Naar inhoud springen

De bijenkoningin

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De bijenkoningin
Illustr. door Otto Ubbelohde, 1909
Illustr. door Otto Ubbelohde, 1909
Auteur gebroeders Grimm
Originele titel Die Bienenkönigin
Origineel gebundeld in Kinder- und Hausmärchen
Uitgiftedatum 1812
Land Duitsland
Genre sprookje
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

De bijenkoningin is een sprookje uit Kinder- und Hausmärchen, de verzameling van de gebroeders Grimm, met als nummer KHM62. De oorspronkelijke naam is Die Bienenkönigin.

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Twee koningszonen gaan op avontuur en komen niet meer thuis. De derde en jongste broer, Domoor, gaat ze zoeken en vindt hen. Ze trekken gezamenlijk verder en komen bij een mierenhoop. De oudste twee willen de hoop omwoelen, maar de jongste wil niet dat ze de diertjes lastig vallen. Dan komen ze bij een meer met veel eenden en de oudste broers willen er enkele vangen om ze te braden, maar dit voorkomt Domoor ook. Dan komen de broers bij een bijennest en de oudste broers willen er een vuurtje onder stoken, zodat ze de honing kunnen pakken. Ook hier voorkomt Domoor dit en ze komen na een tijdje bij een kasteel, waar enkel stenen paarden in de stallen staan.

Ze komen bij een deur met drie sloten en een luikje en zien een grijs mannetje aan tafel zitten. Ze roepen hem, maar pas bij de derde keer gaat het mannetje staan en maakt de sloten open. Hij brengt de broers naar een rijkgevulde tafel en ze eten en drinken. Daarna gaan ze slapen en de volgende ochtend neemt het grijze mannetje de oudste broer mee naar een stenen plaat. Daar staan drie opdrachten op, waarmee het kasteel verlost kan worden. In het bos onder het mos liggen de duizend parels van de koningsdochter. Voor zonsondergang moeten deze verzameld worden, als dit niet lukt verandert de zoeker in steen.

De oudste broer gaat op zoek, maar de opdracht wordt niet volbracht en de broer verandert in steen. De volgende dag probeert de tweede broer het en hij verzamelt tweehonderd parels, ook hij verandert in steen. Dan is Domoor aan de beurt en hij gaat huilend op een kei zitten. De mierenkoning komt er aan en gaat met vijfduizend mieren op zoek, ze vinden alle parels. Dan moet de sleutel van de slaapkamer van de koningsdochter uit het meer worden gehaald en de eenden zwemmen naar Domoor toe. Ze duiken in het water en halen de sleutel uit de diepte. Dan moet de jongste en liefste dochter van de koning aangewezen worden. De drie dochters slapen en lijken precies op elkaar.

De oudste dochter heeft suiker gegeten, de tweede een beetje stroop en de jongste een lepel honing. De bijen komen en proeven de monden van de meisjes, ze blijven zitten bij de honing en de koningszoon weet nu wie de jongste koningsdochter is. De betovering wordt verbroken en iedereen wordt verlost uit de slaap. Degene die in steen werd veranderd, krijgt ook zijn normale uiterlijk weer terug. Domoor trouwt met de jongste en liefste koningsdochter en wordt koning als haar vader sterft. De andere broers kregen de andere zusters.

Achtergronden bij het verhaal

[bewerken | brontekst bewerken]
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina De bijen-koningin op Wikisource.