Mijnbouwkunde is de tak van wetenschap die zich concentreert op het winnen en verwerken van grondstoffen in de breedste zin: brandstoffen (olie, gas, kolen), metalen (ijzer, koper, zink, goud etc.), mineralen (zouten, kleurstoffen etc) en niet-metalen (bijvoorbeeld kalksteengroeve).

De Schlägel und Eisen zijn het symbool van de mijnbouwkunde

Het vakgebied bevindt zich op de grens van techniek en aardwetenschappen en heeft als specifieke kennisgebieden onder andere: geologie, geodesie, werktuigbouw, scheikunde, statistiek, wiskunde etc.

Mijnbouwkundige kennis wordt tegenwoordig in Nederland en België veel gebruikt in niet direct herkenbare mijnbouwvakgebieden zoals recycling en bodemsanering.

Het vak wordt in Nederland op slechts één plaats onderwezen, namelijk aan de Technische Universiteit Delft. De opleiding heet "technische aardwetenschappen" en leidt op tot ingenieur (ir.) in Oliewinning, Geofysica, Ingenieursgeologie, Grondstoffenwinning en Grondstoffenverwerking. De studievereniging voor studenten technische aardwetenschappen heet de Mijnbouwkundige Vereeniging.

In Vlaanderen kon men opgeleid worden tot mijnbouwkundig ingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven. De opleiding heette "geotechniek en mijnbouwkunde", maar er werden vanaf het studiejaar 2011-2012 geen nieuwe inschrijvingen meer aangenomen.[1] De studievereniging voor masterstudenten in de ingenieurswetenschappen geotechniek en mijnbouwkunde is de Vlaamse Technische Kring.

Zie ook

bewerken