Ritsumazijl

nederzetting in Menameradiel, Nederland

Ritsumazijl (ook Ritzumazijl; Fries: Ritsumasyl) is een dorp annex buurtschap in de gemeente Waadhoeke, in de Nederlandse provincie Friesland. Het is gelegen ten westen van de stad Leeuwarden, tussen Marssum en Deinum. Ritsumazijl wordt ook aangehaald als een buurtschap omdat het (nog) geen zelfstandige woonplaats of dorpsstatus heeft. Formeel ligt de bewoning van de nederzetting verdeeld onder de dorpsgebieden van Marssum en Deinum. Omdat het een bebouwde kom heeft heeft het blauwe plaatsnaamborden.

Ritsumazijl
Plaats in Nederland Vlag van Nederland
Ritsumazijl (Friesland)
Ritsumazijl
Situering
Provincie Vlag Friesland Friesland
Gemeente Vlag Waadhoeke Waadhoeke / Vlag Leeuwarden Leeuwarden
Coördinaten 53° 12′ NB, 5° 44′ OL
Overig
Postcode 9033 / 9034
Woonplaats (BAG) Marssum / Deinum
Belangrijke verkeersaders N31
Foto's
Het centrum van Ritsumazijl in 2023
Het centrum van Ritsumazijl in 2023
Plaatsnaambord
Plaatsnaambord
Brug over het Van Harinxmakanaal
Brug over het Van Harinxmakanaal
Portaal  Portaalicoon   Nederland
Friesland

De dorpskern is gelegen op het punt waar het Deinumerrak, de Engelumervaart en de Zijlsterrak samenkomen. In 2005 telde het dorp 67 inwoners. In 2023 telde de woonkern van het dorp, de bewoning aan de Ritsumasyl, 65 inwoners.[1][2] Dit is exclusief het buitengebied van Ritsumazijl.

Globaal genomen omvat het buitengebied Ritsumazijl het gebied tussen de wateren Ballensvaart en Van Harinxmakanaal en de autoweg N31. Oorspronkelijk bestond het buitengebied uit de 170 hectare grote polder die Ritsumazijlpolder (of soms ook Ritsumerpolder) wordt genoemd. Het oostelijke deel van deze polder is in de jaren 90 van twintigste eeuw overgegaan naar de gemeente Leeuwarden, nog later werd het onderdeel van de Haak om Leeuwarden voor de stad Leeuwarden. Een klein stukje van het buitengebied van het dorp, bij de N31 valt binnen de gemeente Leeuwarden.

Geschiedenis

bewerken

De woonkern van Ritsumazijl is of op het einde van de 15e eeuw of in het begin van de 16e eeuw ontstaan als een tweede nederzetting bij de kruising van de weg de Hogedijk en de trekvaart de Zijlsterrak (Fries: Sylsterrak). Het zo genoemde 'moederbuurtschap' van Ritsumazlijl was Ritsumaburen, deze vormt het noordelijke buitengebied van Ritsumazijl tot aan de N31. Ritsumaburen werd in 1365 als Ritzum vermeld en in 1511 als Ridtsen. In de tweede helft van de twintigste eeuw verdween Ritsumaburen (Fries: Ritsumabuorren) als een eigen plaatsduiding. In het gebied van Ritsumaburen was een terp gelegen die waarschijnlijk ook de oorsprong vormde van de buurtschap.

De terp, in 1511 geduid als Ritsema terp werd in 1908 afgegraven. Bij de afgraving werden diverse vondsten gedaan. Er werden diverse terra sigillata, gebruiksvoorwerpen uit aardewerk gevonden. Een van de scherven betrof een scherf van een versierde kom die uit de 2e of 3e eeuw zou komen. Ook werden er scherven aangetroffen van latere datums. Deze wijze op een doorlopend bewoning van de terp. Vanuit wordt gegaan dat de meeste van de terpen rondom Marssum dateren van rond het begin van de christelijke jaartelling.

De oorspronkelijke plaatsnaam van de terpbuurtschap zou duiden op de 'heem', woonplaats van de persoon 'Ritse', met als grondslag het bestandsdeel 'rik', met als grondbetekenis ‘rijk'. Rond 1700 werd het element buren toegevoegd aan de plaatsnaam (vermelding van Ritzuma Buiren, meervoudsvorm van de duiding buur, als betekenis van een buurt of nederzetting. Mogelijk is de extra toevoeging ter onderscheiding van het later ontstaande Ritsumazijl.

Volgens Eekhoff in 1849-1859 werd in 1507 (de voorloper van) de Harlingertrekvaart, het Zijlsterrak aangelegd in het gebied van Ritsumaburen en het is al snel daarna, in 1511 dat er gesproken wordt van een nieuwe nederzetting als een persoon verwijzend werd genoemd in een document als 'Bocko tho Zijl', als in de persoon Bocko die te Zijl woonde. Er wordt vanuit gegaan dat pas door de aanleg van de Zijlsterrak de nieuwe nederzetting is ontstaan, echter meldt Karel F. Gildemacher in 1993 dat in 1470 de benaming 'rytsma syl sclaet' is terug te vinden, een benaming die ook in 1540 werd gebruikt.

Bij de sluis, een zogeheten uitwateringssluis (syl/zijl), in de trekvaart ontwikkelde langzaam meer bewoning, en op die manier verschoof geleidelijk 'het centrum' van de oudere buurtschap naar de nieuwere nederzetting. In 1622 werd deze nieuwe nederzetting vermeld als Ritzumerzyl, waarmee werd aangegeven dat het een zijl (sluis) was bij/van de oorspronkelijke nederzetting 'Ritzum'. In 1646 werd de Harlingertrekvaart langs het Zijlsterrak doorgetrokken, aldus Eekhoff.

Ten zuiden van Zijlsterrak zou er ook een terp hebben gelegen volgens de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra en fysisch-geografische kaarten. Echter bij een uitgebreid onderzoek van een archeologisch bureauonderzoek in 2014 werd geconstateerd dat er geen terp te herkennen was in de hoogtekaart van Actueel Hoogtebestand van Nederland noch is een afgegraven terrein herkenbaar in het zuidelijke gebied. Ook boorproeven leverde geen aanwijzingen op voor een terp. In het begin van de twintigste eeuw werden in Ritsumazijl zelf wel scherven van borden en kommen uit de 2e eeuw, van terra sigillata.

Schenkenschans en molens

bewerken

In 1661 werd volgens Eekhoff in het oostelijk poldergebied van de twee plaatsen een schans aangelegd, de Schenkenschans. Tussen 1857 en 1980 heeft daar een steenfabriek gestaan, die naam droeg van de schans.[3] Het was tot 1998 ook een stortplaats voor bouw- en sloopafval. Nadat het gesloten was werden er een nieuwe plannen ontwikkeld die uiteindelijk resulteerde in het Energie Kenniscentrum Leeuwarden, op de ingepakte stortplaats. Op delen van het oostelijk poldergebied werd ook een zonnepark geplaatst.

Op een kaart van Schotanus uit 1664 werd in het dorp Ritsumazijl, aan de kant van Deinum een molen aangegeven. Deze molen, de Molen van Ritzumazijl was een korenmolen die voor 1622 zou gebouwd zijn. De korenmolen was een middenkruier van het type standerdmolen. De molen zou tegen 1832 zijn verdwenen, mogelijk op zijn vroegst zelfs in 1728. In 1718 werd de molen nog aangegeven op een andere kaart van Schotanus.[4]

Ten noordoosten van Ritsumazijl werd in 1859 aan de Zijlsterrak een poldermolen gebouwd. Deze molen was een grondzeiler van het type muonts en stond in het oostelijke deel van de Ritsumazijlpolder, ook wel geduid als Ritsumerpolder. Het was het bestuur van de afdeling Ritsumerpolder te Marssum die de molen had laten bouwen. In de loop van de twintigste eeuw raakte het diens maalfunctie buitenwerking. In 1965 werd de molen door brand verwoest, de Leeuwarder Courant berichtte op 7 september dat jaar erover met de vermoedens dat de brand was ontstaan door spelende kinderen. De molen was een bekende speelplek voor kinderen uit Leeuwarden, aldus de krant.[5].

Ontwikkeling van het dorp vanaf de 20e eeuw

bewerken
 
Ritsumazijl en het Zijlsterrak

De contouren van het centrum van Ritsumazijl, zoals die in de 21e eeuw is, is op de Kadastrale minuutkaart van 1832 al te zien. In de loop van de twintigste eeuw breidt de bewoning langzaam uit, door verdichting van de bewoning. Eerst aan de westkant van het dorp en later met de komst van woonboten ook aan de oostelijke kant.

Mede door de aanleg van de Harlingertrekvaart (later opgegaan in het Van Harinxmakanaal) was de draaibrug in Ritsumazijl een tijdlang een belangrijke schakel in de scheepvaartverbinding tussen Leeuwarden en het noordwesten van Friesland. Door de uitbreiding van het Van Harinxmakanaal in 1950 ten zuiden van Ritsumazijl, dit was inclusief een nieuwe brug, werden de oude vaarroute en de draaibrug overbodig. Er was zelfs geen doorvaart naar Leeuwarden meer mogelijk, op het traject dat liep via het Deinummerrak, het Zijlsterrak en het Bisschopsrak door de aanleg van een dam. 30 jaar later verloor Ritsumazijl ook de directere aansluiting op het hoofdverkeersweg door de aanleg van de N31.

In 1991 ging de gemeente Menaldumadeel akkoord met de komst van een vijftal woonboten, die bij de Schenkenschans waren gelegen, op verzoek van de gemeente Leeuwarden.[6] Een halfjaar eerder was een merendeel van de bewoners van Ritsumazijl nog tegen het plan, omdat ze aantasting vreesde van het dorpsbeeld.[7] Een jaar eerder spraken de bewoners ook al tegen de komst van de scheepswerf van een bedrijf dat wilde verhuizen vanuit Leeuwarden.[8] De woonboten kwawen aan de oostkant van het dorp te liggen, aan de noordelijke oever van het Zijlsterrak.

Op 28 september 2018 werd er een nieuwe beweegbare brug geopend in het dorpscentrum, naast een nieuw dorpsplein. De brug was vooral nodig om woonboten er door te laten varen. De doorvaarthoogte in gesloten toestand is anderhalve meter.[9][10] Een jaar later werd in november een nieuwe fietsbrug in gebruik genomen die het Ritsumasyl met de Trekwei verbindt. Het wegdek van de 66 meter lange brug werd gemaakt van biocomposiet, dat bestaat uit vezels van vlas met een coating van natuurlijke hars.[11][12]

In 2019 organiseerde de dorpsbelangenverenigingen van de dorpen Blessum, Boksum, Deinum, Marssum en Ritsumazijl een peiling om te zien of een draagvlak zou zijn om bij de gemeente Leeuwarden te gaan aansluiten. Daaruit bleek dat een grote meerderheid tegen een eventuele grenscorrectie of herindeling was en zo aangaven bij de gemeente Waadhoeke te willen blijven.[13] In de jaren 1990 was er al grenscorrectie geweest, waarbij onder meer een deel van de Ritsumazijlpolder binnen de gemeente Leeuwarden kwam te liggen.

In de jaren 1970 speelde de grenscorrecties door middel van gemeentelijke herindelingen ook al een rol. Zo werd er eind 1977 geprotesteerd door middel van protestborden in verschillende plaatsen in de gemeente Menaldumadeel omdat er een plan lag om onder meer Ritsumazijl bij de gemeente Leeuwarden te voegen.[14] Er waren toen al een paar kleinere delen overgegaan naar de gemeente Leeuwarden. In 2018 ging de gemeente Menaldumadeel wel op in de grotere fusiegemeente Waadhoeke.

In december 2022 werd Ritsumazijl uitgekozen om symbolisch de eerste officiële plek te zijn waar de borden op en langs de vaarwateren omgezet werden van het Nederlands naar het Fries. Zo werd 'cameratoezicht' 'kameratafersjoch'.[15]

Cultuur en recreatie

bewerken

De dorpen Boksum, Blessum, Deinum en Ritsumazijl vormen een gemeenschap met een aantal gezamenlijke faciliteiten. Ritsumazijl staat anno 2024 bekend als een knooppunt van diverse wandel- en fietspaden. Bij de plaats liggen in de Deinumerrak steigers in het water voor de boten om aan te meren.

Zie de categorie Ritsumasyl van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.