden. Hij kon zich als enige verstoppen, maar zag hoe de rest werd geëxecuteerd, vertelt hij aan HRW. "Allemaal ongewapende mannen. Ik zag het met mijn eigen ogen. Ze schoten hen zomaar neer."
Mahmoud (31) werd bij huiszoekingen samen met zo'n 400 mensen meegenomen naar een nabijgelegen hoofdkwartier. "Ze sloegen ons met zwepen en stokken. Ze bleven vragen: Ben jij Masalit? Ben jij een strijder? Waar is je pistool? De volgende dag werd ik vrijgelaten, maar er bleven er nog veel achter."
Achter leiders aan
Uit de verklaringen blijkt dat de milities op zoek gingen naar bepaalde personen nadat zij een militaire regeringsbasis hadden veroverd, zegt de Britse conflictonderzoeker Laetitia Bader van HRW tegen RTL Nieuws.
Bader: "Traditionele leiders en andere prominenten uit de Masalit-gemeenschap waren specifiek doelwit, onder wie advocaten, mensenrechtenactivisten, journalisten en politieke vertegenwoordigers. De RSF en gelieerde Arabische milities gaan echt achter de leiders aan, vanwege hun rol in de gemeenschap. Ze hebben de controle overgenomen in El Geneina en hebben vrij spel, wat leidt tot ernstige misdaden tegen burgers."
Ze spreekt van een 'gruwelijke golf van misbruik en razernij' die zich niet voor het eerst richt op deze etnische bevolkingsgroep. "Sinds mei zien we herhaalde geweldplegingen tegen overwegend Masalit en andere niet-Arabische burgers. Zoals in Mestere, een middelgroot stadje vlak bij de grens met Tsjaad, dat in slechts één dag volledig is verwoest. Ondanks alle duidelijke waarschuwingen heeft de wereld niet gereageerd."
Wie zijn de RSF?
Rapid Support Forces (RSF) is een paramilitaire groepering van zo'n 100.000 man, opgericht in 2013. De leden komen grotendeels voort uit de Janjaweed-milities die berucht zijn sinds zij huishielden in de Darfurcrisis vanaf 2003, waarbij enkele honderdduizenden Soedanezen van Afrikaanse afkomst (onder wie Masalit) systematisch zijn vermoord. RSF wordt in de volksmond daarom nog altijd Janjaweed genoemd.
Hun leider is de 48-jarige krijgsheer Mohamed Hamdan Dagalo, een voormalig kamelenhandelaar die beter bekendstaat als 'Hemedti' en die op de zwarte lijst staat van de VS wegens mensenrechtenschendingen.
In Soedan brak in april een bloedige machtsstrijd uit tussen RSF en het staatsleger in de hoofdstad Khartoem. Het leger wordt aangevoerd door de 63-jarige generaal Abdel Fattah Burhan. Hij werd aangewezen als tijdelijk leider na de staatsgreep in 2021 waarbij dictator Omar al-Bashir na 30 jaar werd afgezet.
Waar generaal Burhan en RSF-leider Hemedti eerst nog samenspanden om dictator Bashir te verdrijven, ontstond twee jaar later een conflict tussen de twee krijgsheren. Ze konden het niet eens worden over hoeveel macht de RSF zou krijgen in een nieuwe regering. Wat volgde was een gewapende strijd in Khartoem, die zich steeds verder uitbreidde.
Intussen is de machtsstrijd uitgemond in een breder conflict tussen milities van verschillende etnische groepen. Zij gaan elkaar opportunistisch te lijf, plunderen dorpen, en plegen geweld. Het gevolg: sinds april zijn 4,6 miljoen mensen binnen Soedan ontheemd geraakt en 1,1 miljoen mensen zijn gevlucht naar buurlanden. Er is sprake van een ernstig tekort aan water, voedsel, medicijnen en medische zorg, terwijl internationale noodhulp tekortschiet.
Volgens de laatste berichten is de RSF aan de winnende hand in enkele grote steden, waaronder de hoofdstad Khartoem. Experts vrezen dat een definitieve machtsovername van de paramilitaire groepering zal leiden tot nog meer wreedheden tegen burgers.
In 2021 sprak RTL Nieuws Mohamed Yousif, die in Soedan woonde vóór de coup. Hij spreekt over de omstreden reputatie van de twee generaals die nu met elkaar overhoop liggen: